Ontslag van een commissaris door de Ondernemingskamer

Met de invoering van de nieuwe Woningwet kan een commissaris alleen nog via de Ondernemingskamer ontslagen worden. Maar hoe ziet deze procedure er precies uit? Zijn er in conflictsituaties nog andere oplossingen dan een procedure te bedenken?

Dat een commissaris via de Ondernemingskamer ontslagen moet worden staat in artikel 33 Woningwet. Het verzoek tot ontslag kan worden gedaan door de minister, het bestuur of de raad van toezicht van de toegelaten instelling. Dit ontslag kan door de rechter worden gegeven op grond van de volgende redenen:

De procedure
De procedure start met het indienen van een verzoekschrift bij de Ondernemingskamer. Belangrijk is om in dit verzoekschrift de redenen voor het verzochte ontslag goed te motiveren. De bewijsstukken moeten bij het verzoekschrift worden gevoegd. De ondertekening van het verzoekschrift gebeurt door een advocaat. De commissaris mag verweer voeren. Hij of zij moet daarvoor een verweerschrift indienen. Het is raadzaam om de bewijsstukken bij het verweerschrift te voegen. Ook dit processtuk moet door een advocaat ondertekend worden. De Ondernemingskamer zal daarna in een openbare zitting het verzoek en het verweer in detail met partijen bespreken. Daarbij zullen de rechters de nodige vragen aan partijen stellen. Afwezigheid van een partij wordt niet op prijs gesteld. Het is raadzaam om hier bij aanwezig te zijn. Het is voor de verweerder niet verplicht om zich te laten vertegenwoordigen door een advocaat, het is echter wel aan te raden. Het is vervolgens aan de rechter om te oordelen of er voldaan is aan één van drie mogelijke redenen tot ontslag. De procedure zal snel enkele maanden in beslag nemen. De kosten van een procedure bedragen snel een paar duizend euro.

Schorsen
Het is over het algemeen niet wenselijk dat een commissaris nog in functie is tijdens deze procedure. De raad van toezicht kan de commissaris voorafgaand aan het indienen van het verzoekschrift schorsen (art. 33 lid 2 Woningwet). Belangrijk is dan wel om binnen een maand na aanvang van de schorsing een verzoek tot ontslag in te dienen bij de Ondernemingskamer. Gebeurt dat niet, dan vervalt de schorsing. Niet alleen het verzoekschrift tot ontslag, maar ook het besluit tot schorsing moet goed gemotiveerd worden. De commissaris moet in de gelegenheid worden gesteld om op het voorgenomen besluit tot schorsing te reageren (zie ook het daarover bepaalde in de modelstatuten van Aedes en VTW).

Andere mogelijkheden?
Het is in het belang van zowel de commissaris in kwestie als van de toegelaten instelling om een ontslagprocedure bij de Ondernemingskamer te voorkomen. De procedure is openbaar met mogelijke (negatieve) publiciteit. Maar hoe kan de procedure voorkomen worden?

In veel huidige statuten staat dat de raad van toezicht ook zelf kan besluiten tot ontslag van een commissaris. Op grond van de Woningwet is ontslag alleen via de Ondernemingskamer mogelijk. Het Wetsvoorstel Veegwet Wonen wil de Woningwet op dit punt verduidelijken. De wet prevaleert boven de statuten. Ontslag van een commissaris door de raad van toezicht is niet meer mogelijk.

Wij raden corporaties aan om in geschilsituaties een indringend gesprek met de commissaris te voeren. De commissaris kan om een procedure te voorkomen, zelf ontslag nemen. Ook kan mediation tussen de betreffende commissaris en het bestuur of de raad van toezicht helpen om tot een gezamenlijke oplossing te komen.

Eventuele vragen of opmerkingen over dit artikel kunt u stellen aan Eelkje van de Kuilen, advocaat en partner AKD  (evandekuilen@akd.nl / 088-2535977).


Terug