Dromen over nieuwe woonvormen voor ouderen, zoals het pamflet Rebellie in participatie beschrijft, vraagt om een open houding van toezichthouders van woningcorporaties, zorg- en welzijnsorganisaties. Dat stelt Aziza Aachiche, adviseur Sociaal in vastgoed én commissaris bij de corporaties SSW en Domesta en bij zorgorganisatie Beweging 3.0.
Tekst: Lisette Vos
Aan nieuwe woonvormen voor ouderen die tussen zelfstandig wonen en verpleegzorg in zitten, bestaat grote behoefte. De Haagse Hogeschool doet onderzoek naar initiatieven met een rebelse aanpak: bestuurders en ondernemers die het net even anders aanpakken en de dromen van de bewoners centraal stellen. De VTW en de NVTZ (toezichthouders zorg en welzijn) werken mee aan dit onderzoek. Onderdeel van het onderzoek is de participatie: hoe kom je samen met de ouderen tot nieuwe woonvormen? De onderzoekers hebben de uitkomsten opgeschreven in het pamflet Rebellie in participatie.
Denken vanuit de vraag van ouderen
Volgens Aachiche denken rebelse initiatiefnemers (van corporaties tot sociaal ondernemers) niet vanuit het aanbod, maar vanuit de vraag van de ouderen zelf. ‘Dat is de crux. Zij staan radicaal open voor grote dromen en tegendraadse ideeën van bewoners. Dat betekent dat de ouderen écht participeren. Dat is heel iets anders dan twee bijeenkomsten organiseren, en dan klaar. Vanaf het allereerste begin zijn de bewoners een serieuze partij.’
In de praktijk levert deze aanpak dilemma’s op, ook voor het toezicht van de betrokken partners. Om deze nieuwe woonvormen te realiseren, werken in veel gevallen partners in wonen, zorg en welzijn samen, al die organisaties moeten open staan voor rebellie in participatie. ‘Toezichthouders zitten niet aan het stuur, maar zij hebben ook een verantwoordelijkheid. Het is best ingewikkeld, want hoe pak je je rol in die samenwerking, waarin niet de organisaties, maar de vraag van de bewoners centraal staat?’
Bestuurders de ruimte geven
Volgens Aachiche moeten toezichthouders van corporaties, zorg- en welzijnsorganisaties verder kijken dan het belang van de eigen organisatie en de bestuurder ruimte geven. ‘Dat kan voelen als een risico. Maar je moet durven loslaten. Als je bijvoorbeeld direct begint over de businesscase, dat die wel rond moet zijn, dan sla je direct alle creativiteit plat. Je moet kunnen accepteren dat de eerste fase een fase van onzekerheid is. Sterker nog, je moet het toejuichen dat de bestuurder durft te dromen.’
Dat betekent niet dat de toezichthouder geen vinger aan de pols moet houden. Aachiche stelt dat de eigen bestuurder onder meer inzicht moet geven in de betrokkenheid en medewerking van de andere partners. ‘Het is belangrijk dat alle partners de intrinsieke motivatie moeten hebben om te kiezen voor de rebelse aanpak. Als je bewoners de ruimte geeft om radicaal te dromen, dan moet je ook met de uitkomsten aan de slag. Hoe staan de andere partners erin, welke kansen en risico’s zien zij? Daar moet je aan de voorkant open en eerlijk over zijn. Anders loop je in een latere fase risico, als blijkt dat niet iedereen er hetzelfde in staat. Vraag de bestuurder daar naar.’
Doel participatie
Het is daarnaast relevant om na te vragen wat het doel is van de gekozen vorm van participatie, stelt Aachiche. ‘Je kan van alles optuigen met de samenwerkende partners, maar als je niet precies weet wat je met de participatie wil bereiken en wat je met de uitkomsten gaat doen, schiet je je doel voorbij. Houd steeds de vinger aan de pols: wat is het doel en voor wie doen we dit allemaal? En wat is de meerwaarde van het anders of ‘rebels’ aanpakken? Natuurlijk is de bestuurder als eerste verantwoordelijk, maar toezichthouders kunnen hem of haar een spiegel voorhouden. Juist omdat ze op enige afstand staan, kunnen zij polsen of de organisatie en de samenwerkende partners nog op de goede weg zijn.’
Ontmoeting toezichthouder
Aachiche, zelf commissaris in wonen en zorg, vindt het een goede zaak dat toezichthouders van de samenwerkingspartners in wonen, zorg en welzijn elkaar ontmoeten, als ze samen kiezen voor een rebelse aanpak. ‘Het is belangrijk om drijfveren en dilemma’s met elkaar te delen, aan de voorkant van de samenwerking. Dan weet je wat je aan elkaar hebt. Je kan zelf vertrouwen en ruimte geven aan de eigen bestuurder, maar hoe staan andere toezichthouders hierin? Hoe is hun relatie met de bestuurder?’
Boodschap aan toezichthouders
Aachiche maakt geen onderscheid tussen toezichthouders in verschillende sectoren: zij staan voor dezelfde opdracht bij nieuwe woonvormen voor ouderen. Haar boodschap? ‘Heb een open houding, ook als toezichthouder. Wees, net als het bestuur, open en eerlijk bij de start van de samenwerking. Iedereen moet de bereidheid tonen om echt op een vernieuwende manier te willen ontwikkelen en bouwen, en daarbij altijd het doel van de bewoners voor ogen houden.’
Meer informatie over programma Verantwoorde rebellie (plus pamflet Rebellie in participatie): https://www.verantwoorderebellie.nl/
Interview VTW met Joost van Hoof, lector Urban Ageing, over onderzoek naar nieuwe woonvormen senioren