Artikel 30 lid 4 Woningwet bepaalt het volgende voor de benoemingstermijn van een commissaris:
"Een commissaris wordt benoemd voor een periode van ten hoogste vier jaar en kan worden herbenoemd. De al dan niet aaneengesloten totale periode waarin een commissaris lid is van de raad van commissarissen van dezelfde toegelaten instelling is ten hoogste acht jaar. Indien een lid van de raad van commissarissen van een fuserende toegelaten instelling, na toepassing van het bepaalde in artikel 53, toetreedt tot de raad van commissarissen van de verkrijgende toegelaten instelling, dan wordt dat voor de toepassing van dit lid niet aangemerkt als een benoeming of herbenoeming."
- Een commissaris wordt benoemd voor ten hoogste vier jaar.
- Een commissaris kan (meerdere malen) worden herbenoemd.
- De al dan niet aaneengesloten totale periode waarin een commissaris lid is van de RvC van dezelfde corporatie, is ten hoogste acht jaar.
- Voor commissarissen die voorafgaand aan de fusie zitting hadden in de RvC van de verdwijnende of verkrijgende rechtspersoon en die (na selectie op basis van de nieuwe profielschetsen) na de fusie zitting nemen in de RvC van de fusiecorporatie, is geen toets geschiktheid en betrouwbaarheid met een positieve zienswijze nodig. Indien het huurderscommissarissen betreft geldt dat geen nieuwe bindende voordracht van de huurdersorganisatie vereist is.
Het vereiste van bindende voordracht geldt wél, indien één of meerdere nieuwe huurderscommissarissen worden benoemd. Ook is dan een toets geschiktheid en betrouwbaarheid met een positieve zienswijze nodig.