Tijdens het debat over democratische zeggenschap over publieke voorzieningen op 27 februari kwam het tot een ideologisch debat tussen minister De Jonge en SP-Kamerlid Dijk over inspraakmogelijkheden van huurders van corporaties. Dijk stelde voor om corporaties meer als verenigingen te laten werken met veel inspraak van de huurders. Volgens De Jonge zijn de uitdagingen op de woningmarkt te groot om aan participerende vrijwilligers over te laten.
"Dat laat overigens onverlet dat er altijd sprake moet zijn van huurdersparticipatie. Die huurdersparticipatie wordt geborgd in de wet", aldus de minister. "Huurders hebben wettelijke invloed op huurverhogingen, toewijzing, onderhoud, verkoop en op wie er eigenlijk in de raad van commissarissen komt. Ik denk dat het heel belangrijk is dat we ongeacht de rechtsvorm gewoon voorschrijven op welke manier er met huurders moet worden omgegaan." Dijk bracht daar tegenin dat huurders juist actiever gaan participeren als zij meer verantwoordelijkheid krijgen.
De Jonge ontraadde een motie om huurders ook instemmingsrecht te geven bij sloop en verkoop. Hij werkt aan een wetsvoorstel om verduurzaming makkelijker te maken. Bijvoorbeeld door de instemmingseis van 70 procent van de huurders te veranderen in 70 procent van de aanwezige huurders.
"Uiteraard blijft er bij verkoop altijd huurdersbescherming, want verkoop breekt het huurcontract niet. Uiteraard is het bij sloop of andere ingrijpende maatregelen heel noodzakelijk om heel goed met huurders te spreken, maar je kunt nu eenmaal niet wachten tot de allerlaatste huurder ook overtuigd is van de noodzaak. Soms is die noodzaak er gewoon. Je zou heel veel andere huurders, die die noodzaak wel zien, benadelen als je iedere individuele huurder instemmingsrecht geeft. Daarom is het echt onverstandig om dit te doen", aldus de minister.
Elf dilemma's naar aanleiding van de herijkte NPA 2025 - 2035