Recensie van het boek "Door dichte deuren - een eenzaam bestaan tussen macht en onmacht" (Rudi Thomas), geschreven door VTW-lid Simon Wessels (Voorzitter RvC Compaen).
Dit boek is geen studieboek, handboek of naslagwerk, maar een roman. Een debuutroman van Rudi Thomas, die zelf ruim 25 jaar actief betrokken is geweest bij Raden van Commissarissen. Volgens de flaptekst gaat het om: “een wereld achter dichte deuren, waar veel mensen niet bij kunnen” en laat deze roman: “van dichtbij zien hoe die wereld eruit ziet”.
Ik ga lezen en ben benieuwd of dit boek mij, voorzitter van een RvC, nieuwe inzichten biedt. Dat valt tegen: de hoofdpersoon (Frits) is een beroepscommissaris en vaak voorzitter of president-commissaris van grote bedrijven. Frits begeeft zich in een andere wereld dan die ik ken van de woningcorporaties. Hij schetst een beeld van allemaal macho-commissarissen, die zichzelf vreselijk belangrijk vinden. Een citaat: “Die gasten zijn stuk voor stuk volkomen ongeschikt en zitten volstrekt ten onrechte in zo’n functie, krijgen daar nul komma nul feedback op en krijgen dus nooit een signaal dat ze beter kunnen opstappen. Verder ontbreekt het bij de meeste Raden van Commissarissen aan voldoende effectieve manieren om aan zelfreiniging te werken en dus hobbelt dat jaren door.”
Is het een goed en inspirerend boek? Ik begin te lezen en word afgeleid door het taalgebruik van de schrijver. Hij heeft geen idee waar je komma’s wel/niet moet plaatsen en weet ook niet dat in de Nederlandse taal woorden zoveel mogelijk aan elkaar worden geschreven. Hij heeft het over ”ras ondernemer”, “lange termijn keuzes” en het “asbest schandaal”. Het meest storend vind ik dat ergens middenin zo’n 12 bladzijden op de verkeerde plaats staan. Het verhaal springt opeens terug in de tijd, terwijl er geen sprake is van een flashback; ik heb drie keer moeten terugbladeren om te begrijpen wat er gebeurde.
Een paar keer staan er echte fouten in het boek. Wat moet je met de zin: “Jan en Martin hadden dit niet verwacht, maar geven geen uiting van herkenbaarheid.”? En met: “Bram kan aan de touwtjes blijven trekken en zijn marionetten.” En nog een: “Iedere commissaris moet een balans kunnen lezen en toepassingen doorgronden voor ondernemingen (…). Heel veel kunnen dat niet en heeft daar geen interesse voor.”
Mijn advies aan de schrijver: laat de volgende keer iemand anders het boek eens nauwkeurig lezen. Ik bied me daarvoor gratis aan.
Wat betreft het verhaal; Frits is president-commissaris van een investeringsmaatschappij die een voormalig booreiland koopt en wil ombouwen tot een bijzondere vorm van studentenhuisvesting. Daarbij gaat van alles mis, vergelijkbaar met het verhaal rond de SS Rotterdam. Het verhaal eindigt met de consequenties die het debacle heeft voor de betrokkenen.
De schrijver maakt het de lezer niet gemakkelijk: Frits heeft met veel bestuurders en commissarissen te maken en geeft van elke persoon een korte karakterschets. Lastig om te onthouden als je die persoon pas twee hoofdstukken verder weer tegenkomt.
Is er een les te trekken uit dit boek? Voor de RvC’er van een woningcorporatie eigenlijk alleen maar dat er nauwelijks of geen toezicht is op de toezichthouder. Goed om je daarvan bewust te zijn.
Het goede nieuws is dat de schrijver wel een verhaal kan opbouwen, ik was toch geboeid en benieuwd hoe het uiteindelijk met Frits zou vergaan.
Om in de recensiesfeer te blijven: Door dichte deuren krijgt 2,5 van de 5 sterren.
Elf dilemma's naar aanleiding van de herijkte NPA 2025 - 2035