PERSBERICHT
Utrecht 27 januari 2011 - Minister Spies (BZK) heeft op 26 januari 2012 de Tweede Kamer per brief geïnformeerd over de beloning van corporatiebestuurders. Hieruit blijkt dat het totale bedrag dat gemoeid was met het belastbaar loon van bestuurders plus de werkgeversbijdrage aan de pensioenkosten in 2010, ten opzichte van 2009, gelijk is gebleven.
Daling gemiddeld belastbaar jaarloon
Volgens de vereniging van toezichthouders in de corporatiesector (VTW) is, als de pensioenkosten buiten beschouwing worden gelaten, het gemiddelde belastbaar jaarloon van de corporatiebestuurders zelfs feitelijk gedaald.
Overschrijding Wopt-norm: 103 gevallen
Uit een andere rapportage van BZK blijkt verder dat in 2010 bij corporaties in 103 gevallen het belastbaar jaarloon inclusief onkostenvergoeding en de werkgevers- en werknemersbijdrage aan pensioenkosten, uitsteeg boven de norm van € 193.000. Dit is de wettelijke beloningsnorm voor openbaarmaking in de Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (Wopt). Bij overschrijding van deze zogenaamde Wopt-norm door bestuurders en andere werknemers gelden verplichte melding aan BZK en openbaarmaking in het financiële jaarverslag van de corporatie.
Overschrijding balkendenorm: 24 gevallen
Abert Kerssies, directeur VTW: “De Wopt-norm is niet, zoals de Woonbond in haar berichtgeving naar buiten brengt, hetzelfde als de balkenendenorm. De balkenendenorm is gebaseerd op 130 procent van het bruto salaris van een minister en komt neer op een belastbaar jaarloon exclusief onkostenvergoeding en werkgeversbijdrage aan pensioenkosten van bijna € 188.000. Zoals ook is bepaald in de Wet Normering bezoldiging Topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) die onlangs door de Tweede Kamer is aangenomen.’’
Volgens Kerssies was in 2010 in 24 gevallen sprake van overschrijding van de eigen maximumbeloningsnorm die is afgesproken in de beloningscode voor bestuurders en gelijk is aan de balkenendenorm. En niet, zoals de Woonbond stelt, in 103 gevallen. Kerssies: “Dit sluit aan bij de uitkomsten van onafhankelijk onderzoek dat wij samen met de vereniging van bestuurders in 2011 hebben laten uitvoeren naar de toepassing van de beloningscode. Hieruit kwam naar voren dat nog ongeveer 5 procent van alle bestuurders een beloningsniveau heeft dat boven de balkenendenorm uitkomt. In de jaren voor de inwerkingtreding van de beloningscode lag dit op 25 procent. ”
Structureel lagere inschaling
Uit dit beloningsonderzoek blijkt ook dat, sinds de inwerkingtreding van de beloningscode, de beloningen van nieuwe arbeidsovereenkomsten structureel lager worden ingeschaald. Ten aanzien van bestaande arbeidsovereenkomsten willen raden van commissarissen zich conformeren aan de beloningscode en de bestaande arbeidsovereenkomst van de bestuurder aanpassen. Bijna twee derde heeft de beloningscode gebruikt om het salarisniveau van de zittende bestuurder te toetsen aan de beloningscode. In alle gevallen waarbij een afwijking naar boven is geconstateerd tussen het salarisniveau en de beloningscode, heeft dit geleid tot een gesprek hierover tussen werkgever en bestuurder(s). In drie kwart van de gevallen is het salarisniveau van de zittende bestuurder bevroren.
Maatschappelijk verantwoord belonen
Kerssies: “Dit laat zien dat de corporatiesector de signalen uit de samenleving over te hoge beloningen bij maatschappelijke organisaties uiterst serieus neemt. Raden van commissarissen gaan in hun rol als werkgever serieus om met het op een maatschappelijk verantwoorde wijze belonen van de bestuurders.’’