Wouter Hart verstaat de kunst op de golfen van de tijdsgeest te surfen. Hij heeft belangrijke noties weer onder de aandacht gebracht in Nederland. Begrippen die we op veel plekken horen in het licht van organisatieontwikkeling. En die blijkbaar waarde toevoegen. Zoals het verschil tussen systeem- en leefwereld of in dit boek het vormgeven van aandacht voor de bedoeling. Maar voegen deze inzichten ook waarde toe aan de rol van RvC?
Organiseren is op drift geraakt
In zijn vorige boek 'Verdraaide organisaties, terug naar de bedoeling' schetste hij treffend hoe de grote aandacht voor economische aspecten en de op basis van de nieuwste management theorieën steeds complexer wordende wijze van organiseren het adequaat handelen binnen organisaties vastzet. Het handelen wordt onnatuurlijk en onlogisch en leidt aandacht en middelen af van de essentie van de organisatie. Extra nadelig in ons tijdsgewricht waarin de externe dynamiek om wendbaar reageren vraagt.
Een prachtig voorbeeld betreft een Amerikaanse officier van justitie die vindt dat de wijze waarop jongeren veroordeeld worden herhaling en dus onveiligheid creëert. Het tegenovergestelde van de bedoeling. Dat is de samenleving beter maken, rechtvaardiger, veiliger. Hij besluit met een aantal collega’s hun rol anders in te vullen. Niet opsluiten, maar alternatieven vinden. Maar dat vraagt denkkracht, samenspel, creativiteit, volharding en soms moed.
Terugdraaien dus?!
Mogelijk, maar die gewenste ommezwaai is toch weerbarstiger dan gedacht; door het aantal stakeholders, de wijze waarop de samenleving zaken heeft ingericht en de onderlinge afhankelijkheid daarbij. In dit boek gaat Hart in op de vraag hoe dit proces van ‘terugdraaien’ vorm te geven. Hij doet dit langs drie thema’s:
• het leren sturen vanuit de bedoeling;
• het vergroten van eigenaarschap;
• het vormgeven van ondersteunende systemen.
Voor elk thema’s biedt hij drie sleutels en de uitleg staat vol met aansprekende voorbeelden. Een actueel voorbeeld van de ommezwaai vindt nu plaats in de Gemeente Zeist. Daar heeft B&W gekozen voor uitbreiding van het aantal woonwagens op een van de kampen in plaats van het kamp te laten versterven (wat een term trouwens).
Belang voor corporatiewereld en RvC’s
Door o.a. de Woningwet zijn woningcorporaties weer of nog meer gefocust op hun kerntaken. Genoemde boeken dagen uit om in de geest van die bedoeling te werken aan visie, beleid en plannen en bieden scherpte voor het uitdenken hiervan; constant van buiten naar binnen redeneren, impact op huurders e.a. belanghebbenden continu op netvlies hebben en aandacht houden voor de vraag of de wijze van organiseren oproept wat de corporatie voor ogen heeft. Of dat er ‘irrationaliteiten’ ingebouwd zijn.
Het vorige boek bood een manier van denken. 'Anders Vasthouden' vind ik een intelligent werkboek, voor ontwikkelaars en degenen die daaraan leiding geven. De 9 sleutels met metaforen maken het verhaal gedetailleerd en vol. Als toezichthouder moet je op zoek naar de betekenis voor ‘onze drie rollen’. Hart heeft op zijn website een aanvullend hoofdstuk geschreven: Anders verantwoorden.
Hoewel bekend met het gedachtengoed, ging ik na het lezen toch scherper reflecteren op mijn focus in de RvC(‘s). Het daagt toezichthouders uit na te denken over hoe ze willen omgaan met toezicht op paradoxen, het onderzoeken van vanzelfsprekendheden of het staan voor andersoortige oplossingen voor een deel van de activiteiten. Vinden we bijvoorbeeld dat dit laatste mag en kan?
Een uitdaging voor corporaties is mijns inziens om de komende jaren een nieuw balans te vinden tussen het werken volgens toenemende wet- en regelgeving en het tegelijkertijd gedifferentieerd vormgeven aan hun visie in de dynamisch praktijk. Plus indicaties te vinden die het echte beeld geven van de voortgang en prestaties. Kwantitatieve en kwalitatieve verantwoording zijn beiden relevant, maar ik zie hierbij ook het belang om aandacht te schenken aan de wisselwerking hiertussen. Maar hoe geven we dat vorm? Wat is relevant, hoe interpreteren we zaken, welke betekenis geven we aan input? Hoe gaan wij als RvC’s dit zoekproces onderling en samen met het Bestuur aan en hoe voeren we hierover het juiste gesprek?
Daar zit volgens mij de grootste uitdaging voor RvC’s. We hebben het vaak over ‘boardroom dynamics’, alert zijn op het samenspel en de onderstromen binnen de RvC. Maar zijn de echte boardroom dynamics de komende jaren niet hoe wij individueel en samen aankijken en handelen bij deze vorm van toezicht met bijbehorende dilemma’s. Wat zijn onze leidende overtuigingen en waarden, tot hoever durven wij te gaan als het om imperfectie of wendbaarheid gaat? Hoe gaan wij om met onzekerheid en wat kunnen we samen ‘verduren’? Tijd voor ‘robuuste kwetsbaarheid’ (David Whyte). Ik ga ervoor.
Josette de Goede, commissaris bij 2 Woningcorporaties