Recensie: 'Goede mensen, mooi werk' van Mathieu Weggeman

Het boek 'Goede mensen, mooi werk – Verhalen over vakmanschap, schoonheid en leiderschap begint met een waarschuwing, namelijk dat niet alles wat geschreven is (en met name van de verhalen uit de overlevering) ook helemaal juist hoeft te zijn maar dat het in essentie gaat over het verhaal achter die verhalen. De schoonheid. Net als het tegeltje wat op Mathieu Weggemans’ kamer hangt: “Goedemorgen, ik kom hier mooie dingen maken” en de uitspraak van Rüdiger Safranski bij het eerste deel van het boek: “het is de kunst om in de chaos die ons omringt een verhaal te vinden wat een tijdje klopt”.

Deze recensie is geschreven door Wimjan Bos, lid RvC Centrada

Terwijl de wereld om ons heen krampachtig op zoek is naar feiten in plaats van alternatieve waarheden, lijkt Weggeman juist de schoonheid in het verhaal te zoeken. Een mooie aftrap die de tegenhanger moet vormen van de kritiek op veel organisaties: ze zijn vijanden van de mens; zorgen voor stress, burnouts en zijn louter op winst uit. Waarom werken we er dan nog? Zitten we gevangen in de structuren of bieden ze ruimte voor ontplooiing?

Verhalen over vakkundigheid en schoonheid op de werkvloer
In ‘Liefde voor het vak’ neemt Weggeman ons mee in de leven van ingenieurs, om het mooiste en beste te maken. Hij schetst de zoektocht van Millennials om een positieve impact te maken maar daarvoor geen ruimte krijgen van hun bazen. En ook over de liefde tussen mens en machine, waar mensen met veel respect spreken over de producten die ze maken. Als tegenhanger wordt een verhaal over Bureaucratium opgevoerd, een zogenaamd nieuw scheikundig element wat ervoor zorgt dat alle (organisatie) processen als vanzelf stil komen te staan. Even grappig als waar. Als waarschuwing voegt Weggemans toe dat managers vooral ruimte krijgen waar vakkundigheid ontbreekt. Een bekende klacht.

In de verhalen klinkt het belang van regelruimte voor professionals door en ook dat van bedrijfstrots. Als voorbeeld beschrijft hij twee bierbrouwers waar de ene die trots kan mobiliseren en de ander ze miskent. Ook hier weer met een doorslaggevende rol van bestuurders en managers.

Veel verhalen dus over succes en falen. Van professionals die zich laten verleiden om van gebaande paden af te wijken. Door charme of overtuiging van anderen, of gewoon nieuwsgierigheid. En van een buschauffeur die zijn werk met overtuiging doet maar ontslagen wordt. Chirurgen die een operatie als een symfonie uitvoeren en een leraar die je nieuwe perspectieven geeft. Organisaties als gemeenschappen met een ideaal, die zich romantisch kunnen uitdrukken zoals Philips Lichtdivisie

Weggeman presenteert in rap tempo kleine juweeltjes van verhalen; edelstenen, als je er licht op laat vallen. Ze geven een schittering, of je nu manager bent of professional. Ze leren en inspireren, maar bovenal ze relativeren. 1 verhaal vertelt soms meer dan 100 managementboeken.

Niet alleen ‘schitterend’ maar soms ook heel actueel. Zo ook 'Heute for Morgen', een BMW fabriek speciaal voor ouderen. Een raak thema, immers, we krijgen steeds meer ouderen en hun pensioen wordt voor de jongere populatie op den duur onbetaalbaar. Waarom niet veel meer aandacht om leuk werk en gezond werk voor ouderen te houden

Aan zelfspot geen gebrek: over zijn rol als kwaliteitsmanager bij Philips NatLab met de opmerking door destijds een onderzoeker: “we hadden voor jou een apparaat kunnen kopen”, om de relativiteit van zijn eigen functie aan te tonen.

De derde sectie “Verhalen over managers en professionals” is wat klassieker: over bazen die de werkvloer niet begrijpen en omgekeerd en over keuzes over zelforganiserende teams. Maar voordat het saai wordt ook hier weer verhalen over hoe de mooiste ideeën ontstaan als je ze niet verwacht en niet nodig hebt. Alleen door ruimte te geven.

Schoonheid als nieuwe succesfactor voor organisaties
Weggeman eindigt zijn tocht langs de schoonheid met een essay over het 'Esthetisch perspectief op de organisatie'. Een mooie stijlvorm om alles nog eens samen te vatten. Zijn pleidooi om in organisatiekunde niet alleen naar het ware en het goede te kijken maar ook het schone. In het essay demonstreert Weggeman dat hij niet alleen een goed verhalenverteller is maar ook een echte adviseur. Hij brengt de zoektocht naar organisatorische schoonheid terug tot een fijne matrix van schoonheid van het resultaat op de verticale as en schoonheid van het proces op de horizontale as. Begrijpelijk willen we allemaal in ‘the magic quadrant’ zitten. Ook zijn adviezen zetten aan tot denken waarbij ruimte voor medewerkers, teamflow en sturen op collectieve ambitie het meest tot de verbeelding spreken.

Een mooi slotakkoord van een boek wat de schoonheid in herkenbare verhalen zichtbaar maakt. Ook een boek waar bestuurders en commissarissen een pleidooi lezen voor ruimte voor vakmanschap en meer dan voldoende waarschuwingen bevat voor iedereen die daar grenzen aan wil stellen omwille van korte termijn resultaten. De opdracht voor ‘lange termijn waardecreatie’ zoals die bij bestuurders en commissarissen is neergelegd in onze Corporate Governance code lijkt met dit pleidooi voor schoonheid weer een stukje verder ontrafeld.


Terug