De Raad van State heeft op 20 november 2023 haar advies gepubliceerd over het wetsvoorstel betaalbare huur. Die wet regelt onder andere dat te hoge huren in verhouding tot de kwaliteit van de woning in de middenhuur, aan banden worden gelegd. De Raad van State schrijft in het advies begrip te hebben voor de maatregel uit het wetsvoorstel dat huurprijzen voor sociale huurwoningen dwingend worden voorgeschreven. Tegelijkertijd vraagt de Raad om meer toelichting op een aantal punten.
De Raad van State schrijft in haar advies: “Door de krapte op de huurmarkt is overheidsingrijpen voor een betere huurdersbescherming te begrijpen.” Mensen met een middeninkomen komen op de huidige woningmarkt erg moeilijk aan een betaalbare huurwoning. Ruim de helft van de private huurwoningen waar al huurprijsbescherming geldt, wordt te duur verhuurd. En nieuwe bewoners betalen regelmatig fors meer voor dezelfde huurwoning. In 2023 betaal je als nieuwe huurder voor een vrije sectorwoning gemiddeld 10,9% meer dan de vorige bewoner(s). Dit is de sterkste stijging sinds 2014.
Met het wetsvoorstel betaalbare huur komt hier een einde aan. De voorgenomen regulering van de middenhuur biedt huurders betere bescherming tegen te hoge huurprijzen. Het dwingend maken van het woningwaarderingsstelsel (WWS) zorgt ervoor dat er daadwerkelijk handhaving plaats kan vinden op de maximaal toegestane huurprijs.
Om middenhuur weer betaalbaar te maken is het cruciaal om niet alleen te focussen op regulering, maar ook op het realiseren van een aantrekkelijk investeringsklimaat voor nieuwe betaalbare woningen. De Raad van State adviseert om onder andere meer duidelijkheid te verschaffen over de investeringsbereidheid. Om die op peil te houden, heeft de minister onlangs de tijdelijke prijsopslag voor nieuwbouw verhoogd van 5% naar 10%. Deze prijsopslag kan gerekend worden voor woningen waarvan de start van de bouw vóór 2026 plaatsvindt. Daarnaast wordt het WWS gemoderniseerd, waardoor het stelsel beter aansluit bij de kwaliteit van nieuwe middenhuurwoningen. Zo krijgen de energiezuinigheid van een woning en de buitenruimte een betere waardering.
Nu het advies van de Raad van State er is, kan het wetsvoorstel worden aangepast op de wens van de Raad om meer onderbouwing te leveren. Uiteindelijk zijn huurders, marktpartijen, corporaties en overheden gebaat bij zekerheid. Hiervoor wordt de wet klaargemaakt, zodat de weg vrij is voor een parlementaire behandeling in de Tweede kamer. Omdat het wetgevingsproces vertraging heeft opgelopen, liet de minister al eerder weten dat de wet met een half jaar vertraging zou kunnen worden ingevoerd per juli 2024.