Antwoorden minister WWI op kamervragen SP over notarissen in RvC

08-04-2010 05:00

De minister voor WWI heeft gereageerd op Kamervragen van de SP over de betrokkenheid van notarissen bij woningcorporaties en de schijn van belangenverstrengeling. Dit naar aanleiding van de situatie bij woningcorporatie Laurentius.

Op de vraag van de SP of deze combinatie van functies - huisnotaris en voorzitter van de Raad van Commissarissen - is toegestaan volgens de beroeps- en gedragsregels die voor het notariaat gelden antwoordt de minister voor WWI als volgt.

''Artikel 17 van de Wet op het notarisambt (Wna) bevat algemene regels over het onafhankelijk en onpartijdig optreden door een notaris. In dit artikel worden geen concrete functies genoemd die onverenigbaar zijn met het ambt van notaris. Het is primair aan de notaris om af te wegen of diens onafhankelijkheid of onpartijdigheid in gevaar komt bij het aanvaarden van een bepaalde functie of taak. In de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 9 maart 2010 tegen betrokkene zijn de criteria uit artikel 17 van de Wna nader ingevuld. Volgens het Gerechtshof is bij het maken van de afweging niet alleen van belang of de notaris zelf als behandelend notaris optreedt op dossiers waaraan hij ook in een andere hoedanigheid verbonden is. Het is mede van belang of de notaris als lid van een maatschap meedeelt in de door het notariskantoor te genereren opbrengsten uit het behandelen van die dossiers. Nu dit laatste het geval was, was de combinatie van functies die betrokkene was aangegaan volgens het Gerechtshof onverenigbaar, doordat daarmee in ieder geval de schijn van partijdigheid en van belangenverstrengeling was gewekt. ''
''Uit informatie van Laurentius is mij gebleken dat betrokkene op woensdag 10 maart 2010, de dag waarop de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam werd ontvangen, zelf de beslissing heeft genomen om per direct als Voorzitter van de Raad van Commissarissen van Laurentius af te treden. Voor het treffen van een maatregel is derhalve geen aanleiding meer.''

Verder stelt de minister dat "twijfel over de onafhankelijkheid dient te worden vermeden, omdat daarmee het belang van de volkshuisvesting in het geding is. Met u ben ik van mening dat het per definitie ongewenst is als personen die werkzaam zijn bij of eigenaar zijn van organisaties die een zakelijke band hebben met een woningcorporatie lid zijn van de Raad van Commissarissen bij die corporatie.''

Op de vraag welke maatregelen de minister gaat nemen om dubbelfuncties te voorkomen antwoordt hij dat ''in het wetsvoorstel [tot herziening van de Woningwet, dat voor advies bij de Raad van State ligt] is opgenomen dat het lidmaatschap van de Raad van Commissarissen van een toegelaten instelling onverenigbaar is met een functie wanneer de aan die functie verbonden werkzaamheden met zich meebrengen dat een betrokkenheid ontstaat bij werkzaamheden van de toegelaten instelling.''

Download hier de volledige brief.


Veel gezocht