Volkshuisvestelijk toezicht in ontwikkeling

Tot 1 januari 2014 was het volkshuisvestelijk toezicht bij een aparte eenheid binnen het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) ondergebracht. Vanuit de visie dat goed toezicht onafhankelijk is en toezichthouden en beleid maken aparte vakgebieden zijn, zijn de meeste toezichthoudende taken binnen de rijksoverheid ondergebracht bij aparte organisaties. Bijvoorbeeld de inspectie op de arbeidsomstandigheden bij de Inspectie SZW en het toezicht op de gezondheidszorg bij de Inspectie Gezondheidszorg. De scheiding van beleid en toezicht creëert zuiverheid in rollen. De ministeries maken beleid en regels en is stelselverantwoordelijk. De onafhankelijk toezichthouders zien erop toe dat personen, bedrijven of maatschappelijke organisaties zich aan de regels houden.

Daarom wordt het volkshuisvestelijk toezicht vanaf 1 januari 2014 namens de minister voor Wonen en Rijksdienst uitgevoerd door de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT). Dat betekent onder meer dat een woningcorporatie voortaan de Individueel Oordeelsbrieven van de ILT krijgt, inspecteurs van de ILT langskomen en correspondentie niet meer gevoerd wordt met het ministerie, maar met de ILT, behalve als het gaat over zaken die wetgeving of beleidsaspecten aangaan.

Vernieuwing van het toezicht
In 2012 heeft de minister van BZK een commissie ingesteld (commissie Hoekstra) om lessen te trekken uit incidenten met speculaties door woningcorporaties. De commissie onderzocht onder meer welke prikkels in het woningcorporatiestelsel leidden tot ongewenste financiële risico’s en hoe die beheersbaar gemaakt konden worden. Eén aanbeveling van de commissie heeft geresulteerd in een opdracht van de minister van Wonen en Rijksdienst aan de ILT om het toezicht proactiever, risicogerichter en meer door inspecties ter plaatse ("on site") vorm te geven.

ILT wil efficiënt toezicht houden en de toezichtlast voor de sector beperkt houden. Dat wil zeggen dat gewerkt wordt aan vernieuwing van het toezicht waarbij toezicht gehouden wordt op basis van een risico-analyse die:

  • themagericht is, waarbij proactief onderzoek gedaan zal gaan worden naar thema’s die voor de sector als geheel een risico vormen
  • en kijkt naar risico’s op corporatieniveau, waarbij ‘rode vlaggen’ op kunnen lichten per corporatie op die aspecten die een mogelijk risico vormen, zoals een slechte score op governance bij een visitatie.

Als een woningcorporatie niet goed scoort in de risico-analyse, vindt een inspectie plaats. Dat wil zeggen dat de inspecteurs langskomen en inzoomen op een aantal aspecten. Dat wil niet zeggen dat er bij de onderzochte woningcorporatie per definitie iets aan de hand is, maar wel dat de score in de risico-analyse vragen heeft opgeroepen of dat er signalen zijn binnengekomen die een nader onderzoek waard zijn.

ILT zoekt bij de vernieuwing van het toezicht de samenwerking met relevante partijen.

Zie voor meer informatie: http://www.ilent.nl/onderwerpen/leefomgeving/woningcorporaties/


Terug