Op 1 juni jl. schreef minister Blok (Wonen en Rijksdienst) een brief aan de Tweede Kamer over zijn plannen met het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW). De VTW heeft aan twee leden van onze vereniging, Gerard Erents en Koos Parie, experts als het om het WSW gaat, gevraagd of zij hun visie willen geven over deze stap van de minister.
U kunt ons nieuwsbericht daarover hier teruglezen. Het WSW heeft zelf ook een reactie gegeven. Deze kunt u hier lezen.
De VTW heeft aan twee leden van onze vereniging, Gerard Erents en Koos Parie, experts als het om het WSW gaat, gevraagd of zij hun visie willen geven over deze stap van de minister. U kunt hieronder hun bijdrage lezen.
"Verdere beperking autonomie WSW"
"De minister heeft in een brief aan de TK aangegeven dat het WSW onder toezicht van de Autoriteit Woningcorporaties komt te staan. Op de website lijkt het WSW daar erg tevreden mee te zijn met als argument dat het WSW door de wettelijke vastlegging van de financiële beoordeling van corporaties afgeschermd zou worden van de politieke willekeur.
Daar valt heel wat op af te dingen.
De minister krijgt nogal wat bevoegdheden, zowel richting het bestuur (goedkeuring bij benoeming) als richting de Raad van Commissarissen van het WSW. Het zo ijverig en deskundig door het WSW ontwikkelde risicobeoordelingskader wordt straks integraal overgenomen in een AMvB. Dat klinkt mooi, maar de invloed van het WSW op eventueel in de toekomst gewenste veranderingen van dat kader worden toch onherroepelijk minder. Kortom het risicobeoordelingskader is in feite niet meer het eigendom van het WSW, maar weggeven aan de rijksoverheid.
En dan nog een adder onder het gras. Niet theoretisch is de situatie dat een corporatie gezien de financiële randvoorwaarden van het WSW geen ruimte krijgt van het WSW om te investeren. Lokaal oefenen gemeente en bewoners dan druk uit om juist wel te investeren. Vanuit de behoefte van de doelgroep en de veroudering van de voorraad van die corporatie zijn er ook argumenten genoeg om te bouwen. En ook de corporatie wil wel en kan dat praktisch realiseren door meer woningen te verkopen dan terug te bouwen. Maar dat maakt de positie t.o.v. de parameters van het WSW er niet beter op. Wat gebeurt er als de minister bepaalt dat de LTV best wat hoger mag.
Leuke patstelling, waarbij het WSW zal wijzen naar de financiële kaders en de politiek onder druk komt te staan om op dat punt wat water bij de wijn te doen. En waarom eigenlijk niet, diezelfde politiek vindt dat er zo’n 40% corporatiewoningen teveel zijn. Voorlopig kunnen we wel vooruit en later zien we wel weer, aldus de gebruikelijke politieke opstelling. De oude slogan ‘dan verkopen we toch wat meer woningen’ kan weer uit de kast. Benieuwd wanneer de eerste “Griekse” corporatie er is. En zo’n AMvB kan worden veranderd – strenger maar ook soepeler -, waarmee het WSW dat nieuwe risicobeoordelingskader zal moeten gaan hanteren. Anders gezegd, ook het WSW wordt een taakorganisatie van de overheid. En dat de rijksoverheid wel vaker iets invoert wat voor de corporaties financieel schadelijk is, dat weten we. Denk aan de verhuurdersheffing, de VPB – terwijl het WSW alleen nog DAEB woningen borgt -, aan de overcompensatieregeling, de garantieheffing en aan mogelijk weer een saneringsheffing.
Ook Aedes-voorzitter Calon wijst op de website van Aedes in het Dossier Financiën op het gevaar van politieke interventie. Wij zijn dat met hem eens.
Geruststellend schrijft het WSW “Voor corporaties verandert er in de kern op dit vlak niets”. Dat “in de kern” kun je beter vervangen door “op het eerste gezicht”. En dat is met meer zaken zo die het dagelijks werk van de corporaties nauwelijks beïnvloeden. De rode lijn is vermindering van de autonomie van de sector. Denk aan de goedkeurende bepalingen van de RvT bij een aantal bestuursbesluiten. Staat in alle statuten en de Governancecode schreef het voor, maar nu is het wettelijk verankerd. Toch een principieel verschil of je jezelf beperkt of dat die beperking wettelijk wordt opgelegd. En wat te denken van de investeringsgrens van 3 miljoen (daarboven is expliciete goedkeuring van de RvT vereist). Niet zelf bedacht, maar opgelegd. En de jaarrekening die niet meer wordt goedgekeurd, maar zelfs vastgesteld door de RvT. Daarmee krijgt de RvT steeds meer bestuurlijke taken.
Is er helemaal geen lichtpuntje te signaleren? Misschien het feit dat er over een aantal heikele kwesties meer duidelijkheid komt doordat de Woonautoriteit toezicht gaat houden op het WSW. Duidelijkheid over administratief of juridisch scheiden, over waarderen op marktwaarde of bedrijfswaarde. Meer eenduidigheid over die zaken zou zeker welkom zijn.
Ondertussen ontwikkelt het WSW zich steeds meer tot een regelmachine. Wettelijke verankering van al die regels lijkt dan de slagroom op de taart. Het risico van eerder meer dan minder politiek ligt dan op de loer."
Gerard Erents & Koos Parie