Symposium VTW en Woonbond: ga dialoog aan over betaalbaarheid

 

De overgrote meerderheid van de 150 aanwezige toezichthouders en vertegenwoordigers van huurdersorganisaties ondersteunde de noodzaak van een brede dialoog over de betaalbaarheid van het huren. Bijna alle deelnemers onderschreven stelling dat raden van commissarissen, directeur-bestuurders, managementteams én huurdersorganisaties het komende halfjaar gezamenlijk moeten gaan brainstormen over de woonlasten en de betaalbaarheid. Uit recente onderzoeken, onder meer van de Woonbond en RIGO, blijkt dat de betaalbaarheid van het huren zwaar onder druk staat.

 

Directeur-bestuurder Lex de Boer van woningcorporatie Lefier in Groningen en Drenthe, kreeg de handen op elkaar voor zijn stelling dat huurders(organisaties) heel goed in staat zijn om een afweging te maken tussen de betaalbaarheid, beschikbaarheid en kwaliteit van het wonen. ‘Wie zijn wij dat wij denken dat soort afwegingen zonder huurders te kunnen maken’. Hij pleitte voor een open debat over deze belangrijke onderwerpen. ‘Dat hoeft helemaal niet zo ingewikkeld te zijn. De discussie gaat nu veel te veel over technische bijzaken in plaats van over de inhoud op hoofdzaken. We hebben de volkshuisvesting zo ingewikkeld gemaakt dat niemand meer weet aan welke knoppen je moet draaien. Dat kan allemaal veel eenvoudiger.’ De komende invoering van de huursombenadering, waarbij huurprijs en kwaliteit beter op elkaar kunnen worden afgestemd, is volgens De Boer een goede aanleiding voor directeur-bestuurders, maar ook van toezichthouders om de dialoog met de huurders aan te gaan.

 

 

Voorafgaand aan het symposium hebben VTW en Woonbond onder 1.500 toezichthouders en 800 huurdersorganisaties een korte enquête gehouden. Woonbondonderzoeker Ulferd Bruseker maakte op het symposium de resultaten bekend, op basis van 367 ingevulde formulieren (waarvan 56% door toezichthouders en 44% door huurdersorganisaties). Ruim de helft van de toezichthouders en huurdersorganisaties (52%) blijkt 1 à 2 keer per jaar contact met elkaar te hebben, ruim een derde (40%) vaker en 8% nooit. Bijna de helft (47%) is tevreden over het contact, maar ook bijna de helft (42%) niet meer dan ‘redelijk tevreden’; 11% is ontevreden. Ruim een kwart (26%) heeft behoefte aan meer informeel contact en 11% aan meer formeel contact. Opvallend is dat onder huurdersorganisaties de behoefte aan formeel contact aanzienlijk hoger ligt (19%) dan onder toezichthouders (5%); 40% heeft behoefte aan meer discussie over inhoudelijke kwesties.

 

 

Op basis van zijn eigen ervaring als huurderscommissaris bij Waterweg Wonen vertelde Bruseker dat veel huurdersorganisaties de macht van de raad van commissarissen onderschatten. Deze benoemt namelijk de directeur-bestuurder (en kunnen hem ontslaan), stelt de (meerjaren)begroting vast en bepaalt darmee dus in feite de koers van de corporatie. Hij pleitte voor een regelmatig overleg tussen huurdersorganisaties en huurderscommissarissen, en liever nog de hele raad van commissarissen. Dat contact zou niet alleen via formeel overleg moeten plaatsvinden, maar ook door inhoudelijke brainstormsessies over belangrijke kwesties zoals de betaalbaarheid en de bedrijfslasten.  

 

 

Aan het slot van het geslaagde symposium concludeerden Woonbond en VTW graag op de ingeslagen weg door te gaan en de samenwerking tussen beide organisaties verder handen en voeten te geven. ‘We hebben een belangrijke stap gezet om de dialoog tussen de huurdersorganisaties en toezichthouders te verbeteren’, aldus Woonbonddirecteur Ronald Paping. ‘Het was interessant en leerzaam en voor mij is de boodschap duidelijk: dit gaan we vaker doen. Wordt dus vervolgd’, voegde directeur Albert Kerssies van VTW eraan toe.