Door Nicole Sjoer (Sjoer Advocatuur)
Op 13 november 2012 is door de Eerste Kamer het Wetsvoorstel Normering bezoldiging Topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) aangenomen. De WNT zal naar verwachting op 1 januari 2013 in werking treden.
In de VTW-Nieuws van juli 2011 schreef ik een artikel over de Beloningscode voor bestuurders van woningcorporaties in de praktijk. Inmiddels is de WNT een feit. Wat betekent de WNT voor bestaande beloningsafspraken en welke acties worden van de RvC verwacht?
De WNT kort samengevat
In de WNT is voor woningcorporaties (die in de WNT onder regime 1 vallen) een beloningsgrens opgenomen voor de bezoldiging (vermeerderd met sociale verzekeringspremies), belaste onkostenvergoedingen en voor de werkgeversbijdrage pensioenpremie van topfunctionarissen.
Het begrip topfunctionaris is in de WNT ruimer gedefinieerd dan alleen de bestuurder. Volgens de definitie is de WNT van toepassing op de leden van de hoogste uitvoerende en toezichthoudende organen alsmede de hoogste ondergeschikte of de leden van de groep hoogste ondergeschikten aan dat orgaan en degenen belast met de dagelijkse leiding. Ook de managementlaag onder het bestuur kan er derhalve onder vallen.
Er is pas sprake van overschrijding van de bezoldigingsnorm van de WNT als het totaal boven de gestelde norm komt. Voorts geldt er een verbod op winstdeling en bonustoekenning. De WNT is ook van toepassing op interim-contracten van meer dan 6 maanden. Voor de specifieke bedragen van de maxima zie het artikel hierboven.
Naast het bezoldigingsmaximum geldt een maximaal overeen te komen ontslagvergoeding van een jaarsalaris, maar tot ten hoogste € 75.000 bruto. Uitzonderingen worden niet toegestaan. Partijen mogen niet overeenkomen het dienstverband op een later tijdstip te beëindigen dan het tijdstip waarop de topfunctionaris de uitoefening van zijn taken beëindigt. Dit houdt derhalve een verbod in (betaalde) vrijstelling van werkzaamheden af te spreken.
Tenslotte merk ik op dat ook de bezoldiging van toezichthouders in de WNT is gemaximeerd. De bezoldiging van toezichthouders mag per kalenderjaar niet meer bedragen dan 5% van het voor topfunctionarissen van de instelling geldende bezoldigingsmaximum. Voor de voorzitter van het toezichthoudende orgaan geldt een maximum van 7,5%.
Wat gebeurt er als de WNT wordt overtreden?
In de WNT is bepaald dat bezoldigingsafspraken of overeengekomen ontslagvergoedingen boven het WNT-maximum niet rechtsgeldig zijn. Dit betekent dat betalingen die de in de WNT genoemde maxima overschrijden onverschuldigde betalingen zijn die de instelling van de topfunctionaris moet terugvorderen. De accountant dient geconstateerde onverschuldigde betalingen aan de minister te melden.
In de WNT heeft de minister bevoegdheden gekregen in te grijpen. De minister kan de topfunctionaris en de RvC zonodig een last opleggen (met een dwangsom) om betalingen in strijd met de WNT ongedaan te maken. Hiervan wordt mededeling gedaan in de Staatscourant. Als de last niet wordt uitgevoerd, kan de minister de onverschuldigde betalingen zelf gaan innen. Verbeurde dwangsommen kunnen worden verrekend met vorderingen die de instelling op de minister heeft.
Overgangsregeling
Er is in de WNT een overgangsregeling opgenomen. Het doel van de overgangsregeling is partijen in de gelegenheid te stellen de beloningen geleidelijk naar de toepasselijke normen terug te brengen.
In hoofdlijn komt de overgangsregeling erop neer dat bestaande afspraken vier jaar worden gerespecteerd na inwerkingtreding van de WNT, gevolgd door een afbouw van de bovenmatige bezoldiging in drie jaar. Maar de overgangsregeling is niet op alle situaties van toepassing en de tekst van de overgangsregeling voorziet niet in alle situaties.
De in de WNT opgenomen overgangsregeling behelst kort gezegd het volgende.
Welke acties zijn er nodig?
De RvC zal eerst dienen te bepalen op welke topfunctionarissen binnen de organisatie de WNT van toepassing is. Daarna dient de RvC vast te stellen of de maxima in de WNT worden overschreden. Indien dit het geval is, dan dient de RvC te bezien of zij nog een beroep kan doen op het overgangsrecht. Dat is niet eenvoudig nu de overgangsregeling complex is, niet eenduidig is en er situaties zijn die niet als zodanig in de overgangsregeling zijn benoemd of waarin niet is voorzien. Het vaststellen of een beroep kan worden gedaan op het overgangsrecht is belangrijk nu daaruit volgt welke actie dient te worden ondernomen en hoeveel tijd er is.
De volgende stap is het initiëren van een gesprek met de topfunctionaris. De minister laat er geen misverstand over bestaan dat hij er vanuit gaat dat partijen met elkaar in overleg treden om op basis van vrijwilligheid zonodig tot een neerwaartse bijstelling van de beloningen te komen. Ook op het VTW lustrumcongres op 27 september jl. heeft de voormalig minister de toezichthouders opgeroepen daartoe het initiatief te nemen. Daarnaast heeft de minister tijdens de behandeling van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer op vragen geantwoord dat hij het politieke signaal wil afgeven om mensen te bewegen hun inkomen zelf eerder naar beneden te brengen.
Mocht het overleg met de topfunctionaris niet tot aanpassing van de bestaande afspraken leiden dan zullen andere (juridische) wegen dienen te worden bewandeld. Zo kan worden bezien of er binnen de huidige contractuele verhoudingen mogelijkheden tot aanpassing zijn of om de aanpassing van de beloningsafspraken te plaatsen in het kader van het functioneren van de topfunctionaris en de verwachting die de RvC dienaangaande heeft mede in het licht van de Governancecode Woningcorporaties. Het door de RvC eenzijdig ingrijpen in de bestaande afspraken is het meest verstrekkende traject en is arbeidsrechtelijk niet eenvoudig en heeft bovendien negatieve gevolgen voor de relatie met de topfunctionaris maar kan door de WNT wel aan de orde komen. De RvC zal een afweging moeten maken en hierover een beslissing moeten nemen.
In mijn artikel over de Beloningscode in de praktijk gaf ik aan dat de Beloningscode van de RvC verwacht dat zij het gesprek aangaat met de bestuurder om bestaande arbeidsvoorwaarden zonodig aan te passen. Met de WNT is stilzitten geen optie meer. De minister heeft aan partijen de opdracht gegeven de bestaande afspraken in overeenstemming te brengen met de maxima in de WNT met een forse stok achter de deur. Indien hieraan immers geen gevolg wordt gegeven dan grijpt de minister in.
Het is verstandig het niet zo ver te laten komen en snel uw positie te bepalen en afhankelijk daarvan adequate stappen te ondernemen om daar waar nodig de bestaande afspraken in overeenstemming te brengen met de WNT.
Voor eventuele vragen of nadere informatie kunt u contact opnemen met Nicole Sjoer (030-7551522 of via sjoer@sjoeradvocatuur.nl).
Mr. Nicole Sjoer is 22 jaar advocaat, gespecialiseerd in het arbeidsrecht. Zij was tot 1 januari 2009 werkzaam bij een groot kantoor en startte vervolgens haar eigen advocatenkantoor Sjoer Advocatuur te Utrecht. Ze adviseert Raden van Commissarissen/Raden van Toezicht en bestuurders over diverse arbeidsrechtelijke onderwerpen en was betrokken bij het opstellen van de Beloningscode. Ze wordt regelmatig gevraagd hierover te adviseren c.q. overeenkomsten op te stellen. Daarnaast is zij NMI-registermediator.