Verantwoording honorering RvCVanaf 2022 en 2023 zijn de regels die gelden voor VTW-leden, over de honorering van de RvC, veranderd. Naar aanleiding hiervan krijgt de VTW regelmatig vragen. In dit artikel wordt ingegaan op de overgang van bindende beroepsregel naar adviesregeling. In beide gevallen is het belangrijk dat de RvC via een zorgvuldig proces tot een maatschappelijk te legitimeren honorering van zijn werkzaamheden komt. Tevens moet over dat proces transparant verantwoording worden afgelegd in het RvC-jaarverslag. Dat stelt VTW-voorzitter Guido van Woerkom. Interne toezichthouders in de corporatiesector stellen immers zelf de honorering van hun werkzaamheden vast. Dit in tegenstelling tot commissarissen van BV’s waar dit gebeurt door de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Wettelijke bezoldigingsmaxima Het wettelijk bezoldigingsmaximum voor een RvC-lid bedraagt 10% van het toepasselijke maximum voor topfunctionarissen (in dienstbetrekking bij een fulltime dienstverband). Voor een RvC-voorzitter is dat 15%. Honoreringspraktijk Van bindende beroepsregel naar adviesregeling Vanaf 2015: Beroepsregel 2022: Beroepsregel óf aangepaste beroepsregel 2023: Adviesregeling Geadviseerde bezoldigingsmaxima Geadviseerd wordt de totale honorering van een RvC niet meer te laten zijn dan 52%. Voor commissarissen in klasse I en J is het advies de honorering te bevriezen op het niveau van 2022. Dit tot het moment dat het geadviseerde bezoldigingsmaximum voor klasse H door de jaarlijkse WNT-indexering hoger ligt. “Zorgvuldig proces en verantwoording hierover nu nog belangrijker” Hierbij hoort ook dat de RvC over dat proces transparant verantwoording aflegt in zijn jaarverslag. Zeker als je als VTW-lid de door de leden vastgestelde adviesregeling niet volgt. Verantwoording naar de huurders - als belangrijkste doelgroep van corporaties - en ook naar andere in- en externe belanghouders, en naar de leden van de VTW.” |