Al enige jaren schrijf ik boekrecensies voor de VTW met als gevolg dat er soms een boek in mijn brievenbus valt waarvan de titel me wel intrigeert, maar wat ik uit mezelf niet snel zou lezen. Eén van mijn waarden is dat je beloftes moet nakomen. Een recensie moet er dus zondermeer komen. Het boek ‘waardegedreven leiderschap’ heb ik meerdere keren opgepakt en weer weggelegd voor het zover was. De titel inspireert me, maar de schrijfstijl doorspekt van klassieke spreuken en diepe filosofische wijsheden maakten steeds dat ik het snel weer weg legde.
Ik moest mijn ongeduld beheersen om me open te kunnen stellen voor dit boek. Dat zegt misschien wel meer over mij dan over het boek en hierop reflecteren vraagt dan ook wat moed aan mijn kant. Uiteindelijk heb ik een groot deel van het boek in één dag gelezen en er zelfs mijn werk ervoor aan de kant geschoven. Reflectie vanuit de kardinale deugden, “wat is moedig, verstandig, beheerst en rechtvaardig?” komt juist vandaag goed van pas nu ik me voorbereid op een paar betekenisvolle gesprekken die ik te voeren heb.
Ook als je – net als ik – niet klassiek geschoold bent en weinig kennis hebt van filosofie, is dit dan ook zonder twijfel een lezenswaardig boek. Waardegedreven leiderschap biedt waardevolle inzichten en nodigt uit tot reflectie op je rolinvulling en de waarden die daaraan ten grondslag liggen. Het nodigt uit het gesprek te voeren op een ander niveau, dan wat gangbaar is in de meeste bestuurskamers. Ook biedt het een interessant bril om te kijken naar de organisatie waarop je toezicht houdt. Welk waardesysteem is dominant, wat maakt de organisatie waardevol? Welke uitdaging ligt er en sluiten de waarden van de leiders daar voldoende bij aan om daar op authentieke wijze richting aan te geven? Verandering begint immers bij jezelf als leider en een verandering vanuit intrinsieke motivatie is duurzamer, dan een die wordt gedreven door extrinsieke motivatie, zoals beloning.
In de corporatiesector is er niet zelden sprake van een waardenconflict, hoe breng je immers focus op de bezieling samen met de juiste zakelijkheid en professionaliteit die wordt gevraagd. Met de toekenning van de OOB status ligt de lat ten aanzien van interne beheersing hoger, terwijl veel ondernemingsplannen vooral bezig zijn met de transitie van het bieden van een huis naar het bieden van een thuis. Ook zijn er veel corporaties die mooie waarden aan het papier toekennen in het ondernemingsplan of in de visie op toezicht en bestuur. Maar wat is de diepere bedoeling en wat betekenen die waarden in de praktijk? Het is zinvol om de tijd te nemen als Raad en Bestuur om het gesprek daarover te voeren. Het speelveld van de corporatie is breed, de maatschappelijke opgaven waaraan zij kan bijdragen divers en omvangrijk, het wettelijke kader waarbinnen dat moet gebeuren complex en de politieke druk groot. Het is daardoor een beproeving om het goede te doen en te blijven doen. Wat is nuttig, nodig, realistisch en passend?
Alice Jansen is lid van de RvC van Thuisvester