Het functioneren van het interne toezicht staat centraal in de publicaties die onlangs verschenen van de hand van prof. dr. ir. Rienk Goodijk en oud-Aedesvoorzitter Willem van Leeuwen.
Falend toezicht in semi publieke organisaties? - Zoeken naar verklaringen
In ‘Falend toezicht in semi publieke organisaties? - Zoeken naar verklaringen’ laat Goodijk zien dat met name het toezicht de snelle ontwikkelingen niet goed heeft kunnen bijbenen. Hij neemt de lezer mee in een zoektocht naar alternatieve wijzen van toezicht binnen dit type organisatie. Hij biedt handreikingen voor de dilemma’s waar toezichthouders in semi publieke organisaties mee te maken hebben.
Goodijk presenteerde zijn nieuwe inzichten tijdens het seminar ‘Toezicht in Maatschappelijke Ondernemingen' op 18 juni jl. Een panel met enkele experts op het gebied van intern toezicht ging in op een aantal stellingen waaronder: 'Het externe toezicht op de interne toezichthouders moet scherper, en men moet pas ingrijpen als het intern toezicht faalt'. Hierop stelde VTW-directeur Albert Kerssies dat het financiële en het volkshuisvestelijke externe toezicht één geheel moeten vormen voor optimaal, onafhankelijk, adequaat en efficiënt toezicht. En dat in een logische relatie met deskundig en onafhankelijk intern toezicht. Kerssies benadrukte ook het belang van het erder professionaliseren van het interne toezicht - onder andere bij het verbinden van het interne en externe toezicht en bij het optimaliseren van de relatie tussen bestuurder en intern toezicht.
Toezicht en de maatschappelijke onderneming - Balanceren in het krachtenveld
Willem van Leeuwen en Paul Simons voeren in hun boek ‘Toezicht en de maatschappelijke onderneming - Balanceren in het krachtenveld’ de voortdurende discussie over de positie van de maatschappelijke onderneming terug op de vraag: van wie is de maatschappelijke onderneming? Van wie is het vermogen? Wie legitimeert haar handelen? De maatschappelijke onderneming moet in dit krachtenveld haar weg en positie kiezen. Dat geldt, zo stellen de auteurs, ook voor de toezichthouders en commissarissen.
Toezicht en de maatschappelijke onderneming neemt een eigen plaats in tussen wetenschappelijke publicaties en toolkits, mede dankzij de praktijkvoorbeelden. Het bespreekt de ontwikkelingen in de stelsels wonen, onderwijs en zorg en geeft een overzicht van de regelgeving en codes die de kaders vormen voor de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van het interne toezicht.
Het boek is tevens een pleidooi voor betere verbindingen van de maatschappelijke onderneming met stakeholders in de samenleving, voor legitimatie van beleid en voor professionaliteit in het toezicht. Daarom besteedt het ook veel aandacht aan het functioneren van de raad van toezicht.
Bij het schrijven hebben vooral nieuwe bestuurders en toezichthouders bij maatschappelijke ondernemingen de auteurs voor ogen gestaan. Zodat ze snel ingewerkt raken in de complexe wereld van deze sectoren. Het opiniërend karakter wil de lezer bovenal stimuleren om in discussie te gaan en zelf standpunten in te nemen.