Toezicht in de praktijk: de rol van de RvC - Casus 2: Te zware kandidaat… jammer om zo’n kans te laten lopenWoningstichting Compleet Wonen is een corporatie met ongeveer 3000 woningen in een kleine gemeente. De directeur (bestuurder) is een oude rot in het vak en de RvC is evenwichtig samengesteld. Onlangs kwam uit een analyse van de persoonlijkheidskenmerken dat de raad van Compleet Wonen uit een mooi “evenwichtig gekleurd palet” kon beschikken. De huidige voorzitter van de auditcommissie is van huis uit econoom en bestuurder van een onderwijsinstelling. Over ruim een half jaar treedt hij statutair af en volgende week staat de advertentie voor zijn opvolging in de krant. Er is goed nagedacht over het profiel en de nadruk ligt op kennis van en ervaring met financiën en governance. Aangezien de raad verder divers is samengesteld was zowel een vrouwelijke als een mannelijke kandidaat welkom en leeftijd was ook niet echt een criterium. Regionale binding niet per se, maar zou mooi meegenomen zijn. Een extern bureau begeleidde de procedure en naar het profiel hadden ondernemingsraad en de huurdersorganisatie gewoontegetrouw gekeken. De commissie bestond uit drie commissarissen waaronder de voorzitter van de raad en de voorzitter van de huurdersorganisatie. Het ging weliswaar niet om een kandidaat op voordracht van de huurders, maar zo deed men dat bij Compleet Wonen. De directeur nam als adviseur deel aan de beraadslagingen. De externe consultant begeleidde het proces en zat de vergaderingen voor. Op de advertentie reageerden 60 kandidaten middels een brief en een CV. Na een voorselectie door de consultant werd een short list voorgelegd met 8 kandidaten met cv’s en brieven die in belangrijke mate in het profiel pasten. Bij eerste lezing - wat alle leden van de wervings- en selectiecommissie individueel deden – waren het stevige kandidaten, waarvan er een uitsprong: een lid van de Raad van Bestuur van een bank, van huis uit econoom, een ervaren commissaris tot voor twee jaar ook bij een grote corporatie, achter in de vijftig en ook nog wonend in het werkgebied van Compleet Wonen. Wat wil je nog meer? Maar dat liep op de vergadering toch anders. Afgesproken was dat elk commissielid vier kandidaten zou prioriteren met als streven er drie uit te nodigen. Tot verbazing van de consultant ontbrak de bankier op de voorkeurslijstjes van de RvC-voorzitter en van de directeur. “Te zwaar”, zo spraken de directeur en de voorzitter nogal stellig. Van de andere commissieleden kwam weinig weerwoord en de consultant kwam niet verder dan “oké, het is jullie keuze, dan ga ik verder met de drie die jullie allemaal noemen”. Onhandig in dit geval was dat de bewuste kandidaat in zijn brief een dergelijke motivering niet had aangegeven, maar ook daar had men naar kunnen vragen. Het optreden van de consultant was onnodig vaag. Tijdens de vergaderingen leek de rol beperkt tot procesbegeleider en had de consultant weinig of geen inhoudelijke inbreng. De voorselectie om tot een shortlist te komen was echter door de consultant gedaan en bleek dus wel inhoudelijke betrokkenheid. Bij de vergadering had hij toch meer mogen doorvragen, wellicht en had hij de motieven van de kandidaat - die hij in een eerdere fase goed had kunnen achterhalen - beter op tafel kunnen leggen. Ook had hij kunnen zorgen dat de meningen van de andere commissieleden steviger onder de aandacht waren gekomen. Het is van belang bij het geven van de opdracht goede afspraken te maken over de rol van de extern adviseur. De directeur als adviseur Koos Parie en Gerard Erents Dit is de 1e casus in een nieuwe reeks 'Toezicht in de praktijk' over governance in de volkshuisvesting en de rol van de RvC. De VTW heeft reeds drie handreikingen gepubliceerd waarin eerdere casussen zijn besproken. U vindt deze op: https://www.vtw.nl/publicaties/ https://www.vtw.nl/publicaties/handreiking/toezicht-in-de-praktijk-3/ https://www.vtw.nl/publicaties/handreiking/toezicht-in-de-praktijk-deel-2/ https://www.vtw.nl/publicaties/handreiking/toezicht-in-de-praktijk/ |