‘Regionale aanpak wonen zorg boven belang eigen organisatie’ - eerste VTW-bijeenkomst over gevolgen vergrijzing

De vergrijzing neemt de komende jaren fors toe. Dat heeft ook gevolgen voor de aanpak wonen en zorg in de regio. Tijdens de online VTW-bijeenkomst op 12 februari benadrukten vier sprekers de urgentie van dit thema, ook voor toezichthouders van corporaties. 

Tekst: Lisette Vos

In 2035 bestaat bijna 20 procent van de bevolking uit 75-plussers, zo blijkt uit de Monitor ouderenhuisvesting 2020. Ouderen blijven bovendien langer zelfstandig wonen, tot op steeds hogere leeftijd. De commissie Toekomst zorg thuiswonende ouderen onder leiding van Wouter Bos geeft in het rapport Oud en zelfstandig 2030 vier hoofdadviezen om de gevolgen van de vergrijzing het hoofd te bieden: ga (ver)bouwen, ga digitaal, ga samenwerken en leer van de coronacrisis.

Gevolgen voor toezicht
Het adviesrapport Oud en zelfstandig is voor de VTW aanleiding om twee bijeenkomsten over de gevolgen van de vergrijzing te organiseren. Meerdere adviezen zijn relevant voor toezichthouders, zo stelt VTW-directeur Albert Kerssies. Maatschappelijke partners (zoals gemeente, corporaties en zorginstellingen) moeten meer samenwerken in de aanpak wonen en zorg. En nog belangrijker: alle partners moeten de (regionale) opgave boven het belang van de eigen organisatie stellen. Dat geldt ook voor de toezichthouders.  

Aedes-voorzitter Martin van Rijn vindt dat de RvC niet alleen de financiële continuïteit van de corporatie moet bewaken, maar ook de maatschappelijke prestaties op het gebied van wonen en zorg. Samenwerking met partners is onmisbaar en professionals in de wijk (van de wijkbeheerder tot de wijkverpleger) moeten meer verantwoordelijkheid krijgen, stelt hij. ‘Dat vraagt om leiderschap en bestuurdersmoed. Toezichthouders kunnen hun bestuurder helpen om verder te kijken dan alleen het belang van de eigen organisatie.’

Wonen, zorg en pensioen
Van Rijn gaat nog een stap verder dan meer bouwen voor ouderen en de regionale aanpak wonen en zorg voor ouderen. Hij bepleit een integrale aanpak van wonen, zorg én pensioen. Ouderen met een goed pensioen zijn beter in staat om de eigen regie te pakken. ‘De integratie van deze drie thema’s krijgt nog relatief weinig aandacht, maar is wel relevant. Ouderen moeten na hun pensioen tien tot twintig jaar hun woning en hun zorg kunnen betalen.’

Praktijkvoorbeeld wonen en zorg
De integrale aanpak wonen en zorg is in de meeste regio’s nog niet goed georganiseerd. Er zijn wel sprekende voorbeelden, zoals het Programma Langer en Weer thuis 2019-2022 van de gemeente Delft. Wethouder Karin Schrederhof, met wonen én zorg in de portefeuille, gaf een kijkje in de keuken van de samenwerking tussen gemeente, corporaties en zorginstellingen. Doel is onder meer dat ouderen – met de juiste zorg - langer thuis kunnen blijven wonen (in plaats van naar een verpleeghuis).

De eerste stap is om de vergrijzing en het aanbod van woningen en woonvormen voor ouderen goed in kaart te brengen. Pas dan volgen de acties. Zo kunnen corporaties woningen geschikt maken voor ouderen en innovatieve woonconcepten ontwikkelen. De seniorenmakelaar is ook een beproefd recept: hij of zij gaat in gesprek met ouderen in een grote eengezinswoning met de vraag of zij naar een geschikte (kleiner) woning willen verhuizen. Dat bevordert de doorstroming.

Slimme oplossingen
Daarbij moet de gemeente samen met haar partners op zoek naar slimme toepassingen om zorgkosten zoveel mogelijk te drukken. Het budget vanuit de Wet maatschappelijke opvang (WMO) staat onder druk. Een voorbeeld? Een oudere in een wooncomplex (van een corporatie) kan individueel een scootmobiel aanvragen. Een oplaadpunt voor alle scootmobiels bij het complex voor ouderen is dan een efficiënte oplossing. Daarvoor is wél samenwerking met de corporatie nodig.

Als ambassadeur van de Taskforce Wonen Zorg stimuleert Schrederhof andere gemeenten om met maatschappelijke partners een programma voor wonen en zorg op te zetten. Als één van de weinig wethouders heeft ze wonen én zorg in haar portefeuille. ‘Ik ben nog de uitzondering. Maar ik raad het elke gemeente aan.’

Meeste ouderen redden zich wel
Directeur Peter Boerenfijn van Habion, de landelijke corporatie voor huisvesting ouderen, kent de doelgroep als geen ander: de gemiddelde leeftijd van een huurder van Habion is 80 jaar. Toch stelt Boerenfijn dat 95 procent van de ouderen het wel redt. ‘Die kleine groep kwetsbare ouderen, daar moet de corporatie zich voor inzetten.’

Vragen stellen
Ook bij corporaties die zich niet gespecialiseerd hebben in ouderenhuisvesting moet vergrijzing op de agenda staan, stelt Boerenfijn. Stel vragen als toezichthouder. Heeft de corporatie inzicht in de lokale demografische ontwikkeling en in de huidige lokale behoefte onder ouderen? Wat is de bijdrage van de corporatie in het lokale netwerk wonen zorg? Heeft de corporatie voldoende zicht op de ontwikkelingen in de financiering van de zorg?  

Onderzoek naar de wensen van ouderen zélf levert Habion belangrijke inzichten op. Zo willen zij graag in hun wijk blijven (en niet verhuizen), willen ze doorleven (niet in een afgesloten gebouw, maar met reuring in en om huis) en geven ze de voorkeur aan diversiteit (met bijvoorbeeld jongere mensen als buren). Onderzoek naar de lokale situatie is minstens zo belangrijk, stel Boerenfijn. ‘Cijfers over ouderen zijn vaak aannames. Als je de juiste cijfers hebt, neem je wellicht andere beslissingen. Weet wat er nodig is de wijk.’

Flexibel gebruik
Habion ontwikkelt op basis van wensen van ouderen innovatieve woonconcepten die in het niets meer lijken op het traditionele bejaardenhuis. Zo kan een bewoner van een appartement met twee kamers in een wooncomplex van Habion zelf het zorgarrangement kiezen. Of voor intramurale zorg (zoals in een verpleeghuis) of voor zelfstandig wonen (met zorg aan huis). ‘In hetzelfde appartement kunnen we alle vormen van zorg met de bijbehorende financiering aanbieden. We bouwen niet flexibel, we gebruiken de woningen flexibel.’ 

Sociaal pensioen
Het ziekenhuis maakt ook onderdeel uit van de keten in de zorg. Piet-Hein Buiting, bestuurder van het Jeroen Bosch ziekenhuis in Den Bosch, stelt dat artsen beter luisteren naar wat de patiënt zelf kan én wil. Ouderen moeten volgens hem zorgen voor hun sociale pensioen: een sociaal netwerk in de buurt opbouwen als vangnet. Voor kwetsbare ouderen moet er wel opvang zijn: zo legt het ziekenhuis voor patiënten die vaak terugkeren en extra ondersteuning nodig hebben contact met maatschappelijk werk.

Corona heeft de ziekenhuizen wel met de neus op de feiten gedrukt. Het tekort aan personeel is een nijpend probleem, stelt Buiting. ‘Het is de vraag of we wél alle zorg kunnen blijven leveren.’

Bijeenkomst op 1 april
Wilt u de deelnemen aan de volgende themabijeenkomst over dit thema? Deze is op 1 april van 10 uur tot 12 uur, hierbij zijn ook toezichthouders in de zorg uitgenodigd. Aanmelden kan via deze link.

Meer informatie

Oud en zelfstandig in 2030 Een reisadvies, van commissie onder leiding van Wouter Bos

Monitor ouderenhuisvesting 2020

Convenant Langer en weer thuis Delft (en uitvoeringsagenda)

Taskforce Wonen Zorg

Visie Habion

Dossier Wonen Zorg Platform 31


Terug