Recensie ‘Reflecteren voor commissarissen en toezichthouders - Praktische handreiking voor een goed gesprek’, Burger en Van der Weerdt-Norder

Recensie van het boek Reflecteren voor commissarissen en toezichthouders. Praktische handreiking voor een goed gesprek, geschreven voor Yvonne Burger en Carla van der Weerdt-Norder. De recensie is geschreven door VTW-lid Bas van der Veen, voorziter RvC Ons Huis in Apeldoorn.

In de wereld van ‘governance’, is een van de grootste deugden dat de direct betrokkenen de rol en verantwoordelijkheid pakken die van ze verwacht mag worden. Enigszins platgeslagen en bewust prikkelend noem ik dat wel eens “gewoon doen waarvoor je besteld bent”.

Het bijzondere van RvC’s/RvT’s is, dat zij in staat en bereid worden geacht om zélf na te gaan in hoeverre ze voldoen aan de verwachtingen die voor hen gelden. Dat is integraal onderdeel van de maatschappelijke ‘bestelling’. Zelfevaluatie is evenwel niet altijd eenvoudig en maakt het functioneren van toezichthoudende teams spannend én kwetsbaar. Niet voor niets noemen de auteurs van ‘Reflecteren voor commissarissen en toezichthouders’ het vermogen om naar je eigen rol te kijken dan ook cruciaal.

Hoe prettig is het dan dat deze ‘praktische handreiking’ doet wat ervan verwacht mag worden: het is beknopt, helder gestructureerd en praktisch uitgewerkt. De bijna verplichte bloemlezing over de ontwikkeling en kwaliteit van toezicht- hopelijk welbekend bij de doelgroep- beperkt zich tot twee overzichtelijke pagina’s.

Daarna worden in drie compacte hoofdstukken concepten aangereikt die helpen om de dynamiek in toezichthoudende teams te begrijpen, waarbij aan de rol van voorzitter een eigen hoofdstuk is gewijd.

Enige kennis over governance en organisatiekunde wordt bij de lezer wel verondersteld. Maar in korte tijd kan deze zich dan de materie goed eigen maken, waarbij de bronvermeldingen voldoende aanknopingspunten bieden voor verdieping.

Tenslotte volgen enkele hoofdstukken en een bijlage waarin de aanpak en begeleiding van zelfevaluatie tamelijk gedetailleerd zijn uitgewerkt.

In minder dan 100 pagina’s van kaft tot kaft- inclusief voorwoord, bijlage en literatuurverwijzingen. Dan is het onvermijdelijk dat er keuzes gemaakt worden in de te behandelen onderwerpen. En dat brengt mij op de eerste van twee punten van milde kritiek op dit boek. Er is in de wereld van bestuur en toezicht de laatste jaren toenemend aandacht voor de relatie met de buitenwereld en externe stakeholders. Zeker in de corporatiesector worden RvC’s/RvT’s geacht om óók oog te hebben voor de belangen van de samenleving, de ‘volkshuisvesting’ in brede zin en specifiek de positie van huurders. Op het functioneren van toezichthouders in relatie tot belanghebbenden buiten de organisatie, laat staan de betrokkenheid van laatstgenoemden in zelfevaluaties, gaat deze praktische handreiking slechts summier en wat fragmentarisch in. Maar enige zelfwerkzaamheid mag van de doelgroep wel worden verwacht, dus dat is geen halszaak. En een mens wil nog iets te wensen overhouden voor een tweede druk.

Het tweede punt van kritiek betreft het feit dat ik deze praktische handreiking pas twee weken ná de zelfevaluatie van onze RvC in handen kreeg. Zelfreflectief als ik ben, wil ik dat de auteurs niet euvel duiden is en is het bovenal als aanbeveling aan mijn collega’s te zien. Het goede nieuws is dat we dit boek nu mooi op tijd binnen hebben voor de zelfevaluatie over circa 50 weken.

Bas van de Veen, voorzitter RvC Ons Huis in Apeldoorn


Terug