Intern toezicht corporaties mislukt

30-08-2012 04:55

Door: Jannes Verwer, commissaris. Dit artikel verscheen eerder in het Financieele Dagblad van 1 augustus 2012.

Zal de parlementaire enquête van de Eerste Kamer naar de resultaten van enkele verzelfstandigingen en, binnenkort, die van de Tweede Kamer naar de woningbouwcorporaties ook voldoende scherp letten op de interne managementaspecten? Het valt sterk te betwijfelen. Veel meer dan het externe, moet bij de corporaties het interne toezicht verzwaard. Juist de managementaspecten bepalen bij de uitvoering van verzelfstandigingen en privatisering het verschil tussen falen of succes.

Het verzelfstandigen van de woningbouwcorporaties begin jaren negentig was en is nog steeds een goede gedachte. De corporaties hebben dan meer eigen zeggenschap om samen met de gemeenten waarin ze actief zijn de overwegend sociale woningvoorraad te beheren en renovatie en nieuwbouwprojecten te realiseren.

Er is indertijd uitvoerig gesproken hoe de verzelfstandiging vorm zou moeten krijgen; welk vermogen de corporaties als bruidschat mee zouden moeten krijgen; welke maatschappelijke taken ze moeten verrichten en welk centraal toezicht er nodig zou zijn. De grote politieke gevoeligheid van het onderwerp leidde tot veel discussie en dus tot gedetailleerde landelijke regelgeving en toezicht en daarna tot voortdurende aanpassingen aan politieke wensen.

Een decennium na de verzelfstandiging hebben de meeste corporaties hun balans goed op orde. De bruidschat bleek voldoende. De nieuwe organisaties waren voortvarend te werk gegaan om de efficiency en de servicegraad te verhogen. De nieuwe vrijheid kende ook verlokkingen en hier en daar werd de rand van regelgeving overschreden. Er werd gesproken over marktwerking, en hoewel die maar in beperkte mate aanwezig is, moesten directiesalarissen daarop worden aangepast.

Pas tien jaar later, zo rond het einde van het vorige decennium, kwamen er her en der misstanden aan het licht, sommigen van draconische omvang. Malversaties die doen denken aan de bouwfraudes, bestuurders die zich ernstig vertillen aan zaken die niet tot hun hoofdtaken behoren en die vaak zijn aangeslingerd door de lokale politiek en grote ondeskundigheid bij financieringsvraagstukken. Het politieke discours zet het externe en het interne toezicht in de beklaagdenbank, maar zoekt onterecht zijn heil in het versterken van het externe toezicht.

De oorzaak van het falen moeten we vooral zoeken bij het interne toezicht, bij commissarissen, toezichthouders, voorzitters van bestuursraden. Alleen zij zijn in staat om scherp toe te zien op de details bij het reilen en zeilen van een onderneming. Omdat het van alle tijden is dat directeuren zich soms als zonnekoningen gaan gedragen en of malversaties plegen, is toezicht nodig. Interne toezichthouders worden tegenwoordig overstelpt met goed bedoelde cursussen en instructies over goede corporate governance. Maar gaan de zondaars wel naar deze cursussen? Ik vraag het me af als zelfs wordt gezondigd tegen simpele zaken als het hebben van een tweehoofdige directie bij de corporaties, het toepassen van het vier-ogen-principe of de ondertekening met twee handtekeningen.

Er is veel te doen over extern toezicht, maatschappelijk belang, type toezichthouder en de verhouding tussen toezichthouder en minister en Tweede Kamer. Voor het interne toezicht verwijst men makkelijk naar de principes van goede corporate governance, zoals die gelden voor de marktsector. De reden dat het fout liep, zit bij het interne toezicht. Daarom moeten toezichthouders, te beginnen met de voorzitter, een uitgebreid assessment ondergaan, ook nog zoveel jaar na de verzelfstandigingen. Blijkt ongeschiktheid, dan moeten we durven ingrijpen en vervangen. Zeker omdat bij woningcorporaties een disciplinerende aandeelhouder ontbreekt die reguliere marktpartijen wel hebben. Het aansprakelijk stellen bij kennelijk wanbeheer zal dan ook meer tanden krijgen.

Het is te hopen dat de politiek nu snel de lijn kiest van het interne toezicht en niet naar nog meer regelgeving grijpt. Al was het maar om alle goed functionerende raden van commissarissen te verzekeren dat het toezicht ook bij hun collega’s in de sector adequaat is.


Veel gezocht