Samenwerking centraal bij conferentie zeven toezichthoudersverenigingen

Zeven verenigingen van toezichthouders organiseerden op 22 september 2021 een conferentie over praktijkleren rond het thema ‘vernetwerking’. De conferentie had de relationele dynamiek van samenwerking tussen organisaties als thema. Actuele brede maatschappelijke opgaven verhouden zich steeds minder goed tot de smalle kaders van onze organisaties. Deze worden daarmee onderling afhankelijker. Meer samenwerking dus, waarbij de ‘eigen’ resultaten deel worden van een collectieve prestatie van meerdere ‘netwerkpartners’. Hoe beoordeel je als toezichthouder dan de kwaliteit van die collectieve prestatie én de bijdrage van de eigen en de ‘nieuwe’ organisatie daaraan? Is toezicht op netwerk-niveau mogelijk en nodig?

Potentieel van samenwerking
De toezichtverenigingen uit de breedte van het maatschappelijke veld (woningcorporaties, gehandicaptenzorg, onderwijs, kinderopvang, coöperaties, cultuur en pensioenen) stellen een meer ontwikkelende benadering voor die zich richt op het beter benutten van de dynamiek van samenwerking en de verbetering van de kwaliteit van werkrelaties tussen organisaties. Dit om het ‘potentieel’ van die samenwerking beter te kunnen beoordelen, benutten en organiseren. Binnen de samenwerking van partijen die elkaar – nog – niet zo goed kennen kan sprake zijn van emoties, verschillende gelaagdheden, ontbreken van houvast en nieuwe patronen vanwege het ontbreken van formele relaties. Dat levert nieuwe rollen en taken voor toezichthouders op. Vanuit de toezichthoudende verenigingen is het idee ontstaan regionale praktijkkringen voor toezichthouders rond actuele (maatschappelijke) netwerk-vraagstukken te initiëren

Casus energietransitie Drechtsteden
Vicevoorzitter Mieke Reynen lichtte samen met bestuursadviseur Mechteld van der Vleuten de casus van de energietransitie in de Drechtsteden toe. In de Drechtsteden werken zes corporaties samen aan een grote energietransitie, de aansluiting van circa 38.000 huurwoningen op het warmtenet van afvalverbrander HVC. Na een introductie op het project gingen zij in op de behoeften van de RvC in zo’n traject, welke dilemma’s en aandachtspunten er waren en nog zijn en wat de samenwerking ons brengt. Omdat het zo’n complexe materie is, is het toezichtsvraagstuk vooral ook een kennisvraagstuk. Hoe zorgen de RvC’s er voor dat ze er genoeg verstand van krijgen om goed te kunnen beoordelen of hun bestuurder de juiste dingen doet? Juist in een situatie dat de corporaties ook afhankelijk zijn van elkaar: we gaan allemaal over op het warmtenet of niet. Daarom is een speciaal overleg ingevoerd met bestuurders en steeds één commissaris, om inhoudelijk goed op de materie in te gaan. In dit overleg zijn gezamenlijk alle risico’s uitgediept, second opinions aangevraagd en bestudeerd, de intenties besproken en vastgelegd en daarna vertaald in een juridische samenwerkingsovereenkomst. En op die basis kon iedere corporatie en iedere RvC zelf voorzien in de eigen besluitvorming.

Samen kom je verder
De samenwerking heeft veel gebracht. Meer kennis en inzicht, een stevige onderhandelingspositie, stimulans van regionale samenwerking binnen de gemeenten en het opende andere perspectieven om meer voor elkaar te kunnen betekenen, over het eigen organisatiebelang heen. Onderwerpen als huisvesting doelgroepen, vitale en leefbare wijken en verbinding van wonen, zorg en welzijn lenen zich hier prima voor. Want, “alleen ga je misschien sneller, maar samen kom je verder!”.

Mechteld van der Vleuten
Bestuursadviseur Trivire


Terug