Interview met Birgitte van Hoesel, directeur-bestuurder van het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW).
Risicomanagement
“Risicomanagement op het borgstelsel en bij corporaties - met name het monitoren van de wijze waarop daar invulling aan wordt gegeven - is in 2013 een speerpunt van onze organisatie”, vertelt Birgitte van Hoesel. Zij is sinds juni 2012 directeur van het WSW en bekleedde daarvoor verschillende topfuncties binnen de volkshuisvesting. “Denkend vanuit risico’s is het belangrijk dat er een onderscheid wordt gemaakt in de risicobeoordeling van de verschillende corporaties. Er is nu eenmaal een enorm verschil tussen de activiteiten van individuele corporaties en dat moet bepalen hoe wij de jaarlijkse beoordeling van de kredietwaardigheid uitvoeren. Daar gaan wij volgend jaar dan ook mee aan de slag.”
Rol van de bestuurder
“Het is wat ons betreft essentieel dat niet alleen de administrateur of controller, maar zeker ook de bestuurder begrijpt hoe de organisatie er financieel voorstaat en wat de risico’s zijn van bijvoorbeeld de portfoliokeuzes ,” zegt Van Hoesel. “Hij of zij hoort een helder inzicht te hebben in wat de gevolgen van bepaalde beslissingen zijn voor de financiële positie, ook op de lange termijn. Dit moet worden vertaald in betrouwbare prognoses.” Volgens Van Hoesel kan er op dit punt nog een flinke slag worden gemaakt. “Er zijn namelijk nog teveel bestuurders die onvoldoende de relatie leggen tussen de strategische keuzes, toekomstscenario’s en de financiële randvoorwaarden.”
Samenwerken met interne toezichthouder
Van Hoesel: “Commissarissen hebben - als zij hun taak naar behoren uitvoeren - structureel inzicht in het reilen en zeilen van de onderneming. Het functioneren van de Raad van Commissarissen wegen wij mee bij de risicobeoordeling van de corporatie.” Zij onderstreept dat het WSW er veel belang bij heeft dat commissarissen de prestaties van de corporatie waar zij toezicht houden goed monitoren. “Wij zullen de commissarissen ook actief gaan informeren over onze risicobeoordeling, en zullen als dat nodig is ook de Raad van Commissarissen betrekken en aanspreken. Commissarissen hebben immers een verantwoordelijkheid in het risicomanagement van de corporatie. Een vrijblijvende vorm van toezichthouden bestaat wat mij betreft niet.”
Houding en gedrag
“Wij ervaren dat er grote verschillen zijn tussen de Raden van Commissarissen van woningcorporaties. Ik kom veel goede toezichthouders tegen. Deskundige, betrokken commissarissen die hun verantwoordelijkheid nemen. Maar er zijn ook toezichthouders die nog teveel afstand houden of niet onafhankelijk zijn.” Zij signaleert wel een positieve trend. “Commissarissen begrijpen steeds beter dat het woord van de bestuurder niet per definitie heilig is. Veel toezichthouders zijn duidelijk kritischer aan het worden. Er wordt in het algemeen binnen de sector overigens hard gewerkt aan een verdere professionalisering van het interne toezicht.” Gevraagd naar de implicaties van het Regeerakkoord van het kabinet Rutte II merkt Van Hoesel op: “De consequentie van het Regeerakkoord is dat er veel nadruk komt te liggen op de financiële sturing van corporaties en dat is uiterst belangrijk. Ik zou wel willen oproepen om niet te vergeten waarvoor de corporaties zijn: het leveren van maatschappelijke prestaties. Dat is en blijft de kern.”