De VTW heeft samen met de NVTZ gereageerd op de internetconsultatie voor de Wet versterking regie volkshuisvesting. De reactie is voorbereid door de werkgroep Nationale Prestatieafspraken die hiervoor met verschillende stakeholders heeft gesproken.
Met dit wetsvoorstel beoogt de overheid meer grip te krijgen op hoeveel, waar en voor wie wordt gebouwd. Dit wil zij doen door het Rijk, de provincies en gemeenten instrumenten aan te reiken om met regionale afstemming de volkshuisvesting te regisseren. Het wetsvoorstel behelst een aantal wijzingen van bestaande wetten, namelijk de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Huisvestingswet 2014, de Woningwet, de Algemene Wet Bestuursrecht en de nog in werking te treden Omgevingswet.
De VTW denkt dat het wetsvoorstel voor de corporatiesector positief kan uitpakken en vindt het goed te zien dat de corporatiesector weer op de kaart wordt gezet. Echter, er ontbreekt nog een overkoepelende visie op volkshuisvesting en ruimtelijke ordening. Ook is op een aantal punten nog onduidelijkheid omdat de wet nog verder wordt uitgewerkt in nadere regelgeving.
In de reactie pleiten VTW en NVT ervoor om breder te kijken dan alleen naar het bouwen van woningen (o.a. infrastructuur, nutsvoorzieningen, natuur en de binnen- en buitenstedelijke omgeving) en om het toekomstbestendig integreren van wonen en zorg waarbij de overheid binnen haar woonzorgbeleid de nadruk dient te leggen op de bestaande voorzieningen in de lokale omgeving, het bevorderen van gemeenschapszin en het aansluiten op en faciliteren van lokale (buurt)initiatieven. Daarnaast zien zij graag dat de positie van corporaties, bij het totstandkomingsproces van het provinciale en het gemeentelijk volkshuisvestingsprogramma, in de wet wordt geborgd.
Er zijn ook zorgen over een aantal zaken. Welke beleidsvrijheid hebben corporaties nog? Het onbreken van sturing op particulieren en marktpartijen als het gaat om het huisvesten van (urgent) woningzoekenden en de risico's voor de leefbaarheid. De uitvoeringscapaciteit van gemeenten staat onder druk. De inbreng van de huurders is pas laat in het proces en de participatie van zorgaanbieders is te vrijblijvend. Verduurzaming en duurzaamheid zijn onderbelicht. En tot slot wordt gevreesd voor een mogelijke lastenverzwaring als gevolg van deze wet.