In het politiek nieuwsoverzicht van deze week de volgende onderwerpen: VVD Kamerlid Koerhuis blijft botsen met minister Ollongren over woningbouw; de SP komt in actie tegen sloop Tweebosbuurt in Rotterdam; de minister denkt dat meer financiéle steun voor woningbouw nodig is; wat partijen zeggen over de woningmarkt in de formatie; zorgen bij ChristenUnie over commerciële partijen die tijdelijk sociale huur realiseren; wordt het nog wat met de wooncoöperaties?; en CDA stelt vragen over uitbreiding puntensysteem in huursector
VVD Kamerlid Daniel Koerhuis blijft demissionair minister Ollongren op de huid zitten. De woordvoerder Wonen van de grootste coalitiefractie is ongeduldig. Voor wie de laatste jaren wel eens een woondebat gevolgd heeft, of Koerhuis' actieve twitterfeed volgt, zal het niet ontgaan zijn: "bouwen, bouwen, bouwen" is zijn motto. In een Kamerdebat over de woningbouwimplus waren Koerhuis en Ollongren het opnieuw niet eens over de inzet om meer te bouwen.
Plancapaciteit
Volgens Koerhuis is er meer plancapaciteit nodig om de bouwopgave te kunnen halen. Hij wees daarbij onder andere op cijfers van het Economisch Instituut voor de Bouw, waaruit zou blijken dat er de komende tien jaar 1,2 miljoen huizen aan plannen moeten liggen. Ollongren komt slechts tot een kleine 1 miljoen voor de periode tot 2030.
"Ik vind het schadelijk wat de minister hier zegt. Het moet echt omhoog. Als de minister zegt het is goed zo, dan krijgen we het niet omhoog. Ziet de minister die urgentie wel?" aldus Koerhuis.
De VVD-er kreeg bijval van CDA-Kamerlid Pieter Heerma, die eveneens aandrong op meer plancapaciteit. "Ik heb het gevoel dat moties niet worden uitgevoerd", aldus Heerma.
Ollongren verdedigde zich door te stellen dat zij zelf afgelopen jaren de lat hoger heeft gelegd door de plancapaciteit te verhogen. "We weten dat de plancapaciteit naar 130 procent moet uitval, maar het begint daar wel. Daarna gaat het om vergunningen, ontwikkeling en realisatie", aldus de minister.
In de Kamer gingen stemmen op om meer inzicht te krijgen in de samenstelling van huishoudens om daarop gericht te kunnen bouwen. Volgens Ollongren is dat nu slechts voor eenderde goed in kaart gebracht.
Gebieden: Amersfoort, de Gnephoek, Valkenburg, Katwijk en Rijnenburg
In hetzelfde debat zegde minister Ollongren de Kamer toe op om specifieke casussen terug te komen. Zo wil ze deze zomer het addendum Amersfoort aan de woondeal Utrecht afronden. Ook wil ze op korte termijn de voortgang Gnephoek delen. Op korte termijn moet hier het bestuurlijk overleg starten.
Verder wil ze direct na de zomer in overleg met de regio Noord-Holland Noord over de gevraagde woondeal aldaar en gaat ze na welke knelpunten er liggen bij de bouw in Valkenburg en Katwijk.
Koerhuis vroeg haar wederom om de motie uit te voeren die haar oproept om Utrecht een aanwijzing te geven om te gaan bouwen in Rijnenburg, maar tot zijn frustratie weigert ze dat te doen.
"Een aanwijzing schiet niks op. Dan is er nog geen euro geregeld. Rijnenburg zou een plek kunnen zijn om woningen te bouwen, maar het is niet nodig voor de plancapaciteit", aldus de minister, die toevoegde dat momenteel onderzoek loopt naar de ontsluiting van Rijnenburg.
Woningbouwimpuls
Koerhuis drong tijdens het debat aan op strengere voorwaarden voor de woningbouwimpuls. Volgens hem wordt dit overheidsgeld ook ingezet voor dure woningen van 750.000 euro en dat zou volgens hem niet meer mogen.
Ollongren stelde echter dat een dergelijke voorwaarde niet verstandig is. "Soms zitten duurdere huizen in de plannen om het dekken van publieke kosten. Als je dat gaat uitsluiten worden die publieke kosten alleen maar groter. Dan kan ik minder woningen realiseren", aldus de minister. "De woningbouwimpuls vult aan om die kosten te dekken of om meer betaalbare woningen te kunnen bouwen."
In de Kamer gingen breed stemmen op om de woningbouwimpuls te verlengen. Onder andere PvdA-Kamerlid Nijboer riep op om dit vooruitlopend op de formatieonderhandelingen vast te regelen. Ollongren toonde zich voorstander van verlenging, maar vond het te vroeg om hierover al een uitspraak te doen. De kans is groot dat het zittende kabinet op Prinsjesdag besluit de regeling te verlengen indien er op dat moment nog geen nieuw kabinet zit.
Tweebosbuurt
Ollongren kwam met SP-Kamerlid Beckerman in aanvaring over de vernieuwing van de Tweebosbuurt in Rotterdam. Beckerman wees haar op zorgen van de Verenigde Naties dat mensenrechten zouden kunnen worden geschonden. "De armen worden weggesloopt en dat met subsidie van het Rijk", aldus Beckerman, die wilde weten of die subsidie ook doorgaat als gemeente en corporatie Vestia zich niet aan de regels houden.
Ollongren stelde echter dat wijkvernieuwing nodig is. "Dat gaat de gemeente veel opleveren. Verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving, veiligheid, diversiteit", aldus de minister, die overtuigd is dat Vestia zich aan de afspraken zal houden.
Wel wil Ollongren bij de gemeente navragen hoe het zit met de vragen vanuit de VN en zegde toe de Kamer hierover te informeren.
Financiële steun
In een Kamerbrief bevestigde Ollongren dat uit onderzoek blijkt dat zonder financiële steun vanuit het Rijk "er onvoldoende wordt gebouwd, in een lager tempo en met minder betaalbare woningen".
In de Kamerbrief kwam ze specifiek terug op de 14 aangewezen grootschalige woningbouwgebieden (waaronder een aantal hierboven reeds genoemd)
"Op deze locaties kunnen tot 2040 circa 440.000 woningen (waarvan circa 210.000 in de periode tot 2030) worden gebouwd", aldus de minister.
"De realisatie van deze gebieden vraagt dan ook om forse financiële investeringen en zal een veelvoud aan private investeringen betreffen. Het grootste deel van de publieke investeringen hebben betrekking op de infrastructuur."
Via de uitgewerkte businesscases wordt inzichtelijk hoe de bekostiging van de gebieden eruitziet en geven een raming van de benodigde publieke investeringen. "Het is aan het nieuwe kabinet hoe dit moet worden ingevuld en hoe de inzet van het Rijk en de regio voor de verdere ontwikkeling van deze locaties en infrastructuur verder vorm krijgt", aldus Ollongren.
Kamerbrief: Rapportage investeringsraming 14 grootschalige woningbouwgebieden
Rapport: Business case aanpak 14 grootschalige gebieden
Evaluatie Woningwet
De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel voor plenaire behandeling aangemeld op dinsdag 6 juli a.s. Zonder verdere vertraging zou er op 13 juli over gestemd kunnen worden. De verwachting is dat de Woningwet per 1 januari 2022 in werking treedt.
Formatie en de woningmarkt / volkshuisvesting
In al het gekrakeel rond de formatie ging verloren dat alle partijen die mogelijk aan de inhoudelijke formatie vanaf augustus gaan deelnemen, de woningmarkt als speerpunt zien. [noot: de VTW vindt de term "woningmarkt" niet passen bij sociale huur en heeft het liever over volkshuisvesting]
In het eindverslag van informateur Hamer worden vier onderdelen specifiek genoemd:
Concreet zijn deze punten nog allerminst en op dit moment vooral open deuren. Het is afwachten wat partijleiders Rutte (VVD) en Kaag (D66) in hun proeve van een conceptregeerakkoord hierover gaan opschrijven.
Zorgen bij ChristenUnie over commerciële partijen die tijdelijk sociale huur realiseren
Minister Ollongren lijkt niet bevreesd dat gemeenten de woningbouwopgave sociale huur invullen met commerciële partijen die slechts een beperkt aantal jaar betaalbaar blijft. Dat valt op te maken uit haar antwoorden op Kamervragen van de ChristenUnie.
"Gemeenten zijn vrij om, afhankelijk van de lokale situatie, dergelijke –veelal maatwerk- afspraken te maken. Wel is het belangrijk dat er voldoende woningen voor alle inkomens en levensfases beschikbaar zijn, nu en in de toekomst. In het kader van de woondeals voer ik hierover overleg met lokale partijen", aldus de minister.
Wooncoöperaties 'beperkte toegevoegde waarde' bij terugdringen tekort aan woningen
Minister Ollongren ziet toch wel mogelijkheden voor een prominentere rol voor wooncoöperaties om de tekorten op de woningmarkt tegen te gaan. Dat schrijft ze in een reactie op een onderzoek dat is uitgevoerd naar de positie van wooncoöperaties op de Nederlandse woningmarkt.
"In het buitenland wordt de wooncoöperatie dikwijls gebruikt als een tussenmodel, waarbij eigen vermogen wordt ingebracht (al dan niet via een hypotheek) en er daarnaast een (bescheiden) huur wordt betaald. Het exclusieve gebruiksrecht van de woning kan worden doorverkocht waardoor het ingebrachte vermogen door de bewoner bij verhuizing weer uit de coöperatie kan worden gehaald. In Nederland is deze constructie onbekend, waardoor financiering lastig is en de verkoop van dergelijke rechten niet tot stand komt", aldus Ollongren.
"In sommige gevallen in het buitenland kan de bewoner zelf kiezen of er meer vermogen ingebracht wordt dan vereist, waarmee de huur dan daalt. Een dergelijke constructie zou ook in Nederland uitkomst kunnen bieden voor een groep woningzoekers die op zoek is naar een geschikte woning in het middenhuursegment of een goedkopere koopwoning."
Ollongren wil onder andere met banken in overleg over de mogelijkheden. Overigens vult de minister aan dat - vanwege de grote rol die woningcorporaties op de woningmarkt voor de lagere inkomens spelen - de wooncoöperatie "een beperkte toegevoegde waarde" heeft bij het oplossen van de grote vraagstukken op de Nederlandse woningmarkt.
"Vanwege een grote woningcorporatiessector die op grote schaal toegevoegde waarde kan leveren is het, volgens het rapport, bijvoorbeeld niet te verwachten dat wooncoöperaties significant gaan bijdragen aan het tekort aan (betaalbare) woningen", aldus de minister.
De minister laat verder weten begin 2022 met de uitkomsten te komen van een evaluatie van het Actieprogramma wooncoöperaties dat is opgezet met Platform31. Ze
is geen voorstander van het financieel steunen van wooncoöperaties, omdat dit veel zal vragen op het gebied van borging, governance en financiële verantwoording.
Kamerbrief: Internationaal vergelijkend onderzoek naar wooncoöperaties
Rapport: Internationaal vergelijkend onderzoek naar wooncoöperaties
CDA stelt vragen over uitbreiding puntensysteem in huursector
Minister Ollongren verwacht "snel na het zomerreces" te komen met de uitkomsten van een onderzoek naar regulering van de middenhuur en de gevolgen daarvan op de woningmarkt en de betaalbaarheid.
Dat laat ze weten in antwoord op Kamervragen van het CDA. De partij oppert om de gereguleerde markt te vergroten door het uitbreiden van het puntensysteem, maar Ollongren waarschuwt voor de mogelijke gevolgen hiervan.
"Bij maatregelen om de huurprijs te beperken in de vrije huursector is het daarom belangrijk te bezien of er voldoende investeringsbereidheid van ontwikkelaars en beleggers blijft bestaan om nieuwbouw en daarmee ook middenhuurwoningen te realiseren", aldus de minister.
"Een stelselwijziging waarbij het WWS wordt doorgetrokken heeft mogelijk negatieve gevolgen op deze investerings- en bouwbereidheid van beleggers. Ik ben van mening dat we daar alert op moeten zijn en deze gevolgen eerst moeten onderzoeken."
Wel deelt Ollongren de zorgen van het CDA dat het aandeel vrijkomende huurwoningen in het middensegment daalt in plaats van stijgt.