‘Als het af en toe niet ongemakkelijk voelt, doe je iets niet goed’ - Interview met Jenneke Welmers, een jaar vicevoorzitter RvC Parteon

Jenneke Welmers, sinds een jaar vicevoorzitter RvC van Parteon, vindt dat de maatschappelijke opgave van corporaties centraal moet staan. Ze houdt een pleidooi voor  toezichthouders om buiten hun comfortzone te treden. ‘Als het af en toe niet ongemakkelijk voelt, doe je iets niet goed.’

Tekst: Lisette Vos

Na een lange carrière in de financiële sector nam Jenneke Welmers in 2018 een opmerkelijke afslag in haar loopbaan. Ze maakte – na een korte pauze - de overstap van een directierol bij ABN AMRO naar de protestantse kerk. Ze wilde in haar werk meer maatschappelijk betrokken zijn en niet alleen financiële doelen halen. Tegenwoordig is Welmers partner van adviesbureau Hoek Consultants.  

Als toezichthouder in de zorg én als vicevoorzitter RvC van corporatie Parteon is die maatschappelijke betrokkenheid alleen maar gegroeid. De corporatiesector boeit haar mateloos. ‘De sector heeft voor buitenstaanders een suffig imago, maar dat is niet terecht. De maatschappelijke vraagstukken, zoals de bouw van betaalbare huizen en duurzaamheid, zijn interessant en complex. Corporaties zijn afhankelijk van partners om hun maatschappelijke opdracht op een goede manier te vervullen.’

Uitgesproken ambities
Welmers is een jaar vicevoorzitter van de RvC van Parteon. Ze werd gevraagd om te solliciteren toen ze – als toezichthouder in de zorg - de opleiding tot commissaris bij Public Academy volgde. Welmers twijfelde niet: de uitgesproken ambities van Parteon in de verduurzaming spreken haar zeer aan. ‘Het credo is: “Als wij het niet doen, wie doet het dan wel.” Dat ondernemerschap past mij, veel meer dan dat we alleen op de winkel passen.’

Aan haar rol als toezichthouder heeft ze even moeten wennen. Wat is wél jouw rol, wat niet. Hoe verhoud je je tot het bestuur? Volgens Welmers moet de RvC beschouwende processen volgen. ‘Ik ben als toezichthouder veel meer benieuwd naar de afwegingen die een bestuurder maakt. Stukken waarin tot in detail wordt beschreven wie wat heeft gedaan, in een soort besluitboom, zijn minder relevant. Als je de afwegingen van het bestuur begrijpt, is het goed. Je hoeft het dan niet altijd met elkaar eens te zijn.’

Zonder visie nemen de boekhouders het over
Ze vindt dat de corporatiesector – inclusief het toezicht – te veel op de traditionele financiële parameters leunt om de koers vast te stellen. ‘In de financiële sector is het gezegde: “Als je geen visie hebt, nemen de boekhouders het over.” De maatschappelijke opgave moet centraal staan. Dat je als corporatie winst maakt, maar niet voldoende huizen heb gebouwd, moet je niet willen. De discussie over bedragen gaat vaak te veel over details, over cijfers achter de komma. Dat biedt alleen schijnveiligheid.’   

Dat de samenwerking met andere partners vaak stroperig is, valt haar ook op. Welmers mist soms – zoals ze dat noemt – zakelijke executiekracht bij een deel van die partners. ‘Het is altijd lastig om met veel partijen samen te werken. Maar soms denk ik dat we meer moeten doorpakken, we komen niet verder als iedereen zich ermee bemoeit. Maatschappelijke partijen in het middenveld mogen wel zakelijker zijn. Het lijkt soms of ze het lastig vinden om het met elkaar oneens te zijn. Natuurlijk kunnen we de opstelling van andere partners niet beïnvloeden, maar wat kunnen wij doen om daar zelf zo min mogelijk last van te hebben?’

Lastige gesprekken niet uit de weg gaan
Welmers houdt een pleidooi voor toezichthouders om vaker buiten hun comfortzone te treden. Dat betekent onder meer grenzen opzoeken, lastige gesprekken durven te voeren. ‘Als het af en toe niet ongemakkelijk voelt, moet je je afvragen of je als RvC goed bezig bent.’

De RvC moet de bestuurder juist vertrouwen geven om op de lijntjes te kleuren, als dat de maatschappelijke opgave ten goede komt. ‘Hij moet weten dat wij als RvC onze zegen geven. En dat als het misgaat, dat we bij hem staan. We moeten de bestuurder een veilige omgeving bieden. Het huurdersplatform gaf de ambitieuze plannen om te verduurzamen bijvoorbeeld geen prioriteit, maar hij heeft met goede afwegingen toch doorgezet. Dat vind ik een sterke move. Huurders kunnen, zeker met de stijgende gasprijzen, juist profiteren van een duurzaam huis.’   

Eigen rol relativeren
Welmers neemt geen blad voor de mond, maar kan ook goed leven met een besluit waar ze het niet mee eens is. ‘Als je de maatschappelijke opgave als uitgangspunt neemt, voer je veel makkelijkere gesprekken. Daar gaat het om. Als je je eigen rol relativeert, helpt dat ook. Als ik het met een voorstel niet mee eens ben, en we slaan toch die weg in, is dat prima. Daarin ben ik ook heel zakelijk.’ 


Terug