Op 1 mei a.s. wordt de fictieve dienstbetrekking voor commissarissen en toezichthouders in de semipublieke sector afgeschaft. Wat verandert er voor u als u hier gebruik van maakt?
Wat ging hieraan vooraf?
Bij de behandeling van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties (Wdba) in de Eerste Kamer heeft de staatssecretaris in antwoord op vragen gezegd dat hij voornemens is om de fictieve dienstbetrekking voor de commissaris af te schaffen. De formele afschaffing volgt bij wet per 1 januari 2017.
Echter, de Wdba treedt per 1 mei a.s. in werking en in dat wetsvoorstel is ook voorzien dat de zogeheten VAR verklaring wordt afgeschaft. Om een verwarrende situatie tussen mei 2016 en januari 2017 te voorkomen, heeft de staatssecretaris op 23 maart jl. een Beleidsbesluit gepubliceerd, waarin de fictieve dienstbetrekking per 1 mei a.s. optioneel kan worden toegepast.
De VTW heeft zich, mede namens de NVTZ en de VTOI, ingezet voor een oplossing voor toezichthouders in de semipublieke sector bij invoering van de Wdba. Deloitte heeft ons daarbij ondersteund en geadviseerd over de te volgen strategie.
Wat zijn de gevolgen van de afschaffing van de fictieve dienstbetrekking?
- De VAR verklaring wordt per 1 mei 2016 afgeschaft.
- De fictieve dienstbetrekking kan optioneel tevens per 1 mei a.s. achterwege worden gelaten. Dit betekent voor wie daar gebruik van maakt, er voor de honorering als toezichthouder geen inhoudingsplicht meer is voor inhouding en afdracht van loonheffing en de afdracht van de werkgeversheffing voor de Zorgverzekeringswet (Zvw). U moet wel gezamenlijk met de instelling waar u toezicht op houdt, ervoor kiezen om de verloning achterwege te laten.
- Voor toezichthouders die op factuurbasis buiten de loonadministratie uitbetaald worden, verandert er niets, ook niet na 1 januari 2017.
- Er zijn overigens geen (sectorale) modelovereenkomsten van toepassing op toezichthouders. (Dit omdat de arbeidsverhouding tussen een corporatie en een toezichthouder nooit als een arbeidsovereenkomst zal worden beschouwd). U dient daarom een individuele keuze te maken.
Wat moet ik doen als toezichthouder met een fictieve dienstbetrekking?
Wordt uw honorering op dit moment via de loonadministratie verloond (uitbetaald), dan dient u een keuze te maken:
Optie 1: verloning door laten lopen tot 1 januari 2017
De verloning via de loonadministratie van de instelling loopt door tot 1 januari 2017. U maakt dan een definitieve keuze, hetzij voor het stoppen van de verloning per 1 januari 2017 (zie verder optie 2); hetzij voor het voortzetten van de verloning via "opting-in" (optie 3).
Bij het doorlopen van de verloning tot 1 januari 2017 betaalt de corporatie de werkgeversheffing Zvw over uw beloning.
Optie 2: verloning stoppen per 1 mei 2016 (of 1 januari 2017)
De verloning via de loonadministratie van de instelling stopt per 1 mei indien u nu hiervoor kiest en anders per 1 januari a.s. Uw honorering wordt dan feitelijk belast via uw aangifte inkomstenbelasting. U bent zelf de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw verschuldigd*. Uw corporatie geeft de honorering vanaf 1 mei (of 1 januari) a.s. op als vergoeding via een IB47 formulier van de Belastingdienst.
* Dit kan, als u minder dan € 52.000 ander inkomen - loon, pensioen - heeft, leiden tot een verlaging in uw netto beloning tussen de 9-11%.
Optie 3: verloning voortzetten na 1 januari 2017 via "opting-in"
U kiest er vóór 1 januari 2017 samen met de instelling voor om de arbeidsrelatie tussen corporatie en toezichthouder vanaf 1 januari 2017 te kwalificeren als 'werknemer voor de loonheffing' (pseudo-werknemerschap). Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:
- er wordt arbeid verricht door de toezichthouder;
- de verrichte werkzaamheden vormen geen belastbare winst voor de inkomstenbelasting ;
- er wordt door de instelling en de toezichthouder gezamenlijk een verzoek voor "opting-in" ingediend bij de Belastingdienst.
Bij goedkeuring loopt de verloning dan ook na 1 januari 2017 door. Wel is het zo dan de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw wordt ingehouden op uw netto honorering als toezichthouder en door de corporatie wordt afgedragen aan de Belastingdienst. De werkgeversheffing Zvw vervalt.
Woont u in het buitenland?
Toezichthouders die vanuit het buitenland worden geworven, kunnen onder voorwaarden gebruik maken van de zogenoemde 30% regeling voor extra-territoriale kosten. Voor meer informatie, zie de contactgegevens van Deloitte hieronder.
Gevolgen voor de BTW
De toezichthouder blijft ondernemer voor de BTW. De Wdba heeft hier geen invloed op. In principe brengt u BTW in rekening, behoudens uitzonderingen zoals de kleine ondernemersregeling of als u in het buitenland woont.
Deloitte heeft een stroomschema gemaakt ter verduidelijking, zodat in een stappenplan overzichtelijk wordt wat u dient te doen afhankelijk van uw keuze per 1 mei a.s. (NB: dit is een nieuwe versie van het stroomschema van september 2016)
Vragen?
Heeft u vragen over bovenstaande of wilt u meer informatie, dan kunt u het beste contact opnemen met Deloitte. Hieronder de contactgegevens per regio:
Michel Kooij | mkooij@deloitte.nl | 06-10999182 | Landelijk aanspreekpunt |
Kirsty Sijstermans | ksijstermans@deloitte.nl | 06-12011606 | Regio Zuidoost |
Remco Bosgra | rbosgra@deloitte.nl | 06-82019012 | Regio Noordwest en midden |
Chantal Nillesen | cnillesen@deloitte.nl | 06-10999241 | Regio Noordwest en midden |
Ricky van Dorp | rvandorp@deloitte.nl | 06-82014129 | Regio Zuidwest en midden |
Kevin van de Wal | kvandewal@deloitte.nl | 06-13127266 | Regio Noordoost en midden |
Joyce Vermeulen | jovermeulen@deloitte.nl | 06-82012332 | Regio Noordoost en midden |
Elf dilemma's naar aanleiding van de herijkte NPA 2025 - 2035