Door: Gerda Groeneveld, Arnold de Boer en Joop Hooghiemstra (werkzaam bij Deloitte Real Estate Advisory te Utrecht)
De voormalige bestuurder van woningcorporatie SGBB moet betalen en wel een voorschot van ruim € 24 miljoen aan SGBB. Een ongekend hoog bedrag. De rechtbank Utrecht heeft op 2 november de voormalige bestuurder van SGBB, een landelijk werkzame woningcorporatie, in een civiele procedure aansprakelijk gesteld voor alle schade die bij SGBB door dit onbehoorlijke bestuur is ontstaan.
Deze uitspraak raakt de bestuurder. Kan dit in de toekomst ook gelden voor de commissarissen van woningcorporaties?
Aansprakelijkstelling is moeilijk
Aansprakelijkstelling van commissarissen is tot op heden moeilijk, omdat de ‘behoorlijke taakvervulling’ niet expliciet in de wet is geregeld voor commissarissen van verenigingen en stichtingen. Binnenkort verandert de situatie voor woningcorporaties. In de Herzieningswet zal namelijk de interne aansprakelijkheid van commissarissen expliciet worden geregeld. Corporaties kunnen hierdoor ook commissarissen (hoofdelijk) aansprakelijk stellen wanneer zij hun taak onbehoorlijk hebben vervuld.
Voor commissarissen is dan ook bezinning op hun taak nodig. In de Herzieningswet en ook in de nieuwe Governancecode woningcorporaties wordt meer nadruk gelegd op de invulling van het risicomanagement en de veranderende de rol van de raad van commissarissen (rvc) bij het ‘in control zijn’. Zo is voor belangrijke besluiten van het bestuur instemming van de rvc vereist. De wetgever verwacht kennelijk veel van dit ‘meer ogen’-principe. Eerst zien, dan geloven.
Rvc moet proactief optreden
De Governancecode stelt ook eisen aan een op de woningcorporatie en haar bedrijfsvoering toegesneden intern risicobeheersing- en controlesysteem. Naast de zorg voor het in orde (laten) brengen van dit systeem zal de rvc niettemin proactief moeten optreden.
Belangrijke besluiten over grote investeringen zullen in de rvc of auditcommissie op de agenda moeten staan. De rvc zal een second opinion moeten durven vragen en kritisch blijven toetsen. Investeringen kunnen immers gevolgen hebben voor de continuïteit van de organisatie.
Of bestuurders en commissarissen in procedures terecht worden aangesproken is altijd de vraag. Voor de corporatie en de privésituatie van bestuurders en commissarissen is het van belang het niet zo ver te laten komen.
Bron: www.fd.nl