De Autoriteit woningcorporaties (AW) haalt in de Staat van de Corporatiesector fel uit naar het huurbeleid en de in hun ogen onrealistische woningbouwdoelstellingen. Ook zijn de afspraken met betrekking tot nieuwbouw niet hard genoeg. Volgens de Aw is de doelstelling om tot 2030 250.000 sociale huurwoningen en 50.000 middenhuurwoningen te bouwen niet realiseerbaar en roept dan ook op om hier realistisch naar te kijken. De Jonge reageert in een Kamerbrief: 'Beleidsreactie Staat van de Corporatiesector 2023' op 14 februari jl.
De Jonge erkent dat de ambities hoog zijn, maar ziet geen ruimte om af te wijken van de doelstellingen aangezien de demografische ontwikkelingen de opgave alleen maar groter maken. "Ik kan dus niet anders dan vasthouden aan de opgave die we hebben afgesproken, omdat dit nu eenmaal de aantallen zijn die we nodig hebben om het tekort in te lopen", aldus de minister.
De Jonge stelt dat de Wet regie op de volkshuisvesting gaat helpen om strakker te kunnen sturen en wil later dit jaar kijken naar de financiële ruimte die corporaties hebben voor de langere termijn. Verder oppert hij de door de Kamer voorgestelde sociale grondprijs voor corporaties. Het onderzoek hiernaar loopt en De Jonge verwacht de uitkomsten in het tweede kwartaal van dit jaar.
Verder wil de minister naar aanleiding van een ander kritiekpunt van de Aw het toezicht op de realisatiedoelen verstevigen. Bij veel corporaties worden doelstellingen met betrekking tot nieuwbouw, verduurzaming en financiën stelselmatig niet gehaald. "Een begroting met voornemens die keer op keer ruim niet gehaald worden, zal leiden tot minder publiek vertrouwen in corporaties en de corporatiesector. Daarnaast vertroebelt dit het inzicht in de financiële mogelijkheden van corporaties", schrijft De Jonge.
Hij denkt hierbij onder andere aan het doorontwikkelen van het dashboard ‘Prestatie Woningcorporaties in Kaart’. Dit helpt onder andere gemeenten, corporaties en huurdersorganisaties om meer zicht te krijgen op de realisatiecijfers. De Jonge wil ook de Kamer beter inzicht geven in de prognoses en realisaties van corporaties.
In tegenstelling tot wat de Aw voorstelt is De Jonge geen voorstander van het SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden) maken van de afspraken met de corporaties. "Ik ben er geen voorstander van om de lokale prestatieafspraken nader te reguleren. De context waarbinnen de lokale partijen met elkaar de volkshuisvestelijke opgave vormgeven, maakt dat het van belang is dat de lokale prestatieafspraken als zodanig verder vrij zijn naar vorm en inhoud, om ze te kunnen richten op de omstandigheden die lokaal belangrijk zijn", aldus de minister.
Wel worden de afspraken gemonitord en zal volgens de minister de Wet regie op de volkshuisvesting gaan helpen om de afspraken hard te maken. Ook wordt er een handreiking opgesteld.
Daarnaast wijst de Aw op de negatieve gevolgen van de overheidsmaatregelen die afgelopen jaar werden getroffen om de huren te matigen. Deze hebben gevolgen voor de investeringscapaciteit van de corporaties en zorgen ervoor dat de verhouding tussen prijs en kwaliteit is verstoord. Volgens de minister is het aan een volgend kabinet om nieuwe keuzes te maken in het huurprijsbeleid, bijvoorbeeld via nieuwe prestatieafspraken. De huidige afspraken lopen tot en met 2025. Dit najaar wordt wel al gekeken naar een financiële herijking van de lopende afspraken.
Verder wil De Jonge op advies van de Aw corporaties meer inzicht bieden in wanneer investeringen financieel nog verantwoord zijn. Samen met Aedes, het WSW en de Aw is het ministerie bezig met het opstellen van kaders voor dergelijke afwegingen.
De Jonge wijst erop dat de Staat van de Corporatiesector vooral kijkt naar de Nationale Prestatieafspraken tot en met 2022 en dus nog geen goed beeld geeft van afgelopen jaar. Een duidelijker beeld verwacht hij in de tweede helft van dit jaar.
Aedes-voorzitter Martin van Rijn erkent dat de woningbouw- en verduurzamingsopgave voor corporaties een 'complexe' operatie is. "We doen wat we kunnen, maar hebben ook te maken met uitdagingen op verschillende terreinen. Materialen moeten voor handen zijn, maar vooral mensen die het werk uitvoeren moeten er voldoende zijn. En logistiek moet alles gepland, waarbij bewoners goed betrokken moeten worden", aldus Van Rijn, die erkent dat de huidige afspraken te vrijblijvend zijn.
Gemaakt in samenwerking met 1848.nl.