Erik Dannenberg: “Beschermd wonen betekent in de toekomst niet dat je mensen in een groot gebouw bij elkaar zet, maar dat je waar mogelijk thuis de bescherming en begeleiding biedt die zij nodig hebben.”
In september en oktober organiseert de VTW regionale bijeenkomsten over de uitdagingen van corporaties in de wijken op het gebied van zorg, waarbij onder meer wordt ingegaan op de samenwerking met gemeenten. Thema is: 'Zijn corporaties de opvangtehuizen bejaardentehuizen van de toekomst?' Spreker is Erik Dannenberg, voorzitter van de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorg en Welzijn (NVTZ) en voorzitter van de Commissie Toekomst Beschermd Wonen van de Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG).
Wij en zij
Erik Dannenberg: “Op het gebied van zorg hebben we in Nederland jarenlang een systeem opgebouwd waarbij we mensen ‘naar de expertise brachten’. De grote omslag die je op verschillende beleidsterreinen ziet, is dat we de focus weer op mensen zélf gaan leggen. Je ziet het bijvoorbeeld in het speciaal onderwijs. Kinderen die om uiteenlopende redenen extra aandacht nodig hadden bracht je voorheen naar een speciale school. Maar we zijn er inmiddels achter dat je expertise ook in de reguliere scholen kunt organiseren, zodat ouders en kinderen niet eerst een langdurig en zwaar proces door hoeven totdat de ellende zo groot is dat kinderen naar een speciale school moeten. Speciaal onderwijs integreren in reguliere scholen maakt het mogelijk om er veel eerder bij te zijn en problemen op te lossen als ze nog klein zijn.” Hij wijst ook op de sociale werkvoorziening, waar een soort pseudo-arbeidsmarkt was ontstaan. “De gedachte was: mensen waar iets mee is brengen we naar een grote hal en dan krijgen ze daar een aangepaste arbeidsomgeving. ‘Wij’ zien ze dan niet meer. Die hele gedacht van ‘wij’ en ‘zij’ is natuurlijk vreselijk. Je verdeelt de samenleving in normale mensen en mensen die dat zogenaamd niet zijn. We hebben tientallen jaren de trend gezien dat ‘normaal’ steeds kleiner werd en ‘speciaal’ of ‘bijzonder’ steeds groter. De samenleving werd steeds minder vaardig in het omgaan met diversiteit. Ook voor corporaties is dat juist iets waar zij goed in horen te zijn. Het segregatiemodel wat we in enkele tientallen jaren hebben opgebouwd leidt ertoe dat je een handelingsonbekwame samenleving krijgt. Het uitgangspunt hoort echter te zijn, dat iedereen burger is. Soms is er ondersteuning nodig en dat horen we dan naar deze mensen toe te brengen. Primair is dat zij hun eigen huishouden hebben en hun eigen ding kunnen doen. Als een volwaardig mens.”
Inclusiemodel
Dannenberg merkt op dat er momenteel door verschillende partijen gezocht wordt naar manieren om zorg vanuit een inclusiemodel te organiseren. Daarbij worden mensen niet langer vanuit hun handicap of beperking benoemd, maar wordt juist gekeken naar hun mogelijkheden, vaardigheden en kansen. “Neem beschermd wonen. Dat betekent wat mij betreft niet dat je mensen in een groot gebouw in de stad bij elkaar zet, maar dat je thuis de bescherming en begeleiding biedt die zij nodig hebben. Zorgaanbieders en corporaties zeggen in zo’n model tegen mensen: u kunt zelfstandig wonen, maar als het mis gaat en u ons vaker nodig heeft, dan zijn wij er voor u. De grote omslag is dat je redeneert vanuit iemands burgerschap en niet zijn of haar patiëntschap.”
Core business
“Mensen die zichzelf niet zelfstandig kunnen redden op de woningmarkt moet je als corporatie willen helpen. Het is niet iets wat je ‘erbij doet’, maar echt core business”, stelt Dannenberg. “Het is in het verleden helaas vaak gebeurd dat iemand die structurele zorg nodig had een woning toegewezen kreeg, waarbij de corporatie vijf jaar later een extreem vervuild huis aantrof. Dan bleek de indicatie al twee jaar afgelopen, waardoor begeleiding en behandeling waren gestopt. Dat moet zo natuurlijk niet meer voorkomen.” Hij onderstreept dat een deel van de corporaties al jaren geleden heeft ingezet op groepen mensen die speciale hulp nodig hebben. “Zij hebben daardoor warme en stevige banden met zorgaanbieders die hun ambities begrijpen. Wat mij betreft mogen meer corporaties bij gemeenten en zorgverzekeraars aangeven dat zij graag deelgenoot willen zijn van de trend richting inclusie, maar dat zij dan wel op deze partijen moeten kunnen rekenen. Daarom hamer ik er ook op dat corporaties met name richting gemeenten en in zekere mate ook verzekeraars zeggen: prima, u wilt het aantal gebruikte bedden omlaag met 30%? Hier zijn onze woningen, maar daar ligt wel een briefje naast waarop onze afspraken staan. Dat betekent dus dat zij niet kunnen zeggen dat een patiënt is uitbehandeld en zij daarom niet meer langskomen als het mis dreigt te gaan. Er is echt een gezamenlijke verantwoordelijkheid.”
Toezichthouder met maatschappelijke bril
Dannenberg is onder meer voorzitter van de NVTZ, waarin toezichthouders uit de zorg- en welzijnssector verenigd zijn. “Als intern toezichthouder heb je de wettelijke taak om toe te zien op de continuïteit van de organisatie. Maar ik hamer er daarnaast op dat je echt met een maatschappelijke bril moet blijven kijken naar je taakinvulling. Je hoort niet alleen een focus op het belang van de club te hebben, maar je moet ook een scherp oog houden voor de maatschappelijke taken van de organisatie en op welke wijze daar vorm aan wordt gegeven.” Dannenberg vindt het belangrijk dat interne toezichthouders bij woningcorporaties zich in het thema zorg verdiepen en daar regelmatig met hun bestuurders over sparren. “Vroeger had je een huisvestingswereld en een zorgwereld. Die twee lopen steeds meer in elkaar over. Je moet in de boardroom van een corporatie dan ook de vraag stellen wat nou je prioritaire groepen zijn. Dat is zowel voor bestuurders als toezichthouders echt een kans om te laten zien dat je bezig bent met waar je mee bezig hoort te zijn. Ik hoop van harte dat ik corporatiebestuurders in de nabije toekomst weer met de borst vooruit zie staan bij een project dat bedoeld is voor de meest kansarme mensen van de samenleving. Herstel van burgerschap, mensen weer glans in de ogen geven: dat hoort op systeemniveau tussen de corporatiewereld en de zorg- en opvangwereld een gemeenschappelijke doelstelling te zijn.”
De regionale bijeenkomsten zijn op:
Dinsdag 6 september in Drachten
Dinsdag 20 september in Bergen op Zoom
Woensdag 5 oktober in Deventer
Dinsdag 18 oktober in Eindhoven
Maandag 24 oktober in Utrecht