De VTW heeft in haar reactie op het voorontwerp WNT2 al gewezen op de grote negatieve consequenties en juridische onrechtmatigheid. De VTW ziet een parallel tussen het wetsvoorstel en de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen toegelaten instellingen volkshuisvesting 2013 (WNT-staffel). Deze is op 30 oktober 2013 door de rechtbank Den Haag buiten toepassing verklaard omdat de ministeriële regeling verder ingegreep dan nodig en topfunctionarissen onevenredig hard werden getroffen. Overleg met minister Blok heeft vervolgens geleid tot de vaststelling van een sterk verbeterde regeling voor 2014.
Uit het voorontwerp WNT2 bleek een verlaging van circa 16 %. Er was echter nog geen rekening gehouden met de aftopping van de pensioenpremie. Bovendien was toen het uitgangspunt dat de bijtelling voor een leaseauto niet behoefte te worden meegeteld. De verlaging van het WNT-maximum in het wetsvoorstel WNT2 is 27%. Een aanzienlijk verschil.
De VTW is van mening dat door de WNT2 een te groot gat ontstaat tussen de markt en de publieke sector. Hierdoor zullen talentvolle bestuurders niet meer kiezen voor de corporatiesector. De verlaging van het WNT-maximum leidt er toe dat de bovenste drie categorieën in de ministeriële regeling voor 2014 uitkomen boven het nieuwe maximum en dus worden verlaagd. Een verlaging van het maximum voor de laagste categorieën is volgens de VTW nauwelijks mogelijk. Als ook deze worden aangepast ontstaat, met name bij kleinere woningcorporaties, nog meer overlap tussen de beloning van topfunctionarissen en het management niet-zijnde topfunctionarissen. Evenwichtige beloningsverhoudingen tussen verschillende categorieën topfunctionarissen komen dan verder onder druk te staan. Op dit moment is al sprake van overlap tussen de eerste vier schalen van de ministeriële regeling voor 2014 en de laatste vier à vijf schalen van de cao Woondiensten.
De VTW zal de Tweede Kamer en Eerste Kamer benaderen over onze kritiek op het wetsvoorstel.