In het politiek nieuwsoverzicht van deze week: Tweede Kamer geïnformeerd over 7,5 miljard euro voor infrastructuur woningbouw en een korte terugblik op het tweede deel van het debat met de minister over de begroting Wonen en Ruimte.
Het kabinet vreest dat het afschieten van de bouwvrijstelling in de stikstofwet (de Porthos-uitspraak) "grote gevolgen" heeft voor de benodigde investeringen in infrastructuur. Dat blijkt uit de Kamerbrief waarin de Kamer afgelopen week werd geïnformeerd over de voortgang van de 7,5 miljard die is uitgetrokken voor infrastructurele projecten ten behoeve van woningbouwlocaties.
"De verwachting is dat het vervallen van de bouwvrijstelling grote gevolgen gaat hebben voor de aanleg en instandhouding van spoor- en wegennetwerken, en daarmee de bereikbaarheid, de ontsluiting van woningbouw, verkeersveiligheid en waterveiligheid. Mogelijk kunnen projecten niet meer in de beoogde vorm doorgaan of komen ze (tijdelijk) stil te liggen", zo valt te lezen. Eerder had minister De Jonge al laten weten dat de Porthos-uitspraak ook voor vertraging bij de woningbouw zou kunnen zorgen, maar dat daar de gevolgen mogelijk beperkt kunnen blijven.
Aangezien veel grote woningbouwprojecten echter gekoppeld zijn aan grote infrastructurele projecten zouden daar dus alsnog grote problemen kunnen ontstaan in het licht van de woningbouwdoelstellingen. "De maatschappelijke opgave voor het realiseren van voldoende betaalbare woningen blijft onverminderd groot; de kabinetsambitie van het realiseren van 900.000 woningen tot en met 2030 blijft dan ook overeind", aldus het kabinet in de brief. Op 25 november reageert het kabinet uitgebreider op de Porthos-uitspraak.
NOVEX
In de Kamerbrief gaat het kabinet verder gedetailleerd in op de infrastructurele projecten waar komende jaren op wordt ingezet. In het regeerakkoord is voor de komende tien jaar 7,5 miljard uitgetrokken voor de ontsluiting van grootschalige woningbouwprojecten. Inmiddels zijn er hiervoor 17 NOVEX-locaties aangewezen.
"Er is maximaal € 1,5 mld. gereserveerd voor versnelling van het realiseren van woningbouwlocaties door middel van kleinere bereikbaarheids- en infrastructuurmaatregelen en € 6 mld. voor een goede bereikbaarheid en ontsluiting van de 17 grootschalige NOVEX-woningbouwlocaties", zo valt te lezen. Inmiddels zijn 35 proposities goedgekeurd waarin in totaal 105 woningbouwplannen worden versneld. Deze hebben betrekking op 207.000 woningen.
Bij de vaststelling van de middelen is gebruik gemaakt van een afgelopen zomer vastgesteld afweegkader. "Het gaat erom dat woningbouw (op termijn) kan voldoen aan randvoorwaarden als water en bodem sturend, stikstof, geluid en externe veiligheid. Bij de verdere ruimtelijke integrale afwegingen rond de gebiedsontwikkelingen voor woningbouw gaat het over het verplaatsen van bedrijven, woon-werkbalans, ruimtelijke kwaliteit, openbare ruimte en groen, energie en circulariteit, klimaatbestendig en natuurinclusief bouwen, veilig leefmilieu/verkeersveiligheid en gezondheid", aldus het kabinet. "Al deze elementen worden bij de ontwikkeling van de 17 grootschalige woningbouwlocaties nader uitgewerkt en hierover zal in de BO’s Leefomgeving van 2023 nadere besluitvorming plaatsvinden."
Het is de bedoeling dat met de 7,5 miljard en de middelen uit het Nationaal Groeifonds in totaal 400.000 woningen bereikbaar worden gemaakt; 85 procent binnenstedelijk, 15 procent op uitleglocaties. Van de 7,5 miljard gaat ongeveer 65 miljard naar de Randstad aangezien daar 60 procent van de woningen worden gerealiseerd.
Lees de Kamerbrief Bestuurlijk overleg MIRT
Lees het persbericht: Miljardeninvesteringen voor bereikbaarheid woonwijken in heel Nederland (Rijksoverheid.nl)
Lees hier het kritische rapport van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB): 'Kleine groene woonlocaties onmisbaar om woonambities te realiseren.'
Begroting Wonen en Ruimte
In het politiek nieuwsoverzicht van vorige week hebben we al stil gestaan bij het debat over begroting Wonen en Rumte. Lees het bericht van vorige week hier. In aanvulling nog het volgende op de hervorming van de huurtoeslag (normhuren).
Minister De Jonge riep de Kamer op tot geduld met betrekking tot de herziening van de huurtoeslag. In de Kamer heerst ook onder coalitiepartijen grote bezorgdheid over de gevolgen van de vereenvoudige systematiek. Volgens het Nibud zouden grote groepen er op achteruitgaan. De Jonge liet weten dat dit onder andere het gevolg is van andere compenserende maatregelen die naar voren zijn gehaald, maar is nog bezig met de uitwerking van het wetsvoorstel. Daarbij wil hij opnieuw kijken naar de uitwerking.
"Toen wij het wetsvoorstel presenteerden, zouden er allerlei aanpalende maatregelen getroffen worden om ervoor te zorgen dat de inkomenseffecten ook gemitigeerd werden. Die maatregelen zijn bij de laatste augustusbesluitvorming naar voren gehaald omwille van de koopkrachtcompensatie. De compenserende effecten van die maatregelen kunnen dus niet meer meegewogen worden bij dit wetsvoorstel", aldus de minister. "Dat maakt dat de inkomensontwikkelingen als gevolg van dit wetsvoorstel ook anders beoordeeld en gezien moeten worden dan toen wij de wet in consultatie deden. Nogmaals, ik kan daar nu niet op vooruitlopen. De wet ligt nu voor advies bij de Raad van State. Wij krijgen het advies van de Raad van State terug. Dan zal ik uw Kamer informeren."
Definitie sociale huur
Dit is wat minister De Jonge in het debat heeft uitgesproken over de definitie van sociale huur. "Het moet zijn: een woning die vanaf de bouw ten minste 25 jaar als sociale huurwoning beschikbaar is, die een aanvangshuur heeft onder de liberalisatiegrens en die door toewijzing beschikbaar is voor de huishoudens met een inkomen onder de DAEB-inkomensgrenzen. Dat is de definitie", aldus de minister, die deze definitie wil opnemen in het wetsvoorstel waarmee hij de regie op de volkshuisvesting wil versterken.
Plancapaciteit
Volgens minister De Jonge klopt het niet dat het percentage harde plancapaciteit is gedaald van 67 naar 34 procent. Dat blijkt uit de beantwoording van schriftelijke vragen van de VVD over het recent verschenen rapport van de EIB. "Uit de inventarisatie plancapaciteit voorjaar 2022 (meetperiode 2022-2030), blijkt dat in vergelijking met de vorige meting in voorjaar 2021 (meetperiode 2021-2029) de totale plancapaciteit is gestegen van 961.000 naar 1.033.900. Doordat de totale plancapaciteit harder is gegroeid dan de harde plancapaciteit, is het percentage harde plancapaciteit gedaald van 35% naar 33%. Er is dus geen daling van 67% naar 34%. In absolute aantallen is de harde plancapaciteit toegenomen, van 335.100 naar 344.900", schrijft de minister.
"Plannen worden vaak pas in het laatste stadium van het voorbereidingstraject hard gemaakt. Daarom is vooral de harde plancapaciteit voor de korte termijn belangrijk. Voor de periode tot en met 2025 is het aantal harde plannen 89% van het totaal aantal benodigde plannen voor die periode. Daarnaast is het van belang om te zorgen voor 130% plancapaciteit, zoals hiervoor uiteengezet."
---
Het politiek nieuwsoverzicht 'Actueel in de volkshuisvesting' op het gebied van belangenbehartiging wordt door de VTW gemaakt in samenwerking met 1848.nl. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Hans Geurts, senior beleidsmedewerker Public Affairs en Communicatie: h.geurts@vtw.nl // 06 46 87 99 28