Passende huisvesting is de sleutelAlleen met passende huisvesting kun je het aantal mensen dat dakloos is, terugbrengen, zegt Simone van Raak, manager Wonen en Samenleving bij Zayaz. De woningcorporatie werkt hierin nauw samen met de gemeente ’s-Hertogenbosch en MO Den Bosch, de maatschappelijke opvang. Die samenwerking vindt Van Raak logisch: ‘Wonen is een basisvoorwaarde. Daarin hebben we een gezamenlijke ambitie: mensen buiten de opvang houden of hun verblijf zo kort mogelijk laten zijn.’ Dat betekent dat je het vraagstuk aan de voorkant moet aanpakken. Wie zich meldt bij de maatschappelijke opvang, krijgt standaard een intakegesprek bij de gemeente. Pas als je een goed beeld hebt van de situatie, kun je samen zoeken naar een passende oplossing. ‘Iemand kan door veel pech zijn woning kwijtraken: scheiding, werkloosheid, schulden.... Soms is er sprake van psychische problemen of verslavingsproblematiek.’ Wat de situatie ook is, passende huisvesting moet altijd onderdeel zijn van de oplossing. ‘Mensen die klaar zijn voor zelfstandig wonen helpen wij zo snel mogelijk aan passende woonruimte. Hoe korter de opvang, hoe beter. Daarmee bespaar je ook op maatschappelijke kosten, dat geld kunnen we inzetten voor iets anders.’ Woonruimte én inkomsten‘We zetten verschillende middelen tegelijkertijd in’, vertelt Van Raak. Vaak gaat het om meer dan een woning alleen, er is bijvoorbeeld ook geen inkomen. Dan is het belangrijk dat beide processen gelijktijdig lopen: als de woonruimte is geregeld, is er ook zicht op een uitkering. Dat lijkt vanzelfsprekend, maar is het niet. Vaak kun je pas een uitkering aanvragen met een vast adres. Maar om de huur van je woning te betalen, heb je inkomsten nodig. Heb je die niet, dan loop je al direct een huurachterstand op. Doordat gemeente, woningcorporatie en maatschappelijke opvang hun systemen meer op elkaar afstemmen en kijken naar de mens en zijn situatie, kunnen zij passende ondersteuning bieden. En juist dat is zo belangrijk. ‘We zien de samenstelling van de groep dakloze mensen veranderen. Mensen raken hun huis kwijt door een ingrijpende gebeurtenis, terwijl ze bijvoorbeeld nog wel een baan hebben. Zij kunnen doorgaans hun leven weer op de rails krijgen met huisvesting en ondersteuning. Deze groep wil je buiten de maatschappelijke opvang houden.’ Toch is het lastig zicht te krijgen op het aantal dakloze mensen, doordat veel mensen lange tijd bij vrienden of familie onderdak krijgen. ‘Het is ook niet erg om bij een scheiding tijdelijk bij bekenden te bivakkeren. Maar vroeg of laat raakt het sociale netwerk uitgeput en belandt iemand op straat.’ Korte lijntjesWoningcorporaties doen al veel om dakloosheid te voorkomen door bij huurachterstand snel contact op te nemen met de huurder en samen te zoeken naar een oplossing. Komt een huurder vanuit de maatschappelijke opvang, dan blijft er contact. ‘Onze wijkbeheerders houden een oogje in het zeil en kunnen met deze aanpak direct schakelen met de maatschappelijke opvang als ze vermoeden dat iets niet in orde is. Doordat de lijntjes kort zijn, kunnen we grotere problemen voorkomen.’ |