Bij een aantal corporaties heeft de ondernemingsraad het recht een commissaris voor te dragen. Bij grote ondernemingen die onder de Wet op de Structuurvennootschappen vallen is dat verplicht; de Woningwet kent die verplichting niet, maar het staat elke rechtspersoon vrij dat in de statuten op te nemen.
De Voorloper is zo’n corporatie en Willem Bukstra vervult die rol van “werknemerscommissaris” - zoals informeel de aanduiding is, met enthousiasme. Hij heeft goed oog voor het totaal, maar is altijd alert op de betekenis die het beleid voor de medewerkers heeft. In de boardroom wordt hij zeer gewaardeerd. Hij is dan ook de commissaris die de contacten met de OR onderhoudt.
De Voorloper is een middelgrote woningcorporatie die al twee jaar bezig is een slag te maken naar modernere bedrijfsvoering en digitale dienstverlening. Naast een kwaliteitsverbetering wil de corporatie de komende jaren 400.000 euro besparen op de loonkosten. Willem spreekt de ondernemingsraad twee maal per jaar en gaat dan terughoudend met zijn mening om. Hij wil de directeur bestuurder – die ook steeds aanwezig was - niet voor de voeten lopen en is het ook volledig eens met het uitgestippelde beleid. Hij heeft vooral geluisterd, begrip getoond en steeds benadrukt dat het beleid van de directeur van alle kanten was bekeken. En eigenlijke leidde dat nooit tot heftige discussies.
Willem Bukstra zit er nu drieënhalf jaar en zijn herbenoeming moet worden voorbereid. De bestuurder vraagt middels een kort memo aan de ondernemingsraad commissaris Bukstra voor te dragen voor een tweede termijn. Tot ieders verrassing deelt de OR mee daar niets voor te voelen. In een schriftelijke toelichting geeft de OR dat hun commissaris de belangen van het personeel onvoldoende heeft behartigd en dat de OR meerdere malen heeft aangegeven de besparing op de loonkosten volkomen onnodig te vinden in relatie met een jaaromzet van bijna 100 miljoen, nog los van de investeringsbegroting.
Hoe het verder ging
In een poging het tij te keren werd een overleg georganiseerd tussen de OR en de voorzitter van de RvC samen met de bestuurder. Zij probeerden de OR te overtuigen en benadrukten daarbij twee zaken. Ten eerste dat ook deze commissaris – op voordracht van de OR - zonder last of ruggespraak in de RvC zit en dat een besparing van 400.000 op de exploitatie - die elk jaar terug komt - toch een bedrag is waar volkshuisvestelijk erg veel mee kan worden gedaan. Het ontroerde de OR allemaal niet en de hakken bleven in het zand. Er kon dus niet anders worden gedaan dan de statuten volgen en de ondernemingsraad te vragen een nieuwe kandidaat voor te dragen. De voorzitter kon niet laten de OR te verwijten een goede commissaris te hebben weggestuurd.
Wat gebeurt hier allemaal?
Toch is het te simpel van de RvC-voorzitter om alleen naar de OR te wijzen. Een hand in eigen boezem zou verstandig zijn. Kennelijk is geen relatie opgebouwd of onderhouden met de ondernemingsraad. Dat kan door te luisteren, begrip te tonen en de positie en opstelling van de ondernemingsraad serieus te nemen. Dat gebeurde ook in het laatste gesprek niet, waar de voorzitter vooral op ‘zenden’ was afgesteld. Door alleen met rationele en feitelijke argumenten te komen, werd weer voorbij gegaan aan wat de ondernemingsraad kennelijk echt dwars zat. Het is ook niet goed de contacten met de OR alleen door de voordrachtscommissaris te laten onderhouden en zeker de voorzitter doet er goed aan te zorgen dat hij bij de OR geen onbekende is. Ook kan de aanwezigheid van de directeur een belemmering zijn om van de OR te horen waar zij echt mee zitten.
Een corporatie die net als De Voorloper een zetel in de raad heeft voor de ondernemingsraad doet er goed aan een werkwijze te volgen die bij veel corporaties gebruikelijk is bij de werving en selectie van de huurderscommissaris. Trek gezamenlijk op vanaf het ontstaan van de vacature. Bepaal samen de profielschets, stel een gezamenlijke commissie op en spreek vooraf af hoe je omgaat met uiteenlopende voorkeuren. Niet zelden wordt gewerkt met integrale commissies waarin alle vacatures - zowel voor de voordrachtszetels als de andere - waarin de ook de huurders zijn vertegenwoordigd. Daar kan ook nog wel iemand van de ondernemingsraad bij.
Bij De Voorloper kreeg deze kwestie nog een een spannend vervolg. Daarover meer in de volgende casus, die wordt behandeld in november.
Koos Parie en Gerard Erents
Dit is de 10e casus in een nieuwe reeks 'Toezicht in de praktijk' over governance in de volkshuisvesting en de rol van de RvC. De VTW heeft reeds drie handreikingen gepubliceerd waarin eerdere casussen zijn besproken. U vindt deze op: https://www.vtw.nl/publicaties/