De Tweede Kamer wil van minister Blok garanties krijgen dat het financieel toezicht op woningcorporaties ook in de toekomst onafhankelijk van de minister kan functioneren. In een motie vroeg Kees Verhoeven (D66) de minister de Tweede Kamer te informeren over de maatregelen waardoor het toezicht voldoende afhankelijk zal kunnen plaatsvinden. De motie is ook ondertekend door SP, CDA, GL en 50+ en werd dinsdag 11 juni 2013 met algemene stemmen aanvaard.
Novelle Herziening Woningwet
In de motie is de minister gevraagd de Kamer verder te informeren vóór de behandeling van de novelle ter wijziging van het wetsvoorstel Herziening Woningwet. Minister Blok heeft toegezegd uiterlijk begin dit najaar aan te geven hoe hij de gewenste waarborgen zal garanderen.
Onafhankelijkheid in gevaar
Verschillende partijen hebben al eerder hun bezorgdheid geuit over het plan van minister Blok om zowel het volkshuisvestelijk als het financieel toezicht op corporaties onder te brengen bij het ministerie van Binnenlandse Zaken.
De VTW en de Woonbond gaven in een gezamenlijke brief aan de leden van de kamercommissie Wonen aan dat de kwaliteit en onafhankelijkheid van het externe toezicht in het voorstel van de minister afneemt en vroegen de kamerleden niet in het plan van de minister mee te gaan, zeker niet vooruitlopend op de Parlementaire Enquêtecommissie Woningcorporaties die binnenkort van start gaat.
Ook Aedes schreef in een brief aan de Tweede Kamer op 22 april dit voornemen onverstandig te vinden. Het Centraal Fonds Volkshuisvesting wees op het gevaar dat in zo’n constructie het toezicht wordt beïnvloed door de beleidsplannen van het ministerie.
VTW en Woonbon: Één ongedeelde, onafhankelijke en sterke Autoriteit
VTW en Woonbond vinden dat er één ongedeelde, onafhankelijke en sterke Autoriteit moet komen, waarin het totale externe toezicht wordt opgenomen (financieel, staatssteun, rechtmatigheid, volkshuisvestelijk, governance, integriteit). Alle aspecten van het externe toezicht zijn op deze manier goed met elkaar verbonden. Dit is van groot belang, omdat het geld van een corporatie het middel is om de volkshuisvestelijke doelen te kunnen realiseren. Deze Autoriteit moet op voldoende afstand van de overheid, beter gezegd de politiek, staan en voldoende sanctiemogelijkheden hebben. Uiteraard worden de financiële kaders en de beleidskaders voor de volkshuisvesting (jaarlijks) vastgesteld door het kabinet en kan de Tweede Kamer daar ook op toezien. Op deze manier kan het externe toezicht op een adequate, efficiënte en snelle manier worden toegepast.