Minister De Jonge heeft een inkijkje gegeven in de manier waarop hij de Wet betaalbare huur wil vormgeven. Deze wet stond oorspronkelijk gepland voor 1 januari 2024, maar wordt nu verschoven naar 1 juli 2024. Het wetsvoorstel ligt nog bij de Raad van State voor advies. De wet beoogt de middenhuur te reguleren en huurders in het middensegment te beschermen tegen extreme huurverhogingen.
De minister schrijft in zijn brief aan de Tweede Kamer op 9 november dat hij van plan blijft de middenhuur te reguleren. Er zijn wel wat wijzigingen. Zo is de verhoging van de nieuwbouwopslag van 5 naar 10 procent, van toepassing op woningen waarvan de bouw voor 1 januari 2026 begint. Deze opslag geldt voor tien jaar.
En wanneer een woning door de WOZ-cap in het middensegment terecht komt, wordt er een maximum van 186 punten aangehouden. Hierdoor wordt de huurprijs voorspelbaarder. Dit is precies de grens tot waar het WWS wordt doorgetrokken in de nieuwe wet. Volgens de minister zullen met deze wet 300.000 woningen worden toegevoegd aan het gereguleerde segment. De huurprijsdaling ligt gemiddeld op 190 euro per maand. Wel voegt hij toe dat veel huurprijzen momenteel al onder het maximum liggen.
Verder wil de minister de WWS moderniseren door energieprestatie en gezamenlijke buitenruimte zwaarder mee te laten wegen. Door het dwingend maken van het WWS in de nieuwe wet heeft De Jonge diverse gesprekken gevoerd met betrokken organisaties om de administratieve last te beperken. Ook de uitvoerbaarheid en de communicatie zijn daarbij aan de orde gekomen. "Daarmee ben ik tot een objectivering en vereenvoudiging van het WWS gekomen die in balans is voor huurder én verhuurder. De vereenvoudiging en objectivering zal bij de indiening van het wetsvoorstel aan uw Kamer gepresenteerd worden", aldus de minister.
Aedes blijft, net als de VTW, voorstander van de wet en dringt aan op voortgang om duidelijkheid te verschaffen aan huurders, beleggers en woningcorporaties. Aedes wijst in haar nieuwsbericht op enkele aandachtspunten: