Op 9 mei 2012 heeft de Afdeling advisering van de Raad van State voorlichting uitgebracht aan de Eerste Kamer over het voorstel van wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (Kamerstukken 32 600). Deze voorlichting zou zich met name moeten richten op de gevolgen van de amendementen en de nota's van wijziging voor de consistentie en samenhang van het wetsvoorstel, alsmede voor de rechtmatigheid, uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid ervan. De Eerste Kamer zal de WNT op 5 juni 2012 behandelen en heeft de voorlichting op 11 mei 2012 openbaar gemaakt.
Beoordelingskader
Ook in deze voorlichting schetst de Afdeling advisering vooraf het beoordelingskader voor verzoeken om voorlichting. Dat beoordelingskader bestaat uit drie elementen:
Uitbreiding reikwijdte wetsvoorstel
Ten aanzien van dit verzoek van de Eerste Kamer om voorlichting stelt de Afdeling advisering vast dat de wijzigingen nadere nuanceringen en aanscherpingen bevatten van de beloningsvoorschriften, alsmede wijzigingen en uitbreidingen van de personen en organisaties waarvoor de voorschriften van het voorstel zullen gaan gelden. De reikwijdte van het wetsvoorstel wordt daardoor verder uitgebreid. Voor de beoordeling van de wijzigingen verwijst de Afdeling advisering dan ook naar het destijds bij dat voorstel zelf gegeven advies. In aanvulling daarop merkt de Afdeling advisering in de voorlichting op dat het voorstel zich door de wijzigingen meer en indringender dan in de oorspronkelijk opzet het geval was, gaat uitstrekken over organisaties in de private sector. De spanning – waarop de Raad van State in zijn advies bij het voorstel reeds heeft gewezen – tussen de reikwijdte van het voorstel en de suggestie in het opschrift en de considerans dat het voorstel alleen zou zien op organisaties in publieke en semi-publieke sectoren, is met deze uitbreidingen verder toegenomen. Het betreft in het bijzonder de uitbreiding met de zogenoemde algemeen nut beogende instellingen (anbi's), en met de rechtspersonen waarbij subsidies meer dan 50% van de inkomsten uitmaken. Verder gaat het om de verdergaande normen voor zorgverzekeraars en zorgverleners. De Afdeling advisering merkt ten overvloede op dat dit geen organisaties in publieke of semi-publieke sectoren zijn.
Het gevolg hiervan is dat een aantal knelpunten, zoals die rond de afbakening, waar in het advies bij het voorstel al op is ingegaan, alsook vraagstukken rond de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van het voorstel, op bredere schaal zullen kunnen gaan spelen.
Inmenging in eigendom
De Afdeling advisering wijst in dit verband verder op de problematiek inzake inmenging in eigendom in de zin van artikel 1 van het Eerste Protocol bij het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Die problematiek is bij dit wetsvoorstel van meet af aan onderkend. Door de verdere uitbreiding van de reikwijdte van het wetsvoorstel naar de private sector, en door de verkorting van overgangstermijnen als gevolg van het amendement van Heijnen, kan er echter aanleiding zijn om aan deze problematiek opnieuw aandacht te besteden.
Lees hier de volledige tekst van de voorlichting.
Lees hier de brief van de VTW aan de Eerste Kamer.