Deze week in het nieuwsoverzicht o.a.: minister De Jonge stuurt wijzigingsbesluit verkoopregels en grondposities woningcorporaties naar Kamer, wisselende reacties op voorstel minister De Jonge planbatenheffing te onderzoeken, minder dan helft budget woningbouwimpuls uitgegeven in vijfde tranche, minister De Jonge fel tegen partijen die bestaande koop willen uitsluiten van nieuwe toewijzingsregels, VVD-motie onderzoek invoering splitsingsverbod bij speculatieve handel landbouwgrond, VVD en De Jonge oneens over later in laten gaan WWS-strafpunten slechte labels, kabinet beantwoordt vragen aangepaste begroting BZK, op korte termijn voortgangsbrief invoering Omgevingswet, de vorig jaar ingevoerde opkoopbescherming helpt vooral de rijkere starter, minister De Jonge praat Kamer bij over bestuurlijke overleggen m.b.t. woningbouw en bereikbaarheid.
Minister De Jonge heeft zoals vorige week aangekondigd het wijzigingsbesluit verkoopregels en grondposities voor woningcorporaties aan de Kamer gestuurd. "Het uitwerken van die afspraken gebeurt op twee plekken in het BTIV. In de eerste plaats wordt de aanbiedingsplicht uitgebreid die corporaties richting hun huurders hebben als zij een sociale huurwoning willen verkopen. Het gevolg is dat corporaties de eengezinswoningen die zij willen verkopen voortaan aan moeten bieden aan alle corporatiehuurders in die gemeente. Deze uitgebreide aanbiedingsplicht gaat ook gelden voor sociale huurwoningen en woningen die in de toekomst mogelijk naar het vrije segment worden gebracht", zo viel vorige week te lezen in de besluitenlijst van de ministerraad. "In de tweede plaats heeft de toezegging om opnieuw te kijken naar de termijn die corporaties moeten aanhouden voor hun grondposities, vorm gekregen door de huidige termijn van vijf jaar naar tien jaar te verruimen. Dat past beter bij de gemiddelde doorlooptermijn van een woningbouwproject en geeft corporaties meer tijd om sociale huurwoningen te realiseren."
Bij politieke partijen en belangenbehartigers wordt wisselend gereageerd op de plannen van minister De Jonge om een planbatenheffing te onderzoeken. Zo blijkt uit een artikel in FD 'Van meer belasting wordt geen huis sneller of goedkoper gebouwd'. De Neprom en de VVD zijn tegen, omdat volgens hen hiermee een belasting ontstaat op bouwen waarmee de bouw juist vertraagd wordt. De VVD wil daarom dat ingezet wordt op bouwen op goedkopere grond buiten de stad. Volgens Aedes zijn de voorstellen een stap in de goede richting, maar geen oplossing voor de acute problemen. De PvdA had liever gezien dat er direct een planbatenheffing wordt ingevoerd.
Ondanks de soepelere eisen is nog niet de helft van het beschikbare bedrag voor de woningbouwimpuls in de vijfde tranche uitgekeerd. Dat blijkt uit de Kamerbrief van minister De Jonge. In totaal zijn 26 projecten goedgekeurd. "Dit is in totaal € 117,6 mln. inclusief btw. Met deze middelen leveren we een bijdrage aan in totaal 19.635 woningen in 26 gemeenten. 68% hiervan is in het betaalbare segment", schrijft hij. De 117,6 miljoen is fors minder dan de beschikbare 250 miljoen. Het geld dat overblijft wordt doorgeschoven naar de zesde en laatste tranche. De Jonge bekijkt nog of hij de regels hiervoor gaat aanpassen.
Sinds dit jaar is het voor kleinere gemeenten mogelijk om ook voor kleine projecten (minimaal 200 woningen) een aanvraag te doen. Hier is volgens De Jonge flink gebruik van gemaakt. Onderzoeksbureau Stec onderzoekt hoe groot de omvang is van projecten die in aanmerking komen voor de impuls.
Minister De Jonge heeft afgelopen week tijdens de wetsbehandeling fel uitgehaald naar partijen die vinden dat het voorstel om een huisvestingsvergunning te introduceren voor koopwoningen een aantasting is van het eigendomsrecht. "Je creëert daarmee onrust bij woningeigenaren die onterecht is en die je op basis van dit wetsvoorstel niet hard kunt maken", aldus de minister.
Coalitiepartijen VVD en D66 dienden samen met BBB en JA21 een amendement in om bestaande koop uit te sluiten van de nieuwe regels die gemeenten in het geval van schaarste in staat stelt om de helft van de woningen toe te wijzen aan mensen met een bepaalde inkomensgrens. De indieners van het amendement vinden immers dat huiseigenaren met het wetsvoorstel worden belemmerd in de verkoop van hun huis. Aanvankelijk leek het moeilijk voor deze partijen om een meerderheid te vinden voor hun amendement, maar een dag na het debat draaide de PVV en steunde deze alsnog waarmee er een meerderheid ontstaat.
De minister en de linkse fracties wijzen de indieners van het amendement er op dat het effect voor de verkopende partij klein zal zijn, omdat er in tijden van schaarste altijd vraag zal zijn naar woningen. Bovendien geldt de huisvestingsvergunning slechts voor woningen tot 355.000 euro en zijn er andere maatregelen die veel steviger ingrijpen op het eigendomsrecht.
"Met de wet die de opkoopbescherming regelt, wordt het eigendomsrecht in veel steviger mate geraakt. De Wet goed verhuurderschap raakt veel meer aan het eigendomsrecht dan wat we hier doen. De Wet betaalbare huur, waarin we straks de middenhuur gaan reguleren, raakt in veel grotere mate aan het eigendomsrecht. De cap op de WOZ raakt in veel grotere mate aan het eigendomsrecht", aldus de minister, die wel erkende dat de maatregel een rem kan zetten op de vraag.
De Jonge wil het aan de gemeenten zelf laten om te bepalen hoe ze de grenzen willen stellen. Wel wijst hij erop dat de inkomensgrenzen moeten voldoen aan de geldende leennormen. De Jonge legde uit dat de regels voor bestaande koop anders zijn dan voor nieuwbouw en huur. In het geval van nieuwbouw en huur gelden namelijk voorrangsregels en bij bestaande koop gelden 'absolute criteria', oftewel de inkomensgrenzen. Voorrangsregels waarbij gestuurd wordt op de helft van de woningen zijn immers moeilijk te handhaven, stelt de minister.
PvdA en ChristenUnie dienden nog een amendement in om gemeenten vijf jaar vrij te stellen van de onderbouwing van schaarste, maar De Jonge vond dat kwetsbaar in het licht van het eigendomsrecht. "Juist die schaarste rechtvaardigt dat je dit doet, hoewel het zou kunnen raken aan het eigendomsrecht. Als die schaarste er niet is, zou dat op enig moment door een rechter kunnen worden gezien als een ongerechtvaardigde inbreuk", aldus De Jonge, waarna PvdA en ChristenUnie de termijn in hun amendement verlaagden naar drie jaar.
De Jonge stuurde vrijdag een nota van wijziging en een Kamerbrief om een en ander toe te lichten. Ook kwam hij met een appreciatie van het amendement van PvdA/ChristenUnie. Ook bij drie jaar vindt hij dit amendement juridisch kwetsbaar. Volgens hem is het altijd nodig om schaarste te onderbouwen, omdat het anders een inbreuk is op de vrijheid van vestiging.
Tijdens het debat kondigde De Jonge verder aan om in gesprek te gaan met de corporatiesector over passend toewijzen. Sommige partijen willen hier van af omdat het in de praktijk de leefbaarheid verslechterd. De minister wil niet van het systeem af, maar wil wel het gesprek aan over mogelijke aanpassingen.
Ingediende moties, inclusief oordeel kabinet:
Ingediende amendementen, inclusief oordeel kabinet:
Dinsdag zal over de moties, amendementen en het wetsvoorstel worden gestemd.
Tijdens het tweeminutendebat Ruimtelijke ordening was minister De Jonge vrijgevig met het geven van oordeel Kamer. Zo steunde hij moties (171) om een 'norm' voor vernieuwende architectuur bij nieuwbouw te verkennen en (172) om te onderzoeken of op korte termijn speculatieve grondhandel kan worden tegengegaan via een splitsingsverbod. De ChristenUnie diende nog een stapel moties in die betrekking hadden op de Nota Ruimte.
Ingediende moties, inclusief oordeel kabinet:
Minister De Jonge ging afgelopen week tijdens het tweeminutendebat Staat van de Volkshuisvesting niet mee met de suggestie (motie 1061) van de VVD om de strafpunten in het woningwaarderingsstelsel voor slechte labels pas per 2026 te laten ingaan. De VVD vreest dat het voor veel partijen onhaalbaar is om die datum te halen, maar De Jonge verwacht dat dat wel meevalt en ontraadde de motie "want zij laat de pluspunten wel ingaan, maar de minpunten pas later. Ik denk dat dan de evenwichtigheid in de prikkelwerking eruit is. Daar zou ik dus niet voor zijn". Daarnaast ging De Jonge ook niet mee met het voorstel van D66 om kant-en-klare woningen met prioriteit toe te wijzen aan jongeren in een betreffende gemeente.
Ingediende moties, inclusief oordeel kabinet:
Minister De Jonge ging afgelopen week tijdens het tweeminutendebat Staat van de Volkshuisvesting niet mee met de suggestie (motie 1061) van de VVD om de strafpunten in het woningwaarderingsstelsel voor slechte labels pas per 2026 te laten ingaan. De VVD vreest dat het voor veel partijen onhaalbaar is om die datum te halen, maar De Jonge verwacht dat dat wel meevalt en ontraadde de motie "want zij laat de pluspunten wel ingaan, maar de minpunten pas later. Ik denk dat dan de evenwichtigheid in de prikkelwerking eruit is. Daar zou ik dus niet voor zijn". Daarnaast ging De Jonge ook niet mee met het voorstel van D66 om kant-en-klare woningen met prioriteit toe te wijzen aan jongeren in een betreffende gemeente.
Ingediende moties, inclusief oordeel kabinet:
In het licht van de wijzigingen aan de begroting BZK als gevolg van de voorjaarsbesluitvorming werden afgelopen week in het schriftelijk overleg een aantal relevante vragen vanuit de Kamer beantwoord. De vragen hebben onder andere betrekking op de realisatie van sociale huurwoningen en de woningbouwimpuls.
De opkoopbescherming die vorig jaar is ingevoerd zorgt ervoor dat starters meer kans hebben op de woningmarkt, maar maakt woningen juist minder bereikbaar voor lagere inkomens. Dat zeggen onderzoekers van de Erasmus Universiteit en de Universiteit van Amsterdam. Door de maatregel gaan woningen minder snel naar beleggers waardoor koopstarters meer kans maken. Voor deze woningen moet vooral in de grote steden echter wel fors worden betaald, waardoor deze voor en grote groep minder kapitaalkrachtige kopers onbereikbaar blijven. Een opvallende conclusie uit het rapport is verder dat starters nu evenveel betalen als investeerders voor de invoering van opkoopbescherming. Dit betekent dat er vraagtekens gezet kunnen worden bij de veelgehoorde aanname dat de opkoop door beleggers een prijsopdrijvend effect had.
"Het verbod verhoogde de huurprijzen, in overeenstemming met het verminderde aanbod van huurwoningen. Bovendien veroorzaakte het beleid een verandering in de samenstelling van de buurt, aangezien huurders van door investeerders gekochte panden doorgaans jonger zijn, lagere inkomens hebben en vaker een migratieachtergrond hebben. Onze resultaten suggereren dat huurinvesteerders de lokale huisvestingsomstandigheden voornamelijk beïnvloeden door de woonsamenstelling van buurten te veranderen in plaats van directe huizenprijseffecten", zo valt te lezen in het onderzoek.
In het kader van de Omgevingswet zijn er door het kabinet zowel vragen beantwoord als door de Kamer nieuwe vragen gesteld. Het betreffen vooral wetstechnische vragen op detailniveau. Het kabinet laat weten nog deze maand met een voortgang van de invoering te komen.
Minister De Jonge heeft afgelopen week de Kamer bijgepraat over de bestuurlijke overleggen die afgelopen week zijn gevoerd met de verschillende regio's, onder andere met betrekking tot woningbouw en bereikbaarheid. Een belangrijk onderdeel hiervan zijn de 17 NOVEX-gebieden waarbij afspraken zijn gemaakt over de besteding van 475 miljoen voor gebiedsuitgaven.
Het overkoepelende beeld is dat het grootste deel van de NOVEX-plannen op schema ligt. Hij wil hierover in oktober meer duidelijkheid krijgen. "In het kader van het programma NOVEX heb ik provincies verzocht om in oktober met ruimtelijke voorstellen te komen. Op basis daarvan wil ik met hen ruimtelijke arrangementen afsluiten", aldus de minister. "Naast het maken van concrete uitvoeringsafspraken en vervolgonderzoeken, wil ik daarin ook met hen afspreken welke richtinggevende keuzes geagendeerd worden in de nieuwe Nota Ruimte en welke richtinggevende keuzes geagendeerd worden voor de provinciale omgevingsvisies. Ik verwacht begin volgend jaar deze arrangementen te kunnen afsluiten."
Tegelijkertijd met de uitkomsten van de bestuurlijke overleggen kondigde het kabinet aan dat grootschalige nieuwe infrastructurele projecten op pauze worden gezet, maar daarbij geldt een uitzondering voor de 7,5 miljard euro die het kabinet heeft uitgetrokken voor bereikbaarheid in het kader van de woningbouwopgave.
In de brief worden verder de resultaten geschetst van de uitgevoerde netwerkanalyse (waarmee inzicht gegeven wordt in de gevolgen van infrastructurele projecten op woningbouw) en de afspraken over de inzet van het gebiedsbudget (475 miljoen). De resultaten hiervan zijn als bijlage toegevoegd.
---
Het politiek nieuwsoverzicht wordt gemaakt door de VTW in samenwerking met 1848.nl
Elf dilemma's naar aanleiding van de herijkte NPA 2025 - 2035