De leden van de Raad van Toezicht van woningstichting Servatius zijn niet aansprakelijk voor de schade die de woningstichting leed door een mislukt bouwproject in Maastricht. Dat is het oordeel van de rechtbank Oost-Brabant.
De rechtbank oordeelde vorig jaar dat de oud-directeur van de woningstichting onbehoorlijk heeft gehandeld en aansprakelijk is voor de schade. De directeur gaf in 2008 opdracht voor de bouw van een complex met studentenwoningen, (sociale) woningbouw en commerciële ruimten. Daarbij gaf hij onder meer in strijd met de voorwaarden van de minister en de Raad van Toezicht van Servatius betalingsgaranties af voor de totale bouw en dekte hij de financiële risico’s voor Servatius onvoldoende af.
De rechtbank oordeelt in het vonnis van vandaag dat de oud-toezichthouders van de woningstichting niet aansprakelijk zijn. Volgens de rechtbank kan niet worden vastgesteld dat zij hun toezichthoudende taak onbehoorlijk hebben vervuld. Twee toezichthouders hadden al geen zitting meer in de Raad van Toezicht in de periode van het onbehoorlijk bestuurlijk handelen door de directeur. De andere toezichthouders hebben volgens de rechtbank serieuze invulling gegeven aan hun taak door de voorbereiding en voortgang van het bouwproject nauwlettend te volgen, door vragen te stellen en door informatie van deskundige derden in te winnen. Ook hebben zij sturing gegeven aan het handelen van de directeur zoals door het formuleren van kaders en het geven van concrete opdrachten.
Achteraf bezien had een strenger toezicht het onbehoorlijk bestuurlijk handelen van de directeur - en de daaruit voortgekomen schade voor de woningstichting - wellicht kunnen voorkomen. Maar dat betekent niet dat de Raad van Toezicht zijn taak onbehoorlijk heeft vervuld en dat de toezichthouders daarvan een ernstig verwijt kan worden gemaakt, zo oordeelt de rechtbank.