Herzieningswet naar de Eerste Kamer

Nadat de novelle/Herzieningswet toegelaten instellingen volkshuisvesting op 11 december jl. door de Tweede Kamer unaniem werd aangenomen, is het wetsvoorstel bij de Eerste Kamer aanhangig gemaakt (lees de brief van minister Blok). Het voorbereidend onderzoek is op 20 januari a.s. gesteld. Na afronding van het voorbereidend onderzoek zal het wetsvoorstel plenair worden behandeld. Minister Blok wil de wet per 1 juli 2015 laten ingaan.

De Tweede Kamer bracht 11 december nog een aantal belangrijke wijzigingen aan op het wetsvoorstel. Veel amendementen van de Kamer zijn het gevolg van de aanbevelingen van de parlementaire enquêtecommissie woningcorporaties.

Lees hier het wetsvoorstel na verwerking van alle amendementen.

Toezicht
Er komt een onafhankelijke woonautoriteit waaronder zowel het financieel als het volkshuisvestelijk toezicht komt te vallen. Die wordt ingericht volgens het inspectiemodel, met de minister als eindverantwoordelijke.

Huurdersinvloed
Een algemeen instemmingsrecht voor huurders bij beleidsbeslissingen van woningcorporaties ging de Tweede Kamer te ver. Wel zijn diverse wijzigingsvoorstellen aangenomen waardoor de positie van huurders wordt versterkt. Zo krijgen huurders instemmingsrecht bij fusie (uitgezonderd bij acute financiële redding) en het aangaan van verbindingen. Ook krijgen zij voortaan meer informatie over de financiën en investeringskracht van woningcorporaties en mogen zij informatie opvragen bij toezichthouders. Verder moet ten minste eenderde van de RvC bestaan uit huurdercommissarissen die op bindende voordracht worden voorgedragen door de huurders(organisaties). Indien deze niet tot een voordracht komen, moet de RvC er zorg voor dragen dat hetzelfde aantal commissarissen uit de huurders van de woongelegenheden van de corporatie wordt benoemd. De Overlegwet Huurders-Verhuurders is aangepast waardoor verhuurders moeten bijdragen aan de professionalisering van huurdersorganisaties.

Intern toezicht
Door de novelle is in de Woningwet geregeld dat een commissaris voor een periode van ten hoogste vier jaar wordt benoemd en dat deze een maal voor een periode van ten hoogste vier jaar kan worden herbenoemd. De corporatie moet, voordat de RvC commissarissen benoemt, de Minister verzoeken zijn zienswijze op de geschiktheid van de betrokken personen voor het lidmaatschap van de RvC en de betrouwbaarheid van die personen aan haar kenbaar te maken.
Bij amendement bepaalt de Woningwet dat een RvC lid bij een woningcorporatie niet samen met een collegacommissaris uit die desbetreffende RvC van die corporatie, in een andere RvC zitting mag hebben, ongeacht de branche. Dit moet de voordracht van ‘bekenden van’ in allerlei RvC’s voorkomen. Ook moet tenminste eenderde van de RvC bestaan uit huurdercommissarissen op bindende voordracht (zie onder Huurdersinvloed).

Leefbaarheid
De gemeente toetst of de leefbaarheidsactiviteiten van een corporatie passen bij de prestatieafspraken. Door de lokale beoordeling van deze activiteiten is maatwerk beter mogelijk.

De markttoets in herstructureringsgebieden wordt vereenvoudigd. Als de grond hier al in bezit is van een woningcorporatie, is een markttoets niet noodzakelijk wanneer de corporatie woningen sloopt om daar niet-DAEB-woningen terug te bouwen.

Minder administratieve verplichtingen
Woningcorporaties met een jaaromzet onder 30 miljoen euro met een klein aandeel niet-DAEB-bezit (maximaal 5 procent van de jaaromzet) hoeven hun activiteiten niet administratief te scheiden. Zij kunnen volstaan met een scheiding van baten en lasten aan het einde van het jaar. Deze maatregel heeft betrekking op ongeveer 65 procent van de woningcorporaties.

Europees aanbesteden
Ook is er een bepaling opgenomen om te voorkomen dat corporaties hun projecten Europees moeten aanbesteden.

Grootte corporatie
De overheid is niet in de positie om corporaties te dwingen zich te splitsen, vindt de Kamer in een reactie op een amendement van de PvdA en SP.

Bedrijfslasten
De Kamer verwierp het amendement van de PvdA om de bedrijfslasten van corporaties te maximeren. Wel is een motie van het CDA aangenomen om een jaar na inwerkingtreding van de wet de Aedes-benchmark te evalueren. En te zijner tijd zo nodig deelname voor alle corporaties verplicht te stellen.

De Kamer nam verder een motie aan die stelt dat het salaris van directeur-bestuurders van corporaties onder de CAO thuis horen. De Kamer verzocht de minister dit signaal aan Aedes over te brengen.


Terug