Sinds 2010 bouwen woningcorporaties met een kleinere onrendabele top dan daarvoor. Ook is het onder bepaalde voorwaarden mogelijk een volledig rendabele sociale huurwoning te bouwen. Dat zijn de belangrijkste conclusies van twee rapporten uitgevoerd in opdracht van minister Blok voor Wonen en Rijksdienst.
Bouw goedkoper
Een onrendabele top betekent dat woningcorporaties minder huur ontvangen voor de woning dan het kost om de woning te bouwen, onderhouden en beheren. In het rapport ‘Rendabel sociaal bouwen’ van onderzoeksbureau RIGO is te lezen dat de hoogte van de onrendabele top gedaald is van 100.000 euro per nieuw gebouwde woning in 2010 tot 71.000 in 2013. De belangrijkste oorzaak is dat de huuropbrengsten harder zijn gestegen dan de stichtingskosten. Vooral de bouw zelf is goedkoper geworden, de grondprijzen niet. Corporaties bouwden de afgelopen jaren kleinere en minder luxe woningen en standaardiseerden steeds vaker de bouw.
De onderzoekers signaleren ook een verschuiving in het soort woningen dat corporaties bouwen: meer eengezinswoningen en minder appartementen. Ook de doelgroep is veranderd de afgelopen jaren. Corporaties bouwen meer voor senioren en starters en minder voor gezinnen. De aanvangshuren zijn gestegen.
Voorwaarden
Het andere rapport, ‘De rendabele sociale huurwoning’ werd uitgevoerd door Fakton en gaat in op de vraag wat de voorwaarden zijn voor een rendabele sociale huurwoning. Volgens de onderzoekers is een rendabele sociale huurwoning een ‘grondgebonden woning’, met bij voorkeur een schuin dak. Daarnaast moet de grond ‘bouwrijp’ geleverd worden, tegen een prijs van niet meer dan 20.000 euro. De rest van de stichtingskosten mogen niet hoger zijn dan 80.000 euro. Ook moet de huur minimaal 675 euro per maand bedragen, moet het onderhoud niet meer dan 850 euro per jaar kosten en het beheer niet meer dan 950 euro.
Onderhoudskosten omlaag
De onderhoudskosten van sociale huurwoningen zijn op dit moment gemiddeld 1.400 per jaar. Die kosten moeten dus met bijna de helft omlaag. Een andere belangrijke factor is de verhuurdersheffing. Die betekent per woning circa 21.000 euro aan extra kosten, aldus Fakton. De onderzoekers van RIGO komen in hun rapport tot ongeveer dezelfde conclusie: tussen de 15.000 en 35.000 euro per woning.
Bron: www.aedesnet.nl