Governance WSW gewijzigd

Op 1 oktober jl. heeft het WSW een nieuwsbericht gepubliceerd over de belangrijkste wijzigingen in de statuten en overeenkomsten als gevolg van de nieuwe Woningwet. Op de website van het WSW staan vier gewijzigde documenten:
- de overeenkomst Staat der Nederlanden – WSW ;
- de overeenkomst VNG – WSW ; 
- het mandaatsbesluit sanering ;
- statuten WSW

Statuten WSW
De oude statuten van het WSW van april 2014 zijn aangepast per 30 juni 2015. In de nu geldende statuten is een aantal bepalingen gewijzigd en zijn nieuwe bepalingen toegevoegd. De wettelijke saneringstaak die is overgenomen van het voormalige CFV staat niet expliciet in de statuten. Wel wordt in een nieuw artikel 2 lid 1 onder b aangegeven dat het doel van de Stichting is: "al hetgeen waartoe de Stichting krachtens de Woningwet is bevoegd."
Waar in de statuten "W&R" staat, wordt de minister voor Wonen en Rijksdienst bedoeld.

Gewijzigde bepalingen:
- Aan doel en middelen is toegevoegd dat aan de bestaande formulering over het lenen van geld tegen zo laag mogelijke kosten ook ‘de financiële belangen van de deelnemers, het Rijk en de gemeenten in acht worden genomen’ (art. 2).
- De leden van de RvC worden benoemd voor 4 jaar (was 6 jaar) en zijn éénmaal herbenoembaar. (art. 12 lid 4)
- Aedes en de deelnemersraad hebben geen recht meer op een bindende voordracht van twee, respectievelijk één lid van de RvC
- De directie is verplicht Aedes advies te vragen over voorgenomen besluiten tot wijziging van de statuten en wijziging van het reglement van deelneming (art. 18) 

Nieuwe bepalingen:
- De RvC stelt een profiel vast voor de leden van de directie. Het vaststellen van het profiel behoeft de goedkeuring van de minister en de VNG.
(art. 6 lid 3)
- De benoeming van de leden van de directie behoeft goedkeuring van de minister. (art. 6 lid 4)
- Na goedkeuring door de RvC dient het reglement van deelneming tevens te worden goedgekeurd door de minister en de VNG (art. 8 lid 4)
- De directie is bevoegd tot het ‘vaststellen van hoofdlijnen beleid met betrekking tot bevoegdheden die door W&R zijn gemandateerd aan de     Stichting’ (art. 8 lid 4 onder n). De ‘hoofdlijnen beleid’ moeten na goedkeuring door de RvC ook worden goedgekeurd door de minister. (art. 8 lid 5)
- Benoeming van leden van de RvC vindt plaats op basis van een profiel dat goedkeuring behoeft van de minister en VNG. (art. 12 lid 2 onder a)
- ‘Indien door een doen of nalaten van de raad van commissarissen de Stichting onvoldoende conform de statuten en in het bijzonder de statutaire doelstellingen handelt, en daarmee het publieke belang in het geding breng, kan W&R de voltallige raad van commissarissen ontslaan. Indien voornoemde situatie zich voordoet, benoemt W&R een gehele nieuwe raad van commissarissen.’ (art. 12 lid 8)

‘Het zijn ingrijpende wijzigingen,’ zegt VTW directeur Albert Kerssies. ‘Ik constateer dat, net als bij corporaties, ook de band tussen het WSW en de minister een stuk strakker wordt aangetrokken.’

Lees hier het nieuwsbericht van het WSW met links naar de 4 documenten

Lees hier het gesprek tussen Birgitte van Hoesel (WSW) met Gerard Erents

Lees hier het artikel van Koos Parie en Gerard Erents over het WSW                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                                            


Terug