De belangrijkste punten uit de Rijksbegroting 2021 voor de volkshuisvesting

16-09-2020 10:42

 

Het kabinet zet kleine stapjes om de groeiende weerstand tegen het huurbeleid tegemoet te komen. De tegemoetkoming is beperkt om in de onderhandelingen met de oppositie ergens in het midden uit te kunnen komen. PvdA en/of GroenLinks zijn nodig om steun te vinden voor de begroting in de Eerste Kamer.

Om huurders deze coronatijd tegemoet te komen kunnen huurders met een laag inkomen en een hoge huur een huurverlaging afdwingen. Om te voorkomen dat daarmee de bouwopgave van de corporaties in de soep loopt krijgen zij een korting op de verhuurderheffing.

Ook worden voor corporaties de bestaande heffingsverminderingen voor bouw en verduurzaming verlengd. Om de bouw van middenhuurwoningen door corporaties te stimuleren, wordt de markttoetsmarktverkenning drie jaar buiten werking gesteld.

Daarnaast verkent het kabinet vergaande maatregelen om de regie meer naar zich toe te trekken. "We verkennen de noodzaak tot en mogelijkheden voor actief grondbeleid door het Rijk inclusief de inrichting van een mogelijk Rijksontwikkelbedrijf en uitbreiding van het instrumentarium voor doorzettingsmacht, waarbij we concrete doelstellingen voor plancapaciteit, woningbouwproductie en bouwen voor doelgroepen met regio’s afspreken", aldus het kabinet.

Verder hamert het kabinet wederom op de noodzaak om door te bouwen in crisistijd. "Zo zet het kabinet in op het versnellen van de besluitvorming over grootschalige woningbouwlocaties. Ook wordt om de stikstofproblematiek aan te pakken tot 2030 € 100 mln. per jaar beschikbaar gesteld", zo valt te lezen.

In totaal wil het kabinet 1,5 miljard naar voren halen, waaronder geld uit de woningbouwimpuls. "In 2021 is € 150 mln. extra beschikbaar voor gemeenten om meer betaalbare woningen sneller tot stand te brengen. Ook wordt de transformatiefaciliteit verder aangevuld en ook ingezet om commercieel vastgoed naar woningen om te zetten."

Ook laat het kabinet weten een doorbouwgarantie uit te werken. "Zo kan snel besluitvorming plaatsvinden over eventuele inzet van dit instrument indien de woningbouw markant sterker dan voorzien dreigt terug te vallen", aldus het kabinet.

Met betrekking tot de positie van starters op de woningmarkt zet het kabinet het omstreden plan door om de overdrachtsbelasting voor wie voor het eerst een huis koopt af te schaffen. Op het voorstel kwam veel kritiek, omdat het alleen prijsopdrijving in de hand zou werken.

Voor beleggers en mensen die een tweede woning kopen wordt dit tarief juist verhoogd naar 8 procent.

Reactie Aedes: 'Geen lapmiddelen, maar structuele oplossingen'


Veel gezocht