De VTW heeft dr. Steven de Waal geïnterviewd naar aanleiding van zijn boek 'Burgerkracht met burgermacht. Het einde van de maatschappelijke onderneming en het polderpaternalisme.'
In mei overhandigde hij het eerste exemplaar aan Kim Putters, directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau. In de publicatie staat de vraag centraal hoe de burger zich zal en moet gaan organiseren tegenover (of met) de overheid en maatschappelijke ondernemingen.
In de publicatie staat de vraag centraal hoe de burger zich zal en moet gaan organiseren tegenover (of met) de overheid en maatschappelijke ondernemingen. De Waal is onder meer oprichter en voorzitter van de Public SPACE Foundation, een toonaangevende denktank die bijdraagt aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken door maatschappelijke ondernemerschap en burgerinitiatief te bevorderen.
Tegenstrijdige bewegingen
“Er is binnen onze samenleving sprake van twee sterk tegenstrijdige maar parallel lopende bewegingen”, stelt De Waal. “Aan de ene kant wordt onze verzorgings- en verzekeringsstaat getransformeerd op basis van een nieuw paradigma waarbij een grote rol voor actief burgerschap centraal staat. Maar aan de andere kant krijgen maatschappelijke ondernemingen, zoals woningcorporaties, te maken met steeds meer overheidsregels en -toezicht, waardoor een actief partnership met de burger onmogelijk wordt gemaakt.” De neiging om steeds meer regels te genereren, meer inperkingen aan te brengen en te vragen om nog meer verantwoording laat een gebrek aan vertrouwen in het herstellend vermogen van maatschappelijke ondernemingen zien, zo stelt De Waal. “Het gaat bovendien voorbij aan het feit dat deze organisaties juist hun wortels hebben in actief burgerschap.”
Private façade voor falend beleid
De Waal vindt dat onder meer de organisatiekwestie - welke intermediaire structuren van burgers voor burgers en tussen burger en staat er zouden moeten zijn - teveel en te lang is genegeerd. “De burger wordt een nieuwe mores geleerd: meer risico's, meer eigen bijdragen, minder rechten, maar nog steeds een plicht tot deelname aan collectiviteiten. Dat staat opvallend genoeg haaks op de realiteit. De burger zoekt juist in toenemende mate zijn eigen weg. Deze burgerkracht is bijvoorbeeld te zien in structurele samenwerkingsverbanden tussen burgers op het gebied van alternatieve energievoorziening en zorg en in goed georganiseerde buurtondernemingen. Er wordt door velen helemaal niet meer gerekend op een hulpvaardige overheid of een adequate maatschappelijke onderneming.” Die laatste is dan ook steeds vaker een private façade voor dwingend en falend overheidsbeleid, stelt De Waal.
Kans voor corporaties
“Voor woningcorporaties is de groeiende burgerkracht een belangrijke kans. Om tegenwicht te bieden aan een steeds grotere mate van overheidsbemoeienis moeten zij de burger - hun klant - meer beschouwen als bondgenoot en ook meer vrijheden geven.” De Waal onderstreept wel dat dit nog niet voldoende is. “Om naar echte burgermacht te komen moet afscheid worden genomen van vrijblijvendheid. Er is behoefte aan wettelijke rechten van burgers op experiment en initiatief. Zij moeten bestaande instellingen kunnen uitdagen en waar mogelijk een deel van hun dienstverlening overnemen. Deze machtsoverdracht zal helpen de maatschappelijke onderneming te ontvlechten uit de polder en partner te laten worden van diezelfde burger.”
U kunt een exemplaar van 'Burgerkracht met Burgermacht. Het einde van de maatschappelijke onderneming en het polderpaternalisme' bestellen via info@publicspace.nl