Toezichthouders hebben de gezamenlijke opgave van netwerken in zorg en welzijn én het belang van mensen om wie het gaat vaak onvoldoende in het vizier. Onbewust focussen zij in het toezicht vooral op de effecten op de eigen organisatie. Dat stelt Barbara Geurtsen die een verkennend onderzoek deed naar de invloed van intern toezicht op de meerwaarde van lokale netwerken.
Tekst: Lisette Vos
Barbara Geurtsen, adviseur governance van netwerken en onder anderen vice-voorzitter van de RvT van welzijnsorganisatie Lumens, ondervroeg 15 intern toezichthouders in zorg en welzijn voor haar onderzoek aan de Open Universiteit (Managementwetenschappen). Zij houden allen toezicht op een zorg- en/of welzijnsorganisatie die onderdeel uitmaakt van een zorgnetwerk. Corporaties maken in sommige gevallen ook onderdeel uit van dat lokale netwerk.
Alle toezichthouders hebben de meerwaarde van lokale netwerken voor de eigen organisatie goed in beeld (100 procent). Maar de meerwaarde voor de gezamenlijke opgave én voor de mensen met een hulpvraag hebben zij veel minder vaak in het vizier. In percentages: gezamenlijke opgave (45 procent van de toezichthouders) en mensen met een hulpvraag (27 procent). Geurtsen: ‘Dat vind ik best een schokkende uitkomst. Organisaties werken juist samen om mensen die hulp nodig hebben vooruit te helpen.’
Verklaring voor focus op eigen organisatie
Dat toezichthouders onbewust vooral focussen op de eigen organisatie, en niet op de gezamenlijke opgave en de mensen om wie het gaat, is volgens Geurtsen wel te verklaren. De bestaande vorm van intern toezicht is gericht op de eigen organisatie en bestuur én niet op het netwerk. ‘Als RvT of RvC ben je bijvoorbeeld vooral afhankelijk van de informatie van de bestuurder. Je krijgt doorgaans niet de info vanuit het netwerk zelf. Dan verzand je onbewust al snel in een gesprek over de effecten op de eigen organisatie.’
Wisseling perspectief
Toezichthouders moeten van perspectief kunnen wisselen in de dialoog met het bestuur over de lokale netwerken: wat is de meerwaarde van het netwerk voor bewoners, voor de samenwerking onderling én wat zijn de effecten op de eigen organisatie? Dat is een leerpunt, stelt Geurtsen. ‘Je moet als RvT bewust zijn van die verschillende perspectieven. Die lokale netwerken zijn er om mensen met een hulpvraag vooruit te helpen. Daar draait het om. Maar je moet ook naar het effect op de eigen organisatie kijken, de continuïteit speelt ook een rol. Die belangen moet je steeds afwegen, dat is spannend. Want wat is dan het goede en voor wie?’
Praktijk weerbarstig
Volgens Geurtsen is de praktijk van toezicht op lokale netwerken weerbarstig. Als vice-voorzitter van de RvT van welzijnsorganisatie Lumens moet zij er zelf voor waken om niet in de bekende valkuil te stappen, bekent ze. ‘Als ik met onze bestuurder spreek over samenwerking in lokale netwerken, dan focus je al snel op de eigen organisatie, en de mogelijke risico’s. Het is belangrijk om je daar bewust van te zijn en tegenwicht te bieden. Dat levert spanningen en dilemma’s op. Die moet je als RvT leren signaleren en bespreekbaar maken.’
Toezichtvisie
De RvT van Lumens zet samen met het bestuur concrete stappen om het intern toezicht op lokale netwerken vorm te geven. Zo zetten zij op een rij welke lokale netwerken in zorg en welzijn op de agenda van de RvT terug gaan komen. Daarnaast gaan bestuur en toezicht tijdens een themasessie de wederzijdse verwachtingen over de meerwaarde van lokale netwerken en de rol van toezicht bespreken. De uitkomst moet volgens Geurtsen onderdeel worden van de toezichtvisie. ‘Als je samen een fundament legt, kan je betere afwegingen maken over de belangen en meerwaarde van de lokale netwerken versus de belangen van de eigen organisatie.’
Aanbevelingen
Geurtsen sluit haar onderzoek af met drie aanbevelingen voor toezichthouders. Ga in dialoog met het bestuur: bespreek onder meer de rol van intern toezicht in de context van netwerken en verrijk de toezichtvisie. Zorg voor meer kennis over de governance van netwerken in de RvT of RvC. Zet concrete stappen: leer en experimenteer. ‘Organisatienetwerken spelen een steeds grotere rol, maar de rol van toezicht is nog onderbelicht. Mijn onderzoek is een eerste verkenning.’
Meer onderzoek naar lokale netwerken
De VTW heeft toezicht op de lokale netwerken hoog op de agenda staan en werkt hierin samen met hoogleraar Patrick Kenis, hoogleraar Public Governance aan de Tilburg University. Op initiatief van de VTW doet hij samen met Cor van Montfoort onderzoek naar de governance van lokale netwerken waar zeven corporaties aan deelnemen. Dit onderzoek wordt gefinancierd door BZK, Aedes en de VTW. Het onderzoek wordt ook verbreed. In juli van dit jaar heeft de NWO aan drie onderzoeken naar vernieuwing van toezicht financiering toegekend. Het onderzoek van Patrick Kenis (één van drie onderzoeken) richt zich op de ontwikkeling van innovatieve vormen van toezicht voor organisatienetwerken in zorg, wonen, onderwijs en veiligheid.
Meer informatie
De publieksversie van het onderzoek van Barbara Geurtsen is op te vragen op de website van het Levinas instituut.
Onderzoek Patrick Kenis (financiering door NWO)
VTW Special Governance lokale netwerken (oktober 2019)