Uit de plannen van de woningcorporaties blijkt dat de betaalbaarheid van sociale huurwoningen afneemt en de woningvoorraad veroudert. Een aantal corporaties houdt de komende jaren een zorgelijke financiële positie. Dit concludeert het WSW in haar trendanalyse van de meerjarenprognoses over de periode 2014-2018.
De verhuurderheffing en de verwachte vennootschapsbelasting leggen een aanzienlijk beslag op de operationele inkomsten (14%). Corporaties passen hun beleid aan door minder nieuwbouwwoningen te realiseren, de huren te verhogen en de personeels- en bedrijfskosten te verlagen. Op het eerste gezicht lijken deze maatregelen de financiële positie van de sector als geheel te herstellen. Tegelijkertijd verslechtert echter de betaalbaarheid van de sociale huurwoningen en veroudert de woningvoorraad.
De gemiddelde geplande huurverhoging tot 2018 bedraagt 4,2% per jaar. Vooral bij nieuwe huurcontracten gaat de huur sterk omhoog. Dit vormt een risico voor de haalbaarheid van de geplande huuropbrengsten. Enerzijds omdat de huren beduidend hoger worden voor nieuwe huurders. Anderzijds omdat zittende huurders minder snel zullen verhuizen als dat een forse huurverhoging tot effect heeft.
Corporaties investeren voorts onvoldoende in hun vastgoed om de veroudering van het bezit te compenseren. De komende vijf jaar plannen de corporaties 100.000 nieuwe woningen te bouwen, waar dit twee jaar geleden nog 150.000 woningen waren.
Beide ontwikkelingen verzwakken het fundament onder een duurzaam gezonde financiële huishouding van de corporaties.
Bron: WSW