Het huidige garantiestelsel voor leningen van woningcorporaties kan blijven bestaan, maar gemeenten moeten meer worden betrokken bij dit Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW).
Dat concludeert de commissie die op verzoek van de VNG heeft onderzocht hoe groot de financiële risico’s zijn van de gemeentelijke achtervangpositie in het WSW en hoe het systeem kan worden verbeterd.
Aanleiding
Aanleiding voor het onderzoek was de situatie bij Vestia en de onduidelijkheid over de mogelijke financiële risico’s voor gemeenten van een dergelijke situatie.
Rentevoordeel
De commissie onder leiding van oud-BNG-voorzitter Pim Vermeulen concludeert dat de via het WSW gegarandeerde leningen een jaarlijks rentevoordeel van € 860 mln. opleveren.
Dit rentevoordeel voor woningcorporaties levert (indirect) een bijdrage aan het realiseren van gemeentelijk woonbeleid, maatschappelijk vastgoed en herstructurering.
Risico is klein
De kans dat gemeenten vanwege hun achtervangpositie renteloze leningen moeten verstrekken is bovendien onder de huidige omstandigheden heel klein, aldus de commissie. Gemeenten hebben er dan ook baat bij dat het garantiestelsel blijft bestaan en dat zij hun positie in de achtervang behouden.
Herstel van vertrouwen
Wel stelt de commissie dat door de Vestia-affaire herstel van vertrouwen nodig is in het systeem. Om dit te bereiken moet het WSW alle informatie met de achtervangers kunnen delen. Ook moeten het Rijk en de gemeenten een vertegenwoordiging hebben in de Raad van Commissarissen van het WSW.
Preventiebeleid
De commissie-Vermeulen adviseert verder dat het Centraal Fonds Volkshuisvesting (CFV) en het WSW hun werkzaamheden beter op elkaar afstemmen, zodat preventiebeleid effectiever wordt.
Het VNG-bestuur neemt in oktober een standpunt in over het advies.
Meer informatie op de website van de VNG.
Bron: www.vng.nl
Elf dilemma's naar aanleiding van de herijkte NPA 2025 - 2035