Interview Leen van Dijke: "Duurzaamheid moet bovenaan de agenda van de corporatie staan"
Leen van Dijke is oud-politicus en voormalig fractievoorzitter van de ChristenUnie in de Tweede Kamer. Momenteel is hij onder meer voorzitter van Stroomversnelling, een netwerk van bouwers, toeleveranciers, corporaties, gemeentes, financiers, netbeheerders en andere partijen die samen aan de slag gaan om Nul op de Meter bij renovaties en nieuwbouw mogelijk te maken.
Achterhaalde doelstellingen “Waar het om duurzaamheid gaat verbaast Van Dijke zich over het te vaak ontbrekende gevoel van urgentie bij veel woningcorporaties. “Gelet op de opgave waar deze organisaties voor staan, is doorgaan op deze voet absoluut geen optie.” Hij vindt het opmerkelijk en zorgelijk dat veel corporatiedirecteuren al tevreden zijn als hun woningen gemiddeld energielabel B toegekend hebben. “In 2012 tekende Aedes het Convenant Energiebesparing Corporatiesector en het Lenteakkoord Energiezuinige Nieuwbouw. Het doel was toen om ervoor te zorgen dat de 2,4 miljoen corporatiewoningen in 2021 gemiddeld het energielabel B zouden hebben. Inmiddels is duidelijk dat we zo de in het Energieakkoord gestelde doelen zo niet halen en tijdens de recente klimaattop in Parijs is de lat nog hoger gelegd. Dan is het toch bijzonder dat corporatiedirecteuren sturen op achterhaalde doelstellingen en vervolgens tevreden zijn met behaalde resultaten.”
Conceptueel denken Van Dijke legt uit dat een groot deel van het corporatiebezit en de wijken waarin deze woningen staan toe zijn aan een stevige revitalisering, waardoor bestaande woningen weer veertig tot vijftig jaar in gebruik kunnen blijven. “Zowel op bouwtechnisch als energetisch gebied moeten er ingrijpende aanpassingen plaatsvinden. Er worden hele andere eisen aan woningen en de bebouwde omgeving gesteld dan zo’n dertig jaar geleden. Neem bijvoorbeeld het feit dat woningen in de nabije toekomst volledig asbestvrij moeten zijn en er inmiddels strengere brandveiligheidsvoorschriften worden gehanteerd. Ook op het gebied van flora en fauna in de wijken moet er met andere zaken rekening worden gehouden, maar denk ook aan klimaatadaptie. Waar ga je bijvoorbeeld met hemelwater naartoe? Meer in het algemeen speelt kwaliteit een veel grotere rol en zijn huurders veeleisender en mondiger geworden. Allemaal zaken waar je als corporatie rekening mee moet houden. Je kunt niet meer volstaan met dubbel glas en het volspuiten van spouwmuren. Dat dwingt corporaties tot conceptueel en vooral integraal denken. Je ziet dat bij voortvarende partijen al wel gebeuren, maar er valt ook op dit punt nog veel te winnen.”
Dialoog met bestuurder Van Dijke raadt commissarissen aan een indringend gesprek met hun bestuurders te voeren. “Integraal, strategisch en duurzaamheid moet echt bovenaan de agenda komen te staan. En daarbij is duurzaamheid breder dan alleen de energetische prestatie van de woning. Als ik toezichthouder zou zijn zou ik van mijn bestuurder willen weten of de corporatie klaar is voor de toekomst en zo niet, hoe dat bereikt gaat worden. Hebben wij straks woningen die duurzaam en betaalbaar zijn? Is de wijk waarin die woningen staan zodanig op orde dat mensen zich er prettig voelen en nog willen wonen? Stroomversnelling kan corporaties daarbij helpen. Het valt mij op dat zij kennelijk niet voldoende op de hoogte zijn van het feit dat dat wij hierin veel kunnen betekenen en relatief weinig informatieaanvragen over duurzaamheid van bestuurders of commissarissen krijgen. Dat is een gemiste kans.”
Nul op de meter De oud-politicus is een vurig verdediger van het Nul op de Meter concept. De recente kritiek van sommige bewoners ziet hij vooral als nuttige input voor verdere verbetering. “Laten we om te beginnen vaststellen dat we echt iets hebben neergezet wat zijn weerga in de bouwsector niet kent. Het is wat mij betreft de nieuwe norm van renovatie en nieuwbouw.” Hij betreurt dat het wettelijk kader voor de methode te lang op zich heeft laten wachten. “We hebben daardoor minder snel resultaat kunnen laten zien dan we hadden gehoopt.” Van Dijke is vol lof over de verschillende partijen die bereid waren het concept van meet af aan, in de prototypefase, te omarmen. “Corporaties, bouwers en bewoners die zich in een vroeg stadium hebben gecommitteerd verdienen echt een lintje. Er zijn echt flinke risico’s genomen. Corporaties hebben bijvoorbeeld woningen ter beschikking gesteld, zonder dat er een wettelijk kader was. Bouwers hebben fors geïnvesteerd in productontwikkeling. Voor bewoners gold natuurlijk dat we niet konden garanderen dat alles in één keer ging werken, waardoor zij op hun beurt het risico op overlast namen. Zonder het vertrouwen en de medewerking van al die partijen waren we nu niet geweest waar we zijn met Nul op de Meter.”
Terug
|