Aandachtspunten voor de commissaris begroting en dPi 2026

Realistisch begroten en ambitieus uitvoeren

Corporaties staan op het punt hun (meerjaren)begroting (MJB) en dPi 2026 op te stellen. Dat vraagt om scherpe keuzes en een constructieve manier van presenteren welke prestatieafspraken worden nagekomen.

Opgesteld door de Werkgroep Nationale Prestatieafspraken van de VTW.

De werkgroep Nationale Prestatieafspraken van de VTW belicht de meest relevante aandachtspunten die commissarissen kunnen helpen goed voorbereid het gesprek aan te gaan over de meerjarenbegroting en dPi 2026. In vogelvlucht:

  • Sector onder vergrootglas
  • Regionale samenwerking en solidariteit
  • Interne normen als signaalfunctie
  • Macro-economische en beleidsscenario’s
  • Ambitieus >< Realistisch
  • Leg uit: relatie en verschil met NPA
  • Conclusie en aanbeveling
  • Relevante links en documenten

Sector onder vergrootglas

Met de krapte op de woningmarkt liggen de maatschappelijk prestaties van corporaties, de Nationale Prestatieafspraken en de Wet Versterking Regie op de Volkshuisvesting onder een vergrootglas. Tegelijkertijd liggen de verwachtingen van alle betrokken belanghebbenden (VRO, woningzoekenden, zittende huurders, WSW, gemeenten en provincies) niet altijd op één lijn. Het managen van al deze verwachtingen vraagt een grote inspanning van corporaties en om heldere keuzes.

Realistische begrotingen, zowel financieel als maatschappelijk, zijn een voorwaarde om het gesprek over de inzet van vermogen en de gemaakte prestatieafspraken goed te kunnen voeren. Voor commissarissen gaat het om het verhaal achter de cijfers en het voeren van het goede gesprek. De Autoriteit woningcorporaties (Aw) zal in haar beoordelingen op risicogerichte wijze meer aandacht besteden aan volkshuisvestelijke continuïteit. Lees hier meer over in de Leidraad Meerjarenbegroting en dPi 2025. (link onderaan bericht)

Duurzaam Prestatiemodel (DPM)

Zet uw corporatie het DPM in om zicht te krijgen op de financiële- volkshuisvestelijke continuïteit? Inzet van het DPM kan helpen om inzicht te bieden in de ruimte voor het voeren van eigen beleid, en in hoeverre de corporatie wel of niet kan bijdragen aan regionale en nationale prestatieafspraken. Het DPM ontwikkeld door Aedes, VRO, Aw en WSW, is een tool die de corporatiesector inzicht kan geven om verantwoord te investeren en de volkshuisvestelijke continuïteit op lange termijn te waarborgen. De verhouding van de eigen opgaven en middelen ten opzichte van collega-corporaties vormen de grondslag voor de regionale en nationale gesprekstafel. Ook raakt het de discussie over solidariteit.

Regionale Samenwerking en Solidariteit

De realisatie van de Nationale Prestatieafspraken, regiodeals en lokale prestatieafspraken is alleen mogelijk wanneer de sector als geheel opereert. Regionale samenwerking en solidariteit zijn daarbij essentieel. Is bekend wanneer en hoeveel steun de eigen corporatie nodig zal hebben of kan leveren aan collega-corporaties?

De (meerjaren)begrotingen van individuele corporaties dragen samen bij aan het totaalbeeld van de financiële mogelijkheden en onmogelijkheden van de corporatiesector.  Zodoende is het DPM een objectief kader om de financiële (on)mogelijkheden van de corporatiesector te bepalen.  (link eindrapport DPM onder bericht).

Interne normen als signaalfunctie

Veel corporaties gebruiken interne normen als ‘vangrail’ of ‘vluchtstrook’ die voorzichtiger zijn dan de externe normen. Gebruikt de corporatie die interne normen als signaalfunctie om de discussie aan te gaan of als grens die nooit overschreden mag worden? Wat is de ruimte voor lef en moed, om van de interne normen af te wijken als de opgave daarom vraagt? Niet overmoedig maar met realiteitszin en onderbouwde keuzes.

Woningcorporaties hanteren de interne signaalwaarden soms te krampachtig. Maar ‘op de vluchtstrook’ rijden betekent niet dat je per definitie moet remmen of stoppen. Het vraagt vooral om alertheid, bijstuurmogelijkheden en voldoende tijd om bij te sturen. Legt de corporatie de focus voldoende op het bereiken van haalbare resultaten binnen realistische parameters?

Macro-economische en beleidsscenario's

Zijn de formulering en de presentatie van macro-economische en beleidsscenario's voldoende helder? Bieden ze voldoende waardevolle informatie voor sturing en beheersing, vooral wanneer de sector zich richt op prestaties die dicht bij de grenzen van de normen liggen? Ondersteunen ze de begroting en werpen ze voldoende licht op cruciale besluitvorming?

Is er voldoende inzicht in de gevolgen van zowel tegen- als meevallers, zoals bijvoorbeeld rentewijzigingen, lagere huurstijgingen en waardedalingen (beleidswaarde loan-to-value)? Voer het gesprek over beleidskeuzes en prioriteiten. Spreek met de bestuurder ook over de invloed die de politieke onzekerheid met zich meebrengt, zeker met het oog op de landelijke en lokale verkiezingen eind 2025 en begin 2026.

Voert de corporatie stresstesten uit? Deze geven een goed beeld van de gevolgen en kwetsbaarheden bij een combinatie van tegenvallende omstandigheden. De uitkomsten daarvan kunnen nuttig zijn om het strategische gesprek te voeren over mogelijke bijsturing en prioriteiten. Een bijstuurplan kan daar ook behulpzaam bij zijn, zowel in situaties bij meer of minder financiële middelen dan verwacht.

Ambitieus >< Realistisch

Begrotingen gaan over de toekomst. Die is per definitie onzeker. Afwijkingen tussen begroting en realisatie zijn soms aanzienlijk. De Aw definieert een realisatiegraad tussen de 80% en 120% als realistisch. De begroting dient een weergave te zijn van hetgeen de woningcorporatie denkt te gaan presteren. Tegelijkertijd is het belangrijk om ambities duidelijk te maken. Laat de begroting het evenwicht tussen ambitie en realisme zien? Staan haalbare doelen en resultaten hierin centraal? Zowel financieel als maatschappelijk? Heeft de corporatie twee scenario’s overwogen? Enerzijds een realistisch scenario, dat wordt opgenomen in de te publiceren begroting en de dPi. Anderzijds een ambitie-scenario (of ambitiedocument), waarin de corporatie aantoont zich te willen stretchen voor de opgaven.

Leg uit – Relatie en verschil met Nationale Prestatieafspraken

Neem in de meerjarenbegroting (MJB) een investeringsprogramma op dat financieel en operationeel uitvoerbaar is. Is het verschil tussen de twee bovengenoemde scenario’s, inclusief obstakels en mogelijke oplossingen om die te verkleinen toegelicht? Schenk aandacht aan de relatie tussen de Nationale Prestatieafspraken en de begroting. Geeft de begroting weer in hoeverre de herijkte prestatieafspraken erin zijn verwerkt? De MJB fungeert als een handelingskader voor de organisatie. Een heldere toelichting is daarom cruciaal.

Het kan ook helpen inzichtelijk te maken wat het verschil is tussen beide scenario’s in het licht van de NPA: zijn extra middelen nodig of is er ruimte om steun te bieden aan collega-corporaties in het kader van regionale samenwerking en solidariteit? Dit kan bijdragen aan de interne en externe communicatie.

Conclusie

De begrotingen van woningcorporaties moeten realistisch zijn en rekening houden met de gewenste prestaties en volkshuisvestelijke doelen. De sector staat voor de uitdaging om binnen deze financiële kaders te werken en verantwoord met lef en moed resultaten te boeken. RvC's spelen een belangrijke rol in het aanmoedigen van een realistische benadering van begroten. Het is cruciaal dat we als sector onze verantwoordelijkheid nemen, ons vermogen verstandig inzetten en onze doelen bereiken. Samen kunnen we laten zien wat we kunnen bereiken en blijven we aantonen dat we als sector aan zet zijn.

Relevante Links en Informatie

VTW bericht Nationale Prestatieafspraken

Leidraad Aw inzake Meerjarenbegroting en dPi2025

Luister de VTW podcast Begrotingen 2026

Bekijk het VTW lunch Webinar (1 juli) met Aw en WSW

Staat van de Corporatiesector 2025

Duurzaam Prestatiemodel – Eindrapport september 2024


Terug