Deze week in het politiek nieuwsoverzicht: Kamer en minister De Jonge steggelen over uitzonderingen in Wet vaste huurcontracten, minister De Jonge gaat toezicht energielabels aanscherpen, aangehouden moties woningbouwambities alsnog aangenomen, minister Jetten in de clinch met EP en EC over energieprestaties gebouwen.
De steun voor de initiatiefwet van PvdA en ChristenUnie om tijdelijke huurcontracten te verbieden is onzeker geworden door twee amendementen van VVD en CDA (19 en 22) die afgelopen week werden ingediend na de behandeling van de wet. In het debat afgelopen week werd duidelijk dat er in de basis brede steun is voor de initiatiefwet, maar als de amendementen worden aangenomen zullen PvdA en ChristenUnie hun initiatiefwet niet in stemming brengen, zo liet Henk Nijboer (PvdA) weten aan De Volkskrant dit weekend. Op vrijdag hadden hij en mede-initiatiefnemer Pieter Grinwis de Kamer al in een brief met klem opgeroepen de amendementen niet aan te nemen omdat deze in strijd zijn met de doelstellingen van de Wet vaste huurcontracten, die beoogt de bescherming van huurders te versterken.
Uitbreiding mogelijkheden opzegging huurcontract
Met de amendementen willen VVD en CDA mogelijk maken dat woningeigenaren een huurcontract kunnen opzeggen als zij van plan zijn deze te verkopen. Ook wordt het mogelijk om een clausule in te bouwen dat het huurcontract zonder belangenafweging kan worden opgezegd om deze aan een eerstegraads familielid te kunnen verhuren. Volgens de initiatiefnemers van de wet wordt het daarmee voor veel verhuurders mogelijk om de huurbescherming te beperken en alsnog opvolgende tijdelijke contracten aan te bieden.
Het tweede amendement (22) lijkt een reactie op de nota van wijziging die op de dag van het debat werd gepresenteerd door Nijboer en Grinwis. In de nota van wijziging wordt het mogelijk dat een woning tijdelijk aan een eerstegraads familielid kan worden verhuurd. Daarbij moet dan wel een belangenafweging worden gemaakt tussen de zittende huurder en het familielid om misbruik te voorkomen.
Mochten deze twee amendementen worden aangenomen zullen Nijboer en Grinwis de wet niet in stemming brengen, omdat zij geen beperking van de huurbescherming willen.
Specifieke uitzonderingsgronden
Tijdens het debat liet minister De Jonge weten prima te kunnen leven met de door PvdA en ChristenUnie gekozen route, ook al diende hij onlangs een voorstel in om op een andere manier te regelen dat vaste contracten weer de norm worden. Volgens De Jonge is met de Wet betaalbare huur de belangrijkste prikkel om te werken met tijdelijke contracten al weggenomen. Grote huurstijgingen bij huurderswisselingen zijn daardoor in veel gevallen immers niet meer mogelijk.
Het gesteggel tijdens het debat ging vooral over specifieke uitzonderingsgronden. Zo was er bij de minister, de VVD en het CDA nog wel vrees dat het huuraanbod zal krimpen als de regels te strak zouden worden. De initiatiefnemers willen er juist voor waken dat er niet alsnog te veel uitzonderingsgronden blijven bestaan.
Jaco Geurts (CDA) diende een amendement (20) in om via Amvb doelgroepen aan te kunnen wijzen waarvoor een uitzondering kan worden gemaakt. De initiatiefnemers riepen Geurts op om het amendement te beperken tot corporaties, vanwege de vrees dat particuliere verhuurders zich dan specifiek op deze doelgroepen gaan richten om alsnog tijdelijke contracten te kunnen aanbieden. Geurts en De Jonge willen echter juist gelijke regels voor corporaties en particuliere verhuurders en vinden dat er voor specifieke gevallen uitzonderingen mogelijk moeten blijven.
De initiatiefnemers stonden ambivalent tegenover een aantal amendementen van de SP, bijvoorbeeld nummer 8 om het aantal doelgroepen waarbij een beroep kan worden gedaan op dringend eigen gebruik te beperken. Tegen amendement 9 werd ingebracht dat het opleggen aan extra eisen bij flexwoningen het effect kan hebben dat deze woningen minder worden aangeboden. Amendement 10 om de wet ook van toepassing te laten zijn op onzelfstandige woningen werd door zowel initiatiefnemers als minister gesteund.
Monitoren effecten wet
Bij de initiatiefnemers en de minister was brede steun om de effecten van de wet te monitoren. Zo vreest de SP dat de toename van het aantal flexwoningen zal zorgen voor meer flexcontracten. De VVD vreest juist dat de stapeling van maatregelen om de huursector te reguleren zal zorgen voor verschraling van het aanbod. De Jonge zegde toe de monitoring aan te scherpen.
Ingediende amendementen, inclusief oordeel kabinet:
Ingediende moties, inclusief oordeel kabinet:
Dinsdag zal over moties, amendementen en de wet worden gestemd.
Minister De Jonge wil het toezicht op de juistheid van energielabels versterken. Dat heeft hij afgelopen week aangegeven tijdens het tweeminutendebat naar aanleiding van het commissiedebat Klimaatakkoord gebouwde omgeving. Voor de zomer zal hij hier in een brief aan de Kamer op terugkomomen.
Ingediende moties, inclusief oordeel kabinet:
Dinsdag zal over de moties worden gestemd.
Twee eerder aangehouden moties naar aanleiding van het debat over de woningbouwambities zijn afgelopen week alsnog in stemming gebracht en aangenomen. Beide moties hadden van minister De Jonge al 'oordeel Kamer' gekregen.
Minister Jetten herhaalde afgelopen week in de voortgangsbrief over Fit for 55 dat Nederland grote moeite heeft met het voorstel dat op tafel ligt voor de energieprestaties van gebouwen (EPBD). "Nederland onderkent dat ambitieuze afspraken noodzakelijk zijn om de klimaatdoelen te halen, maar vraagt om flexibiliteit op lidstaatniveau om maat gesneden maatregelen te ontwikkelen om die doelen te halen. Met name bij de minimale energieprestatie eisen voor de bestaande bouw (MEPS) is meer flexibiliteit nodig dan is voorgesteld door de Commissie en aangescherpt door het EP. Daarnaast is het kabinet geen voorstander van de harmonisering van het energielabel", aldus Jetten, die ruimte ziet om in de onderhandelingen het voorstel meer zijn kant op te krijgen.
Enthousiaster is Jetten over de ambities met betrekking tot de energiebesparing, maar waarschuwt ook daar voor uitvoerbaarheid en haalbaarheid. "Er is een hoofddoel afgesproken van 11,7% reductie van het energiegebruik in de Europese Unie in 2030. Dit doel is op EU-niveau bindend voor finaal energiegebruik en indicatief voor primair energiegebruik. De nationale bijdrages voor primair en finaal energiegebruik zijn indicatief", aldus de minister.
--
Het politiek nieuwsoverzicht wordt gemaakt door de VTW in samenwerking met 1848.nl.